Werkcollege 2 Flashcards

1
Q

Hoe zal de verandering van vetten en vetzuren in de ontlasting zijn van een patiënt met intra-hepatische galgangobstructie?

A

Vermoedelijk nog voldoende galsecretie in dunne darm uit niet afgesloten takken van de galgangen. Dus geen vetzuren of vet in de ontlasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe zal de verandering van vetten en vetzuren in de ontlasting zijn van een patiënt met complete extra-hepatische galgangobstructie?

A

Geen secretie van galzouten in dunne darm dus verstoorde vertering en vetabsorptie. Dus vetzuren en vet in ontlasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verklaart u het optreden van betonkleurige ontlasting bij een extra-hepatische galgangobstructie?

A

Het bilirubine uit gal komt niet in de ontlasting, dit is een voorloper van de kleurstof die normale ontlasting zijn kleur geeft. Vet heeft witte kleur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er met gal in de galblaas?

A

Het wordt geconcentreerd, de galblaas resorbeert water (actief transport van Na+ en Cl- ????)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat histologische en klinische verschillen EPI en pancreatitis?

A

Bij EPI atrofie van de exocriene pancreas (atrofie van de acini), bij pancreatitis infiltratie van ontstekingscellen, necrose, ery’s, oedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn morfologische kenmerken bij een acute pancreatitis?

A

Ontstekingsreactie (bloedingen, oedeem), necrose van bloedvaten, proteolyse van pancreasparenchym en enzymatische destructie van vetcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn morfologische kenmerken bij een chronische pancreatitis?

A

Atrofie of hypertrofie van klierweefsel (afhankelijk van bindweefsel toename), lobulaire fibrose, vetnecrose in vetweefsel en pancreascirrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan je de diagnose EPI met laboratorium (bloed)onderzoek versterken?

A

Canine trypsine-like immunoreactivity test (cTLI)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan je de diagnose pancreatitis met laboratorium (bloed)onderzoek versterken?

A

Bloedonderzoek: canine/feline pancreatic lipase immuno-reactivity of DGGR-lipase, Echo abdomen en cytologie of histologische biopten van de pancreas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Heeft een hond met exocriene pancreas insufficiëntie ook een groter risico om
diabetes mellitus te ontwikkelen?

A

Een hond of kat met EPI heeft weinig kans op DM. Atrofie van acinaire cellen bij EPI is specifiek (auto-immuun) en tast niet de beta cellen van de eilandjes van Langerhans aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zou een hond met pancreatitis ook een grotere kans hebben om diabetes
mellitus te ontwikkelen?

A

Er bestaat veel discussie over of pancreatitis wel of niet de beta-cellen aantast of dat het, zoals iedere vorm van ontsteking voor insulineresistentie zorgt. Dit laatste is van belang bij DM type 2. Bij katten lijkt een hyperglycemie pancreatitis te kunnen veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kan je diarree in de vorm van een volumineuze ontlasting bij een hond met EPI kunnen verklaren?

A

Geen vertering van voedsel, dus niet-verteerd voedsel blijft in de darm en geeft veel volume aan ontlasting. Het niet-verteerde voedsel biedt een afwijkend substraat voor de bacteriën in de darm –> dysbacteriose –> ontsteking. Bovendien trekt het (soms) water aan (osmotische diarree)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de therapie voor dieren met EPI?

A

Pancreas enzymen aan voedsel toevoegen en vitamine B12 injecties geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de therapie voor dieren met pancreatitis?

A

Geen specifieke behandeling dus ondersteunende/symptomatische therapie bestaande uit: vloeistoftherapie, anti-braak middelen, enterale voeding, regulatie elektrolyten- en zuur-basebalans, pijnstillers (geen NSAID’s) en eetlust opwekkers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er met de plasma glucose concentratie bij dieren met EPI?

A

Deze zal aan de lage kant zijn door het vasten. De hond gaat over op gluconeogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er met de eiwitconcentratie in serum bij dieren met EPI?

A

Albumine zal verlaagd zijn door gebrek aan aminozuren uit voedsel. Dit kan bij honden echter weken tot maanden duren voordat dit optreedt. In heel extreme gevallen kan dit leiden tot (honger) oedeem

17
Q

Wat gebeurt er met de hematocriet waarde van honden met EPI?

A

Zal verlaagd zijn door vitamine B12 tekort. Vitamine B12 is nodig voor Hb aanmaak. voor opname van vitamine B12 is intrisic factor nodig uit de exocriene pancreas bij hond