Week 6 Flashcards
Cytologische chemotherapie
werking: toedienen van cel-killers
aangrijpingspunt:
doel: doden van tumorcellen
Hormoon therapie
werking: (anti-)hormonen bezetten specifieke receptoren, waardoor remming tumorcellen
aangrijpingspunt: weinig tumoren geschikt (prostaat-, borst- en endometriumkanker)
doel: hormonen remmen celproliferatie
nadeel: langzame respons, effect op de lange termijn
Immunotherapie
werking: immuunsysteem aanwakkeren, waardoor tumor wordt aangevallen
aangrijpingspunt: T-cellen
doel: eigen immuunsysteem gebruiken
Kankercel specifieke therapie
werking: remming van celdeling, -replicatie en transcriptie met behulp van cytostatica (alkylerende middelen, platina verbindingen, taxanen)
aangrijpingspunt:
doel: remming van celdeling, -replicatie en transcriptie
nadeel: mogelijk ontstaan mutaties in gezonde cellen
Acute toxiciteit
Bij snel delende weefsels
Lange termijn toxiciteit
Bij langzaam delende weefsels
Alkylerende middelen
aangrijpingspunt: remming van celproliferatie -> remming groei tumor
Platina verbindingen
aangrijpingspunt: DNA adduct vorming en crosslink vorming -> remming transcriptie/replicatie
- bv interstrengs crosslinks
Microtubulaire middelen (taxaan)
Remmen depolymerisatie van tubulines in de M-fase
Nibben
Pillen; werken intracellulair
NIET combineren met chemotherapie
Mabben
Intraveneus; werken extracellulair
-> blokkering signaaltransductie door bezetting receptor
Lange halfwaardetijd
Te combineren met chemotherapie
Topoisomerase remmers
Type I: verwijdert enkele DNA winding. Remming veroorzaakt esDNA breuken.
Type II: verwijdert meerdere DNA windingen. Remming veroorzaakt dsDNA breuken.
ADC
Anti Body Drug Conjugaten
Aan monoklonale antilichaam wordt een chemotherapeutisch molecuul gehangen
Chemotherapeutisch wordt gedissocieerd in de tumorcel -> aanvallen tumor
Radiotherapie
Radiochirurgie