Tentamen Flashcards

1
Q

Verschil genetisch en epigenetische veranderingen?
- therapeutisch

A

Genetische veranderingen (mutaties in het DNA) kunnen niet gecorrigeerd worden.
Ongewenste epigenetische veranderingen kunnen wel worden uitgewist, bijvoorbeeld door de enzymen die de betrokken covalente modificaties aanbrengen farmacologisch te remmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

prognostische factoren adenomen

A

invasiediepte
lymfogene uitbreiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

QALY’s uitrekenen

A
  1. reken uit QALY zonder interventie
  2. reken uit QALY met interventie
  3. reken het verschil uit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Soorten genomische instabiliteit

A

microsatelliet instabiliteit

chromosomale instabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Werking oncogeen RAS

A
  • geen binding GAP aan RAS; geen inactivatie RAS meer mogelijk
  • remming GTPase activiteit van RAS

probleem: actieve RAS-oncogeen kan niet inactief gemaakt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Proefdieronderzoek

A

Onderzoeksprotocollen moet worden goedgekeurd door een Dierexperimentencommissie.
De onderzoeksopzet moet voldoen aan de 3 V’s van de proefdierethiek. (vervangen, verminderen, verfijnen)
Het onderzoek mag alleen worden uitgevoerd als er geen andere methoden zijn om het beoogde resultaat te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

NGS

A

mRNA gebruiken; mutaties in exons van eiwit-coderende genen analyseren
single molecule: de DNA sequentie van een groot aantal individuele DNA moleculen wordt
bepaald
massively parallel: duizenden moleculen worden tegelijk gesequenced

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welk DNA reparatie mechanisme wanneer?

A

NER - verstoring dubbelhelix (bv door adducten), UV Licht
BER - enkelstrengs breuken, uracil inbouw, radicalen, alkyserende stof
NHEJ - dubbelstrengs breuken, ioniserende straling
HR - interstreng crosslinks en dubbelstrengsbreuken, ioniserende straling
MMR - replicatie fouten, mismatch basen, insertie, deletie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verschil CIN en MIN

A

Chromosomale instabiliteit: ontstaat als bij anafase de chromosomen asymmetrisch worden verdeeld => aneuploidie

Microsatelitte instabiliteit:

CIN vs MIN:
- Afwijkend vs normaal aantal chromosomen
- Grote vs kleine DNA veranderingen
- Willekeurige positie in DNA vs Microsatelliet DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

MPN

A

PV - JAK2 mutatie
ET - MPL en CALR mutatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

MABs vs NIBS

A

MAB: intraveneus; buitenkant celreceptor
NIB: oraal; binnenkant receptor

beide zowel palliatief als adjuvant
beide kunnen gegeven worden in combinatie met cytoxische therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Lange termijn effecten chemo: organen - functieverlies - klachten

A

Huid - Hyperpigmentatie- Cosmetische klachten
Slokdarm - Fibrose/vaatschade - Passageklachten
Ruggenmerg - Myelopathie - Neurologische uitval
Nieren - Fibrose/vaatschade - Nierfunctie verlies

treden op 6 maanden na chemo behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Algemene, targeted en tailored information

A

informatie gericht op een grote algemene doelgroep mensen, bv vrouwen

informatie speciaal gericht op een specifieke
doelgroep, bv kanker patiënten met eetproblemen

informatie speciaal aangepast op de patient en aangepast aan zijn/haar situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Belangrijkste verklaring verdubbeling aantal kanker patiënten?

A

demografische veranderingen; overleving beter en mensen worden ouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk carcinoom zonder immuunhistologie niet te diagnosticeren?

A

grootcellig carcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

WNT signaal

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

CNL

A

G-CSF receptor mutatie
- G-CSF onafhankelijke activatie JAK kinases
- G-CSF onafhankelijke dimeervorming van CSF3R eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Docking-eiwit Grb2

A
19
Q

Wat kan ontstaan na 3 maanden behandeling longtumor met bestraling?

A

Pneumonitis

20
Q

Fasen klinisch onderzoek

A

Fase 1
Fase 2 - overall response rate
Fase 3 - nieuw tegenover oude behandeling / placebo

21
Q

Pre- vs contemplatiefase

A

Attitude en bewustzijn

22
Q

Niet vergunningsplichting bevolkingsonderzoek

A

bevolkingsonderzoek die hoge kosten met zich meebrengt

23
Q

Effective decision

A

Er is sprake van een ‘effective decision’ wanneer er één optimale behandeling is (1p).

Dit is het geval als er voldoende bewijs is over de verhouding tussen voor- en nadelen van behandelingen (1p)

EN wanneer de nadelen klein zijn ten opzichte van de voordelen (1p).

24
Q

welk reparatie DNA mechanisme bij welk type DNA schade?

A

interstrengs kruisverbinding - HR
intrastrengs kruisverbindingen - NER
adduct enkele base - NER
Enkelstrengs breuken - BER mbv PARP1

25
Q

Telomeren; opbouw

A

De T-loop
De structuur wordt gestabiliseerd door gespecialiseerde eiwitten: het shelterin complex (Trf1 en Trf2 eiwitten)

26
Q

CSF-receptor

A

Gemuteerd bij CNL
- G-CSF onafhankelijke activatie van JAK kinases
- G-CSF onafhankelijke dimeervorming van de CSF3R eiwitten

27
Q

Inductie vs neoadjudant

A

Neoadjuvant:
- korte behandelduur
- dosering intensief
- snel te vervolgen door definitieve behandeling

Inductie:
- soms langere behandelduur
- dosering wordt bepaald door kans op respons
- onzeker of een definitieve behandeling mogelijk is

28
Q

Chemo dosis betekenis

A

Hoeveel Gy is geabsorbeerd in de weefsels van de patient

29
Q

ICER berekenen

A

Verschil in kosten: C* - C**
- ((4000 - 10000) +((3450) - (4450))) *100 = 645.000 (1p)

Verschil in effecten: C* - C**
- 20-10 = 10 overlevenden (1p)

ICER (* ten opzicht van **)
- 645.000/10 = 64.500/overlevende (2p)

30
Q

Driver mutatie

A

DNA afwijking die causaal/oorzakelijk bijdraagt (1p) aan het ontstaan of de progressie van de tumor (1p)

bijv. mutatie die leidt tot activatie van een gen dat als functie heeft de celdeling te stimuleren.

31
Q

Passenger mutatie

A

tumoren zijn genomisch instabiel met als gevolg dat ze DNA afwijkingen accumuleren (1p). Passengers zijn afwijkingen die geen rol spelen in het tumorigene proces maar het gevolg zijn van genomische instabiliteit. De passenger afwijkingen leveren geen voor- of nadeel voor de cel in het tumorgene proces, zij “liften” mee met de driver mutaties. (1p)

32
Q

Age related DNA afwijkingen

A

Tumoren zijn klonaal, ontstaan uit 1 cel. Afzonderlijke normale cellen hebben per cel unieke DNA afwijkingen (zeker in oudere individuen) (1p). In de tumor kunnen dus DNA afwijkingen gevonden worden die al aanwezig waren in de normale cel waaruit de tumor is ontstaan. Dit zijn de age- related DNA afwijkingen. (1p)

33
Q

Typen hematogene metastering

A

vena cava type (long) en vena porta type (lever)

34
Q

Regulatie p53

A

MDM2 (1p) is een negatieve regulator van p53. MDM2 bindt aan p53 (1p) waardoor p53 wordt geubiquitineerd en vervolgens afgebroken door proteasomen (of proteases)

35
Q

Verschil HR en NEHJ

A
  • NHEJ direct aan elkaar ligeren /HR uitwisseling DNA strengen tussen DNA moleculen (zuster-chromatide/ homologe chrom.) - NHEJ gebruikt geen template, HR wel
  • NHEJ onnauwkeurig / HR nauwkeurig
  • NHEJ is door de hele celcyclus functioneel en HR alleen in S/G2
36
Q

Taxaan

A

Remming van vorming tubulinedraden; geen vorming spoelfiguur en geen scheiding chromatiden mogelijk

37
Q

JAK2-V617F mutatie

A

in JH2 en JH1 domein;
remming op kinaseactiviteit -> JAK2 staat in overactivatie, geen remming hierop

receptor minder afhankelijk EPO, dus ook minder regulatie van de aanmaak rode bloedcellen door EPO

38
Q

Leg uit hoe PARP remmers synthetische letaliteit kunnen induceren in BRCA2 gemuteerde tumorcellen

A

-PARP remmers remmen BER van ss breuken (1 pt)
-Leidt (na replicatie) tot ophoping van ds DNA breuken (1 pt)
-Dodelijk voor BRCA2 gemuteerde cellen; geen HR mogelijk (1 pt)

39
Q

Chronische toxiciteit

A

Als gevolg van ophoping van schade in het normale weefsel;

van belang is de cumulatieve dosis, want het treedt laat op in behandeltraject

40
Q

Defenitie volgende termen:
1. tumordeposits
2. skipmetastase
3. schildwachtklier procedure

A
  1. uitzaaiingen gevonden van de tumor die ‘los’ in vet te liggen, d.w.z. zonder aanwijzingen voor lymfklierstructuren
  2. de voor de hand liggende volgende lymfeklier wordt overgeslagen
  3. het onderzoek waarbij het eerste lymfedrainage station bij carcinomen wordt opgespoord
41
Q

Catherines vs integrines

A

While cadherins are responsible for cell–cell interactions, integrins are the main transmembrane receptors in charge of the interaction between cells and their extracellular matrix (ECM).

42
Q

Synthetische letaliteit

A

Synthetische letaliteit betekent dat de remmer alleen in combinatie (1p) met de genmutatie leidt tot celdood (1p).

twee factoren nodig om celdood te veroorzaken van de tumorcellen

43
Q

Welke historische gebeurtenissen hebben bijgedragen aan ‘‘medicalisering’’?

A

Uitbreiding van zorgdomein

Toegenomen aanzien/invloed van de medische professie in de samenleving

Herdefiniëring van steeds meer vraagstukken/moeilijkheden tot medisch probleem, met als gevolg uitbreiding van de ‘jurisdictie’ van medische professionals.

Ontwikkeling van de gezondheidscultuur: gezondheid is een steeds belangrijkere waarde in de samenleving geworden.
meer politiek-juridische verankering: gezondheidszorg is steeds een recht (sociaal grondrecht) geworden.