Week 3 Flashcards

1
Q

Soorten blotting

A

Methode om grote biologische moleculen op een drager (gel) waardoor de moleculen kunnen worden gescheiden en gedetecteerd

3 soorten:
- northern blotting: RNA-moleculen detecteren
- southern blotting: DNA-moleculen detecteren
- western blotting: eiwitten scheiden op basis van molecuulgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cDNA

A

een dubbelstrengig DNA molecuul, dat in basevolgorde overeenkomt met een rijp mRNA.

Gesynthetiseerd door reverse transcriptase enzym met als beginnetje een stuk poly-T, wat aan de poly-A staart plakt.

cDNA niet bevat geen promotor en introns i.t.t. DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Moleculaire hybridisatie

A

de vorming van een dubbele helix uit twee enkelstrengige nucleïnezuren (probe) met een homologe nucleotidenvolgorde, gebruikt om RNA te blotten

Een probe is een bekend stuk enkelstrengig DNA dat kan hybridiseren met een specifiek enkelstrengig DNA of RNA molecuul (cDNA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fluorescente in situ hybridisatie (FISH)

A

DNA wordt voorzichtig gedenatureerd met behoud van de zichtbare chromosoomstructuur. Vervolgens wordt een specifiek stuk enkelstrengs DNA (een probe) dat tevoren is gemarkeerd aan de chromosomen gehybridizeerd, waarmee de homologe chromosoomregio’s zichtbaar gemaakt worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Telomeren

A

Gesynthetiseerd door telomerase:
-TERT (TElomerase Reverse Transcriptase), eiwit-componenten
-TR (Telomerase RNA-component), RNA-template gedeelte

bevind zich in chromosomen stamcellen en cellen in de kiembaan (deze kunnen zich dan vaker delen)

N.B. Bij kanker is telomerase overactief; hierdoor oneindige replicatie mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Soorten chromosomale afwijkingen?

A
  • Numerieke afwijkingen
  • Structurele afwijkingen
  • Deleties met als gevolg het missen van een deel van een chromosoom
  • Dicentrische chromosomen
    door straling of telomeer erosie
    => Gen amplificatie
    => Door overproductie specifiek gen

Accentrische chromomen komen vrij bij vorming diccentrische chromosomen
=> microkernen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vogelstein model

A

Model over het ontstaan van darmtumor. Het gaat uit van een niet- of slechtfunctionerend APC-eiwit, waardoor er ongeremde celdeling is inclusief secundaire mutaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Micro-array technologie

A

Techniek waarmee expressie profiel van genoom wordt gemaakt. Wordt gebruikt als men niet weet welk gen ten grondslag aan een aandoening ligt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

APC-eiwit

A

Tumorsuppressorgen; remt de celdeling (beta-catecine, TCF4, cycline D)

Ziektebeeld: FAP
- inactieve mutatie, waardoor geen rem meer op celdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Structurele chromosoom afwijkingen

A

Gebalanceerd:
- translocatie
- inversies (180 graden flip van stuk DNA; para- en pericentrisch)
- inserties

Niet-gebalanceerd:
- deletie (terminaal of interstitieel)
- amplificatie
- niet-gebalanceerde translocatie (dicentrische chromosomen)
- gen mutatie (base)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dicentrische en accentrische chromosomen werking

A

Bij dubbelstrengs breuken kunnen chromosomen op andere manier worden geligeerd; bij mitose wordt chromosoom gekke manier uit elkaar getrokken. Hierdoor kan ontstaan:

chromosoom met 2 centromeren of zonder centromeer, circulaire chromosomen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Numerieke chromosoomafwijkingen

A

Monosomie: chromosoom te weinig
Trisomie: chromosoom te veel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verschil tussen AML en CML

A

Bij AML alleen onrijpe blasten in perifeer bloed; bij CML komen alle stadia van celrijping voor in het perifeer bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke chromosoomafwijking bij CML?

A

Translocatie (9;22)

Ontstaan BRC-ABL fusie gen, -mRNA en -eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat voor therapie bij CML?

A
  • Imitinab; remmer van het BRC-ABL gen
  • andere -nabjes
  • stamceltherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom kan CML overgaan in AML?

A

Er ontstaan secundaire mutaties in de genen naast de BRC-ABL mutatie

17
Q

Wat zijn cyclines, CDK’s en CKI’s?

A

Cyclines zijn eiwitten zonder enzymatische activiteit;

CDK’s binden hieraan voor activatie, soms nog extra (de-)fosforylering nodig

CKI’s zijn remmers van CDK. Initiatie gebeurd door DNA-schade en/of groeifactoren. Vooral actief in G1.

18
Q

Welke volgorde heeft de celcyclus?

A

G1: groeifase
S: duplicatie DNA
G2: voorbereiding
M: celdeling

19
Q

Welke checkpoints heeft de celcyclus en welke eiwitten spelen een rol?

A

Restrictiepunt G1-fase - cycline D-cdk4-complex:
- doorlopen celcyclus
- RB-E2F, waarbij ongebonden E2F actief is en leidt +cycline E en -D/CDK4

G1-S-fase - cycline E-cdk2-complex
- DNA-schade controle
- p53 eiwit (mutatie => replicatie DNA-schade; RDS fenotype)

Intra S-fase - cycline A-cdk2-complex:
- DNA-schade
- ATM (mutatie => replicatie DNA-schade; RDS fenotype + AT)

G2-M-fase:
- DNA-schade en replicatie controle

Tijdens anafase: cycline B-cdk1-complex
- controle rangschikking chromosomen
- BUB1 en MAD1 in spanninggevoelig-eiwitcomplex; bij schade verhoogde spanning (mutatie => aneuploidie)

20
Q

Relatie tussen DNA schade en kanker?

A
  • Fasen celcyclus
  • Genen celcyclus
  • Checkpoints calculus
21
Q

Wat is ataxie telangiecia (AT)?

A
22
Q

Wat is Nijmegen Breuk Syndroom (NBS)?

A
23
Q

Wat is RAD50 en waarom is die belangrijk?

A

Bij dubbelstrengs breuken houdt RAD50 de verschillende uiteinden van de streng bij elkaar zodat de breuk kan worden gerepareerd.

24
Q

Wat is een RDS fenotype?

A

Radioresistent DNA Schade fenotype;

Door straling ontstaat er schade in DNA; in gezonde cellen wordt de celcyclus gestopt en de schade hersteld. Bij RDS is er een mutatie in RAD50, NBS1 of ATM, waardoor de celcyclus door blijft gaan en de DNA-schade dus wordt gedupliceerd. Dit leidt tot expressie in het fenotype.

25
Q

Werking imatinib

A

Remmer van BRC-ABL; hierdoor toepassen bij AML op basis van BRC-ABL.

N.B. Langdurig gebruik leidt tot resistentie

26
Q

Welke vormen cytogenetische afwijkingen?

A
  • Klassieke cytogenetica (karyotypering)
  • Moleculaire cytogenetica (FISH, SNP array)
  • Moleculaire diagnostiek (op DNA niveau, bv PCR)
27
Q

Wat is LOH?

A

Loss Of Heterogenosity; verlies van heterogeniteit

Stel allel A en allel B in normaal DNA, dus AB. Bij een mutatie veranderd A in B of vice versa, waardoor AA of BB ontstaat.

28
Q

Circadiane klok

A

Interne biologische klok van een organisme;
Afhankelijk van licht

29
Q

Werking klokgenen en klokeiwitten

A
30
Q

Nut circadiane klok

A
31
Q
A