Week 1 Flashcards
Prognostische factoren
Factoren die de verloop van de ziekte positief of negatief beïnvloeden
Bv aanwezigheid van co-morbiditeiten
Predicatieve factoren
Factoren die de effectiviteit van de behandeling van een ziekte beïnvloeden
Bv biomarkers
Kanker
Een ziekte gekenmerkt door abnormale celgroei buiten de gewoonlijke anatomische grenzen en heeft de mogelijkheid om omliggende structuren aan te tasten (metastasen)
Hallmarks of Cancer (10)
- ontwijken tumorrepressorgenen
- Omzeilen immuunsysteem
- Oneindige replicatie
- Inflammatie (stimuleert tumorgroei)
- Invasie en metastasen
- Angiogenese
- genoominstabiliteit
- Geen mogelijkheid tot apoptose
- verstoord metabolisme (lactaat)
- Continue activatie oncogenen (bv GF)
Neoplasie
Nieuwvorming van cellen; kunnen zowel benigne als maligne gezwellen zijn.
Longcarcinoom
Bronchuscarcinoom ontstaat uit bronchiale epitheel
* roken belangrijke factor
4 soorten carcinomen: plaveiselcel-, adeno-, grootcellig en kleincellig carcinoom
- roken belangrijke factor plaveiselcel- en kleincellig carcinoom
Plaveiselcel- en kleincellige carcinomen:
- Asbest is de meest voorkomende oorzaak! Manifesteert in pleuren/vliezen.
Klinisch: alleen kleincellig en niet-kleincellig carcinoom
- verschil in aanpak en prognose
Symptomen: een verandering hoestpatroon, bloed ophoesten, slijmproductie, pijn, infectie, horlogeglasnagels, hypercalciemie (botmanifestatie; afbraak)
Mamma carcinoom
Met het ouder worden neemt de hoeveelheid klierweefsel af en neemt de hoeveelheid vetweefsel toe. 2 vormen:
- Ductaal mammacarcinoom (verdringing Lobi en acini door compact bindweefsel)
- Fibroadenoom (toename bindweefsel, benigne)
Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen.
Opbouw borstklier
- De borstklier is opgebouwd uit een vertakkend buis (“duct”) systeem.
- De melkproducerende cellen zijn gerangschikt in acini.
- Een lobulus bestaat uit meerdere acini.
- Een lobulus met een afvoerende duct vormt een ductulo-lobulaire unit.
De afvoerende buizen convergeren tot er uiteindelijk 15-25 buizen overblijven => ducti lactiferi.
De lobben van de klier worden van elkaar gescheiden door bindweefsel en vet.
Genetische pleiotrofie
Het verschijnsel dat een gen meerdere fenotypische kenmerken tot uiting brengt.
Paraneoplastische verschijnselen
Paraneoplastische syndromen zijn verschijnselen die veroorzaakt worden door ‘bioactieve’ stoffen die door een longtumor worden geproduceerd en die elders in het lichaam een effect sorteren.
Hyperchromosie
Excessieve pigmentatie van celkernen/ cellen/ weefsels.
Hyperchromosie
Excessieve pigmentatie van celkernen/ cellen/ weefsels.
Anaplasie
Groei met lage mate van differentiatie.
Differentiatie
Mate waarin de tumor de bouw van het oorspronkelijk weefsel behoudt.
Aneuploïdie
Aanwezigheid van abnormale aantal chromosomen in een cel