Week 4 Flashcards
Typen membraanreceptoren
Ionkanalen
G-eiwitten
Enzym linked receptor
Werking GF op receptor/structuur enzymreceptor
Door GF komen twee receptoren bij elkaar (= dimerisatie)
welke mutatie bij 30% AML?
juxtamembrane mutatie (in tandem duplicatie (ITD));
spontane activering FTL3 receptoreiwit - spontane celdeling AML cellen
Rol fosfatasen + werking
Wat is het SH2 domein en op welke manier geeft dit specificiteit?
Vormen epigenetische mechanismen?
DNA methylering
Histon modificatie; acetylering
Hoe werkt histon modificatie?
Door acetylering
- geacetyleerd chromatine is open en actief
- niet-geacetyleerd chromatine is gesloten en inactief
Hoe werkt DNA methylering?
Op cytosine; mits deze wordt opgevolgd door een guanine
methylgroep geplaatst op C5 atoom van cytosine
Rol van hypermethylatie in kanker?
Methylering leidt meestal tot inactiveren van genen
- tumorrepressorgenen worden gemethyleerd en dus inactief (= geen rem)
- oncogenen worden gemethyleerd en worden dus actief (= veel gas)
Vormen DNA methylering?
De novo methylering
Maintenance methylering
5-azacytidine
medicijn; cytosine homoloog dat niet gemethyleerd kan worden
- uitwissen van epigenetische informatie; minder DNA methylatie
typen p53 mutaties
missende mutatie (75%) => vooral DNA bindend domein
verkorte eiwitten (nonsense, frameshift)
grote deleties; verlies beide allelen
Gevolgen missende mutatie p53
- bindt niet meer aan DNA => geen expressie p53 target genen
- MDM2 bindt niet aan mutant p53 => geen afbraak
Manieren inactivatie p53
- verlies beide allelen
- missense mutatie
- MDM2 amplificatie
Folliculair B-lyfoom
t(18;
BCL-2 gen komt onder controle van andere enhancer;
dit is Ig-enhancer en deze is erg actief. Hierdoor ook overexpressie van BCL-2