Week 5 ZO.1 Flashcards

1
Q

Noem twee geneesmiddelen die gevaarlijk tijdens de zwangerschap zijn gebleken.

A
  • Softenon (thalidomide)

- DES (di-ethylstilbestrol)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel procent van de zwangere vrouwen gebruikt (zelf)medicatie?

A
  • Meer dan 70% gebruikt ten minste één geneesmiddel

- 35% zelfmedicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is teratogenese?

A

Inductie van ernstige lichamelijke misvormingen tijdens de foetale ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tijdens welke periode in de zwangerschap is het teratogene risico het grootst?

A

Tijdens de organogenese: in het eerste trimester na de blastocystvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kunnen teratogene effecten inwerken op de foetus?

A
  • Direct op de foetus: mutageen

- Indirect via de moeder: beïnvloeding van fysiologische en biochemische processen zoals doorbloeding van de placenta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kunnen de negatieve effecten van DES doorwerken in de derde generatie?

A

Effecten op de eicellen van DES-dochters: deze worden al in het eerste trimester ontwikkeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het percentage spontane ontwikkelingsstoornissen bij pasgeborenen?

A

2-3%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is teratogeniteit uit te sluiten?

A

Nee, je kan teratogeniteit nooit voor 100% uitsluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoeveel geneesmiddelen zijn er op de markt die bewezen niet-teratogeen zijn?

A

Er zijn slechts enkele tientallen geneesmiddelen bewezen niet-teratogeen. Van 91% van de geregistreerde geneesmiddelen is het teratogene effect onbekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is noodzakelijk voor een geneesmiddel om directe schade bij de foetus te kunnen veroorzaken?

A

Het geneesmiddel dient de placenta te kunnen passeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar hangt de placentapassage van een geneesmiddel vanaf?

A
  • Lipofiliteit
  • Ionisatiegraad
  • Molecuulgewicht (<600 passeert de placenta)
  • Eiwitbinding
  • Membraandikte van placenta (neemt af tijdens de zwangerschap)
  • Metabolisme van geneesmiddelen in de placenta
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beschikt de foetus zelf over verdedigingsmechanismen om schadelijke stoffen af te breken/uit te scheiden?

A

Nauwelijks.

  • (Lever)enzymsystemen zijn nog niet optimaal of afwezig
  • Nieren en hersenen zijn onderontwikkeld
  • Bloed-hersenbarrière is veel permeabeler
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke veranderingen in de kinetiek van geneesmiddelen zijn er bij zwangere vrouwen ten opzichte van niet-zwangere vrouwen?

A
  • Groter verdelingsvolume

- Vaak grotere klaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de risico’s van roken, drugs- en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap en in welke stadia treden deze op?

A

Dit treedt op in alle stadia van de zwangerschap.

  • Lager geboortegewicht
  • Grotere kans op abortus
  • Grotere kans op lichamelijke afwijkingen
  • Grotere kans op sterfte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar kan alcoholgebruik tijdens de zwangerschap toe leiden?

A

Foetaal alcohol syndroom (FAS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de kenmerken van het foetaal alcohol syndroom?

A
  • Groeivertraging
  • Specifieke gelaatsmisvormingen
  • Neurologische en psychomotore afwijkingen
  • Afwijkingen aan hart en ledematen
17
Q

Wat zijn de gevolgen van alcoholgebruik tijdens het begin en tijdens het einde van de zwangerschap?

A

Lichamelijke afwijkingen komt vaak door alcoholgebruik aan het begin van de zwangerschap. Alcoholgebruik aan het eind van de zwangerschap (wanneer de neuronale netwerken zich in de hersenen vormen) veroorzaakt vooral hersenschade

18
Q

Welke schadelijke effecten heeft cocaïne op de foetus en hoe ontstaan deze?

A

Cocaïne is een re-uptake blokker die wordt afgebroken door cholinesterase. De concentraties van dit enzym zijn verlaagd bij de foetus. Cocaïne verhoogt de concentraties van noradrenaline en dopamine (omdat hun ‘re-uptake’ in de zenuwuiteinden geblokkeerd is). Hoge concentraties noradrenaline in de foetus verminderen, via stimulatie α1 receptoren, doorbloeding van de uterus, zodat foetale hypoxie kan optreden (en verminderde ontwikkeling van de ledematen).
Cocaïne kan ook in de foetus terechtkomen, waar het minder snel wordt afgebroken en dus ernstige effecten kan hebben: tachycardie, hypertensie, hypoxie.

19
Q

Wat is het neonatal abstinence syndrome (NAS)?

A

Baby’s van verslaafde moeders zijn hierbij zelf ook verslaafd. Kenmerken van NAS zijn:

  • Hyperactiviteit
  • Slaapproblemen
  • Autonome disfunctie
  • Diarree
20
Q

Wat is de behandeling bij neonatal abstinence syndrome (NAS)?

A

Tijdelijke behandeling met opiaten voor de baby, en daarnaast eventueel sederende middelen (fenobarbital, diazepam)

21
Q

Hoe kunnen geneesmiddelen na de bevalling nog de pasgeborene bereiken?

A

Via de borstvoeding

22
Q

Noem een geneesmiddel dat de melkproductie beïnvloedt.

A

Dopamine agonisten: onderdrukking van de postpartale lactatie. De melkproductie staat onder invloed van prolactine, waarvan de release gestimuleerd wordt door oestrogenen en geremd door dopamine.

23
Q

Is de pH van moedermelk hoger of lager dan de pH van bloedplasma?

A

Iets lager: 7.0 versus 7.4

24
Q

Wat is het gevolg van de pH van moedermelk voor de concentratie van basische stoffen zoals erythromycine en bètablokkers in de moedermelk?

A

Deze bereiken iets hogere concentraties in de moedermelk dan in bloed

25
Q

Hoe kunnen geneesmiddelen de moedermelk bereiken?

A

Door actieve of passieve diffusie door het melkklierepitheel

26
Q

Van welke factoren hangt passieve diffusie af?

A
  • Ionisatiegraad
  • Eiwitbinding
  • Molecuulgrootte (<200)
27
Q

Tot welke moedermelk/plasma concentratie ratio’s leiden passieve diffusie en actieve diffusie?

A

Passieve diffusie: moedermelk/plasma concentratie ratio <1.0

Actieve diffusie: moedermelk/plasma concentratie ratio > 1.0

28
Q

Welke pijnstiller is veilig tijdens de zwangerschap? En welke risico’s geven de andere pijnstillers?

A

Paracetamol is veilig tijdens de hele zwangerschap.
Aspirine en NSAID’s geven een verhoogd risico op:
- Bloedingen
- Remming weeënactiviteit
- Doofheid bij de pasgeborene