Week 3 ZO.1 Flashcards
Welke 3 dimensies van seksualiteit kun je onderscheiden?
- Seksueel gedrag (met wie heb je seks/een relatie)
- Aantrekkingskracht (op wie val je)
- Identiteit (hoe noem je jezelf)
Welke manieren zijn er mogelijk om iemand transgender te ‘noemen’?
- Zich meisje/vrouw voelen maar lichaam hebben van jongen/man
- Zich jongen/man voelen maar lichaam hebben van meisje/vrouw
- Zich zowel mannelijk als vrouwelijk voelen
- Zich tussen mannelijk en vrouwelijk in voelen
- Zich niet mannelijk en niet vrouwelijk voelen
- Hokjes/ideeën over man/vrouw zijn te beperkt vinden voor eigen genderidentiteit en zich daar niet in thuis voelen
Op welke leeftijd ontdekken jongeren gemiddeld dat ze gay zijn?
Meisjes: 13,5 jaar
Jongens: 12,6 jaar
Hoeveel procent van de LHBT-jongeren denkt wel eens aan zelfmoord en hoeveel vaker doen zij een zelfmoordpoging vergeleken met andere jongeren?
50% LHBT-jongeren denkt wel eens aan zelfmoord tegenover 11% van de niet-LHBT jongeren.
LHBT-jongeren doen 4,5 keer vaker een zelfmoordpoging
Hoeveel procent van de transgender personen denkt wel eens aan zelfmoord en doet een zelfmoordpoging?
69% heeft suicidegedachten
34% doet een zelfmoordpoging
Welk suïcidegedrag is een sterke voorspeller van suïcidepogingen?
Suïcidegedachten: de dwangmatige herhaling van suïcidale gedachten komt als nieuwe kwelling bovenop de problemen waar het in eerste instantie om ging.
Wat kun je doen als je denkt/weet dat iemand suïcidegedachten heeft?
- Er concreet naar vragen
- Erkenning geven voor wanhoopsgevoelens
- Vragen wat jij zou kunnen doen
- Vragen of diegene al hulp heeft gezocht
- Adviseren hulp te zoeken
- 113 (website) noemen
Wat is de belangrijkste factor die de gezondheid van LHBT-jongeren kan aantasten?
Minderheidsstress
Wat is minderheidsstress?
Stress die voortkomt uit het ‘anders’ zijn. Stress die mensen ervaren doordat zij als onderdeel van een bepaalde groep vaker te maken krijgen met negatieve gebeurtenissen en met de botsing tussen persoonlijke behoeften en de maatschappelijke en sociale structuren en normen. Bijvoorbeeld bij etnische minderheden of LHBT-jongeren.
Wat is het verschil tussen minderheidsstress bij etnische minderheden en bij LHBT-jongeren?
Voor LHBT-jongeren is het eigen gezin vaak de eerste plek waar ze geconfronteerd worden met het ‘anders’ zijn/.
Etnische groeperingen worden thuis vaak gesteund in hun minderheidspositie en hebben voldoende identificatiemogelijkheden om zich heen.
Noem voor LHBT-jongeren met een religieuze achtergrond een goed en een slecht advies.
Slecht advies: vertel het aan zoveel mogelijk mensen/ouders/familie.
Goed advies: ga op zoek naar lotgenoten via www.iedereenisanders.nl
Wat moet je als hulpverlener sowieso doen als je weet dat iemand moeilijkheden heeft met betrekking tot seksuele identiteit?
- Laten weten dat het normaal is dat niet iedereen 100% heteroseksueel is
- Laten weten dat homoseksualiteit/lesbisch/biseksualiteit vaak voorkomt en een normale variatie is
- Laten weten dat het normaal is dat niet iedereen zich vanzelfsprekend man/vrouw voelt
- Laten weten dat we steeds meer weten over transgender gevoelens
Wat is onder LHBT-jongeren een belangrijke beschermende factor tegen angst en depressie en wat vergroot hun veerkracht?
Rolmodellen en een sociaal steunsysteem. Vooral contacten met anderen die net als jij ‘anders’ zijn blijken heel belangrijk om een meer positief beeld van jezelf te krijgen en het zelfvertrouwen te vergroten
Op welke jongeren moet je extra alert zijn?
- Religieuze jongeren
- Jongeren met niet-Nederlandse achtergrond
- Transgender jongeren
- Biseksuele jongeren