Week 3 HC.3

Question 1

Wat is de prevalentie van seksuele problemen bij mannen en wat komt het meest voor?

Answer 1

11% van de mannen heeft minimaal 1 disfunctie

• 6% erectiestoornis
• 3% voortijdige zaadlozing

Question 2

Wat is de prevalentie van seksuele problemen bij vrouwen en wat komt het meest voor?

Answer 2

15% van de vrouwen heeft minimaal 1 disfunctie.

• 6% lubricatieproblemen
• 6% seksueel verlangen
• 5% dyspareunie
• 4% orgasmeproblemen

Question 3

Welke vier modellen zijn belangrijk in de seksuologie?

Answer 3

• Biopsychosociaal model
• Psychosomatische cirkel van Bancroft
• Seksuele responscyclus
• Incentive motivation model

Question 4

Wat houdt het biopsychosociaal model in?

Answer 4

Seks wordt beïnvloed door biologische (leeftijd, gezondheid, medicatie), psychologische (psychisch, persoonlijkheid, verwachtingen, normen, waarden) en sociale (cultuur, religie, relatie, opvoeding) factoren.

Question 5

Wat houdt de psychosomatische cirkel van Bancroft in?

Answer 5

Seks is een cyclus en begint met (tactiele) stimuli. Die verlopen via ruggenmerg naar limbisch systeem. Dit kan leiden tot perifere opwinding en genitale responsen. Deze responsen worden bewust waargenomen en koppelen terug op cognitie. Cognities worden gekoppeld aan emoties uit limbisch systeem. Als cyclus helemaal verloopt: orgasme.

Question 6

Wat houdt de seksuele responscyclus in?

Answer 6

Stijgende curve: eerst verlangen/opwinding, als die boven de orgasme-drempel komt krijg je een orgasme en dan treedt er herstel op.

Question 7

Wat houdt het incentive motivation model in?

Answer 7

Opwinding en zin beïnvloeden elkaar sterk. Er is een seksuele stimulus nodig om opwinding te veroorzaken waarna zin ontstaat en eventueel seksuele actie kan worden verricht. Er is een beloning aan het hebben van seks.