week 5 HC.1 allergieën - parasitaire worminfectie Flashcards

1
Q

noem 3 voorbeelden van een rondworm (nematoda)

A

enterobius vermicularis, ascaris lumbricoides, strongyloides stercoralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

noem een voorbeeld van een platworm (platyheminthes)

A

schistosomiasis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waardoor ontstaat eosinofilie bij worminfecties?

A

worminfecties stimuleren eosinofiele granulocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe werkt het immuunrespons bij een worminfectie? (Th, cytokines, antilichaam)

A

Th2 -> IL-4, IL-5, IL-13 -> IgE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de hygiëne hypothese?

A

bij een worminfectie is er een chronische onderdrukking van Th2 door Treg. Daardoor zal er minder snel een allergische reactie ontstaan. Dus de afwezigheid van worminfecties zorgen voor een verhoogde gevoeligheid van allergische ziekten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

van welke factoren is het ontstaan van worminfecties afhankelijk? (wat met allergieën te maken heeft)

A

van goede hygiëne en aanwezigheid riolering komen worminfecties minder snel voor maar allergieën juist eerder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het verschil tussen een directe ontwikkelingscyclus en een indirecte ontwikkelingscyclus?

A

bij een directe ontwikkelingscyclus is er maar één gastheer en bij een indirecte ontwikkelingscyclus zijn er twee of meer gastheren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe noem je parasitaire wormen ook wel?

A

helminthen, onder te verdelen in:
- rondwormen = nematodes
- platwormen = platyhelminthes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

functie IL-4

A

activeert B-cellen om IgG1, IgG4 en IgE
IgE bindt aan mestcellen en degranuleert waarbij mediatoren (histamine) vrijkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

functie IL-4 en Il-13

A

verhoogde secretie van mucus in de darm zodat de barrière toeneemt én activatie van alternatieve macrofagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

functie IL-5

A

activeert eosinofiele granulocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de functie van alternatieve macrofagen?

A

belangrijk voor weefselherstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly