week 2 HC.4 patiënt met sarcoïdose Flashcards

1
Q

wat is vitiligo?

A

auto-immuunziekte waarbij melanine-vormende cellen worden aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een granuloom?

A

meerkernige reuscellen met daaromheen een band van T-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

door welke cellen worden ACE aangemaakt?

A

macrofagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de oorzaak van sarcoïdose?

A

niet bekend, maar reactie op slecht-verteerbare antigenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het blau-syndroom?

A

granulomateuze inflammatie van de huid, ogen en gewrichten. er is sterke associatie met genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welk orgaan kan niet worden aangetast door sarcoïdose?

A

de bijnieren: deze maken cortisol en dat lost granulomen op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is erythema nodosum?

A

pijnlijke vlekken/knobbels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is lupus pernio?

A

sarcoïdose op de neus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe wordt diagnose van sarcoïdose gesteld?

A

op basis van kliniek en uitsluiten andere ziektes, ook wordt een biopt gedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kveim test

A

een huidtest om sarcoïdose te detecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bij welke ziekten worden wel necrotiserende granulomen worden gezien?

A

tuberculose, schimmels, granulomatose met polyangiitis (GPA), tumoren en bepaalde auto-immuunziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly