week 5 HC's pt. 3 Flashcards

1
Q

Noem 5 functies van het hoofd

A
  • communicatie
  • opname voedsel en vocht
  • opname zuurstof
  • zintuigelijke waarneming
  • bescherming hersenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke 3 compartimenten bestaat de hals?

A
  • visceraal
  • vasculair
  • vertebraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat het viscerale compartiment van de hals?

A

oesophagus en trachea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke spiergroepen zijn ontwikkeld uit somieten?

A

oogspieren en tongspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar worden de infrahyoidale spieren door geinnerveerd?

A
  • cervicale plexus
  • brachiale plexus
  • cervicale zenuwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar worden de pre-vertebrale en laterale spieren door geinnerveerd?

A
  • plexus brachialis en cervicalis (ventrale rami)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar worden de post-vertebrale nek spieren door geïnnerveerd?

A

cervicale zenuwen van dorsale rami

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom vallen n. I en II niet onder hersenzenuwen?
geef 2 argumenten

A
  • ze verlaten nooit het czs
  • ze lopen van de cortex naar de thalamus ipv. andersom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

noem de 3 groepen zenuwen in hoofd-hals gebied

A
  • hersenzenuwen
  • cervicale zenuwen
  • autonome zenuwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat de plexus cervicalis? (2)

A
  • ventrale rami
  • verweven spinale zenuwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe worden cervicale autonome zenuwen genoemd?

A

truncus sympathicus (grensstreng)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat valt onder thoracale autonome zenuwen?

A

parasympatische componenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 4 hersenzenuwen hebben parasympatische componenten?

A
  • III oculomotorius
  • VII facialis
  • IX glossopharyngeus
  • X vagus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

benoem de 3 speekselklieren

A
  • parotis
  • submandibularis
  • sublingualis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke 2 vertakkingen heeft de a. carotis externa?

A
  • a. facialis
  • a. maxillaris
    ( a. temporalis superfacialis)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar bevinden de epifyse en hypofyse zich?

A

in het derde ventrikel, craniaal dorsaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is kenmerkend aan de cervicale wervels? (3)

A
  • klein corpus
  • gevorkt proc. spinosus
  • foramen transversarium
18
Q

Welke wervels hebben de proc. costae?

A

thoracale wervels

19
Q

Hoe zijn de facetgewrichten van een cervicale wervel georienteerd en welke beweging is hiermee mogelijk?

A
  • schuin omhoog
  • rotatie
20
Q

Hoe zijn de facetgewrichten van een thoracale wervel georienteerd en welke beweging is hiermee mogelijk?

A
  • frontaal
  • lateraalflexie
21
Q

Hoe zijn de facetgewrichten van een lumbale wervel georienteerd en welke beweging is hiermee mogelijk?

A
  • midsagittaal
  • flexie en extensie
22
Q

Wat is het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke spieren?

A

intrinsieke spieren zorgen voor beweging op dezelfde plek als dat ze zich bevinden, extrinsieke spieren zorgen voor beweging op een andere plek.

23
Q

Noem een intrinsieke spier in de rug

A
  • m. erector spinae
24
Q

Noem 4 extrinsieke spieren in de rug

A
  • m. latissimus dorsi
  • m. levator scapulae
  • m. rhomboideus
  • m. trapezius
25
Wat zijn 2 belangrijke functies van de thorax?
- bescherming - ademhaling
26
Waaruit bestaat de bovenste thoraxapertuur?
- omgeven door bovenste rib, Th1 en manubrium (sternum) - bevat slokdarm, luchtpijp, top van longen, arteria
27
Waaruit bestaat de onderste thoraxapertuur?
- diafragma met opening voor slokdarm en bloedvaten
28
Hoe beweegt het diafragma en de ribben bij inademing?
de ribben bewegen omhoog en het diafragma plat af (omlaag)
29
Noem de 3 intrinsieke spieren van de thorax
- mm. intercostales...interni, externi, intimi
30
Wat zijn de functies van de buikspieren?
- bescherming tegen mechanische geweld van buiten - beweging van de wervelkolom
31
Wat is de functie van fasciebladen?
het vastzetten van de buikspieren aan de ribben
32
Uit welke 3 elementen bestaat het spronggewricht?
- calcaneus - navicularis - talus
33
Aan welke zijde liggen respectievelijk de epaxiale en hypaxiale spieren?
epaxiaal: dorsaal hypaxiaal: ventraal
34
Wat is somatotopie?
de relatieve positie in de zenuwstelselstructuren die overeenkomen met verschillende delen van het lichaam
35
Welke 3 plexi vormen de spinale zenuwen en wat innerveren ze?
- brachialis (arm) - cervicalis (hals) - lumbosacraal (been)
36
Wat innerveert de n. musculocutaneus? (3) maak hierbij onderscheid tussen sensibel en motorisch
sens: duimzijde onderarm mot: biceps brachii en coracobrachialis
37
Wat innerveert de n. medianus? maak hierbij onderscheid tussen sensibel en motorisch
sens: alle vingers behalve pink mot: flexoren hand en vingers
38
Wat innerveert de n. radialis? maak hierbij onderscheid tussen sensibel en motorisch
sens: bovenzijde duim, rugzijde hand mot: extensoren hand, vingers, onderarm
39
Wat innerveert de n. ulnaris? maak hierbij onderscheid tussen sensibel en motorisch
sens: pink mot: intrinsieke spieren hand
40
Wat innerveert de n. axillaris?
m. deltoideus
41
Wat innerveert de n. ischiadicus?
hamstrings glutei flexoren en extensoren voet