week 1 ZO's Flashcards
1
Q
Wat is het verschil tussen het 5’- en 3’-uiteinde van een RNA streng?
A
3’: OH-groep direct gebonden
5’: OH-groep via methyl gebonden, bevat fosfaatgroep
2
Q
coderende streng: GCTGGATGCT
Wat is de basevolgorde van de matrijsstreng?
A
AGCATCCAGC (5’ naar 3’)
3
Q
coderende streng: GCTGGATGCT
Wat is de basevolgorde van het mRNA?
A
GCUGGAUGCU
4
Q
Met welk aminozuur begint elk nieuw gesynthetiseerd eiwit en wat is hiervan de tripletcode?
A
- methionine
- AUG