Week 4 Flashcards

1
Q

Wat is er met de FLT3 receptor aan de hand bij 30% van de AML patienten?

A

Door een repeat van aminozuren (ITD) in het intracellulair domen net achter het transmembraandomein gaan deze receptoren spontaan dimeren vormen en een signaal afgeven -> spontane celdeling van AML cellen. Er is dus geen binding van het ligand nodig.

Deze receptor heeft een intrinsiek kinase domein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke verstoring in receptor functie/tyrosine kinase activiteit past bij acute lymfoblasten leukemie (ALL)?

A

IL-7 receptor en JAK2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke verstoring in receptor functie/tyrosine kinase activiteit past bij myeloproliferatieve aandoeningen (PV, ET, PMF)

A

JAK2, TPO-R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke verstoring in receptor functie/tyrosine kinase activiteit past bij Chronische myeloide leukemie (CML)?

A

Abl tyrosine-kinase (bcr-abl)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke verstoring in receptor functie/tyrosine kinase activiteit past bij Chronische neutrofielen leukemie (CNL)?

A

G-CSF receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rol van JAK bij receptoren?

A

Als er een ligand bindt en er is dimerisatie van de receptor, dan fosforyleert de ene JAK de andere receptor en visa versa (gekruist). Door de fosforylering van tyrosine kunnen bepaalde andere eiwitten weer binden voor de signaalcascade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het SH2-domein?

A

Het SH2 domein past precies op gefosforyleerd tyrosine en 3 opvolgende aminozuren in de receptor. Deze ‘code’ is zeer specifiek!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet de paneth-cel?

A

Produceert het WNT signaal en antimicrobacteriele factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar is het WNT signaal goed voor?

A

Proliferatie van cellen in de darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van beta-catenine?

A

-WNT pathway transcriptie regulatie (cytoplasma, kern)
-Cel-cel adhesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er in de cel als er geen WNT factor is?

A

Er is geen WNT factor dus geen binding aan WNT receptor. Het APC complex zit aan beta-catenine vast en breekt het af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er in de stamcel als er wel WNT factor is?

A

Door binding van WNT factor aan de WNT receptor valt het APC complex uit elkaar en wordt beta-catenine niet afgebroken. Dit gaan nu binden aan TcF op het DNA en fungeert als transcriptiefactor voor proliferatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe deelt de stamcel als WNT eraan bindt?

A

De cel deelt van het WNT af. De cel waar WNT aan vastzit blijft stamcel en de andere kan zich prolifereren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is familiaire adenomateuse poliposis (FAP)?

A

-Een vorm van familiare darmkanker.
-Autosomaal dominant
-Ontwikkeling in colon en rectum
-Verhoogd risico andere tumoren
-Ontstaan op relatief jonge leeftijd (20-30 jaar)
-Veroorzaakt door mutaties in het APC gen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doet LGR5?

A

Belangrijk voor onderhouden stamcel karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe lang duurt het voordat je darmkanker hebt?

A

Je krijgt het niet zomaar door 1 mutatie, je hebt 3-5 ‘hits’ nodig in meerdere genen. Kan 17 jaar duren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de rol van aspirine in darmkanker?

A

Aspirine is een COX-2 remmer.
COX-2 heeft een rol in het ontwikkelen van darmkanker door het maken van prostaglandine E2 wat ervoor zorgt dat beta-catanine niet meer wordt afgebroken en er dus cel-proliferatie is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is Myelodysplastisch syndroom (MDS)?

A

-Klonale ziekte van de hemopoietische stamcel
-Cytopenie in 1 of meer cellijnen eventueel met dysplastische kenmerken, maximaal 20% blasten
-Beenmerg met dysplastische kenmerken in 1 of meer cellijnen, maximaal 20% blasten

-Indien %blasten 20% of meer = AML

19
Q

Wat is epigenetica?

A

De studie over hoe genen aan en uit worden gezet

20
Q

Wat is methylering van het DNA bij epigenetica?

A

Een methylgroep op een cytosine zetten op plaats 5 van de ring mbv DNMT (enzym) zodat transcriptie gereguleerd kan worden.

21
Q

Wanneer kan een cytosine gemethyleerd worden?

A

Dit kan alleen als de cytosine gevolgd wordt door een guanine. Deze volgorde zie je niet heel vaak, behalve in promotor regios (CG eiland)

22
Q

Welke 2 vormen van methylering zijn er?

A
  1. Novo methylering (voor het eerst)
  2. Maintenance methylering (Een enzym herkent dat er tegenover een gemethyleerde C moet worden ingebouwd na replicatie)
23
Q

Wat doet 5-Azacytidine?

A

Een vorm van cytidine (waar cytosine in zit) waar ipv de C op plek 5 een N zit. Dit kan dus niet gemethyleerd worden. Helpt heel goed bij MDS

24
Q

Wat is het verschil tussen necrose en apoptose?

A

Apoptose is geprogrammeerde celdood en is een ‘schone’ dood. Cel valt uit elkaar maar om elke organel zit een membraan (apoptotic bodies). en die worden opgegeten door macrofagen. Het DNA wordt afgebroken.

Necrose leidt tot weefselschade en ontstekingsreacties. Celmembraan valt uit elkaar en cel zwelt op. DNA wordt afgebroken.

25
Q

Wat is Bcl2 en BAX in apoptose?

A

-Bcl2 remt apoptose
-BAX induceert apoptose
-De verhouding in concentraties bepaald of een cel dood gaat ) meer BAX dan Bcl = apoptose en visa versa
-Mitochondriele membraan
-Door het vormen van porien in de mitochondriele buitenmembraan wordt cytochroom C vrijgemaakt hetgeen leidt tot de initiatie van de caspase cascade

26
Q

Wat is het mechanisme van apoptose?

A

Signaal;
-Intrinsiek (bv stress v/d cel/DNA schade
-Extrinxiek (TNF, FASL)

Controle en integratie:
-Via mitochondriele permeabiliteit (Bcl-2 familie)
-DNAse activering (DNA afbraak)

Afvoer van dode cellen/celfragmenten door fagocytose

27
Q

Wat zijn senescente cellen?

A

-Cellen die onomkeerbaar in de G0 fase van de celcyclus zitten.
-Maken celcyclus remmende eiwitten (p53, p21, p16)
-Produceren SASP (Senescence-Associated Secretory Phenotype): eiwitten als cytokinen, groeifactoren, enzymen etc
-SASP factoren veroorzaken ontstekingen en daardoor komt het imuunsysteem in actie
-Veranderen van celmorfologie (cellen worden platter en groter)
-Beschermen tegen het ontstaan van kanker en weefselschade

28
Q

Wat is het nadeel van senescente cellen?

A

Als we ouder worden is het imuunsysteem minder sterk.
-Weefselveroudering
-Tumorprogressie

29
Q

Hoe werkt p53?

A

Is een transcriptiefactor, werkt als tetrameer (4 eiwitten).
Normaal gereguleerd door MDM2.
Bij cellulaire stress wordt TAD gefosforyleerd en kan MDM2 niet meer binden. Er is transcriptie -> apoptose of senescence.

30
Q

Wat is MDM2?

A

Een negatieve regulator van p53.
Bindt aan Transcriptie Activerend Domein (TAD) van P53, waardoor UB bindt aan C-terminus.
Het complex gaat van nucleus naar cytoplasma waar het p53 wordt afgebroken door proteasomen.

31
Q

Welke mutaties zien we bij TP53 mutaties in kanker?

A

-Grote deleties
-Verkorte eiwitten (nonsense, frameshift, splicing)
-Missense mutaties meestal in DNA bindend domein

32
Q

Hoe kan p53 geinactiveerd worden?

A
  1. Verlies van beide allelen
  2. Missense mutaties
  3. MDM2 amplificaties
33
Q

Hoe werkt de anti-tumor immuunrespons?

A
  1. Tumorcellen maken een tumor antigeen
  2. Antigeen-presenterende cellen (APC) presenteren dit aan T-cellen
  3. CD8+ cytotoxische T-cellen maken de tumorcel dood
34
Q

Wat is het probleem met de imuunrespons tegen kanker?

A
  1. Tumoromgeving is vaak immuun-supressief
    -Cytokines
    -Andere mediatoren
    -Immuun-regulerende (=supressieve) cellen
    -M2 macrofagen
    -Regulatoire T cellen
    -Myeloid-derived supressor cells (MDSC)
  2. Tumorcellen zijn weinig immunogeen
    -Lichaamseigen
35
Q

Wat is cancer immune editing?

A

Normale cellen worden blootgesteld aan allerlei oncogene factoren -> deel van cellen transformeren en geven signalen (antigenen) af voor immuunsysteem.

Als immuunsysteem daarop reageert worden de getransformeerde cellen vernietigd en krijg je de normale situatie.

Wat ook kan gebeuren is dat er een equilibrium ontstaat. De cellen blijven bestaan maar worden onderdrukt door immuunsysteem.

Als ze verder muteren kunnen de cellen ontsnappen doordat ze geen signalen meer afgeven voor imuunsysteem.

36
Q

Beschrijf de immunity cycle bij kanker

A
  1. Kankercellen geven kankercel antigenen af
  2. APC/dendritische cel nemen deze op en verwerken deze
  3. APC verplaatst naar lymfeklier, en is er interactie met T-cellen (HLA moleculen).
  4. CD8+ cytotoxische T-cellen migreren via bloedbaan naar tumor
  5. T-cellen infiltreren in de tumor
  6. T-cellen herkennen de tumor dmv antigenen (HLA moleculen)
  7. Dood van kankercel
37
Q

Wat zijn checkpoint inhibitors?

A

Combinatie van signalen van T cel en APC die ervoor zorgt dat de T-cel geremd wordt (CTLA4 en PD(L)1-2 belangrijk!).

Tumoren kunnen de checkpoint inhibitors activeren, waardoor de immuunrespons geremd wordt.

38
Q

Wat zijn biologicals tegen checkpoint inhibitors?

A

Deze binden aan de checkpoint inhibitors waardoor de T-cel niet meer geremd wordt

39
Q

Hoe worden immune checkpoint inhibitors (ICI) in de praktijk toegepast?

A

Worden IV gegeven. Hebben zeer lange T1/2, dus weinig frequent (3-6 wekelijks).

Soms ook CTLA-4 en PD-(L)1 blokkade combinatie
Kan een ontzettende toxische behandeling zijn!

Dosis-effect relatie is onbekend
Dosis-toxicitieit relatie ook onbekend

40
Q

Wat is tumoragnostische behandeling?

A

Ongeacht de soort tumor, je maakt gebruik van het mechanisme wat ten grondslag ligt aan de tumor

41
Q

Wat zijn bijwerkingen van ICI?

A

Je versterkt het immuunsysteem, betekend dat het immuunsysteem verkeerde afslag kan nemen en in heel je lichaam problemen kan veroorzaken.

42
Q

Wat zijn Patient-Derived-Tumor-Xenografts (PDTX)?

A

Preklinisch onderzoek: Immunologisch verzwakte muizen waarin tumorcellen van mensen zijn ingebracht. Vervolgend ga je ze proberen te behandelen en ga je het tumorgedrag beoordelen.

Werkt niet voor alle tumoren en je hebt natuurlijk niet immunologische repsons

43
Q

Wat is de Wet op dierproeven (WOD)?

A

Wet sinds 1977
-In nederland zijn dierproeven verboden

Tenzij:
-Het doel van de proef niet op andere manier bereikt kan worden
-Het belang van de proef opweegt tegen het ongerief dat de proefdier wordt berokkend.
-Er is vergunning nodig
-Goedkeuring vanuit de dierexperimentencommissie
-Intrinsieke waarde moet behouden worden -> dier moet dier blijven.

44
Q

Wat doet een dierexperimentcommissie?

A

Beoordeelt de opzet van experiment: zijn er alternatieven?

3Vs:
-vervanging
-vermindering
-verfijning