Week 4 Flashcards
Door welke processen wordt ATP aangemaakt?
- anaerobe en aerobe glycol(geno)lyse
- vetzuuroxidatie
Door welk proces wordt voornamelijk ATP gereynthethyseerd?
Door vetzuuroxidatie
Waar wordt ATP aangemaakt en waar wordt het verbruikt?
Aangemaakt in cytosol en mitochondriën
Verbruikt in cytosol
Hoeveel ATP wordt in rust en inspanning gemaakt door vetzuurverbranding en glucose/glycogeenverbranding?
60-70% vetzuurverbranding
30-40% glucose/glycogeenverbranding
Wat gebeurt er met ATP-synthese bij plotse toename in inspanning?
- daling ATP en stijging ADP
- CPK (creatinefosfokinase) reactie
- anaerobe glygo(geno)lyse
- daarna: versnelling glucose + vetzuuroxidatie
Waar bevindt zich de malaat-aspartaat shuttle?
Lever, hersenen en hart
Op welke twee manieren kunnen de elektronen van NADH vanuit het cytosol naar het mitochondrium worden getransporteerd?
- malaat-aspartaat shuttle
- glycerol-3-fosfaat shuttle
Hoe werkt het malaat-aspartaat shuttle?
oxaalacetaat -> malaat
(NADH+H = NAD)
malaat gaat door de mito membraan heen
nalaat -> oxaalacetaat (in de mitochondrium)
(NAD = NADH+H)
oxaalacetaat kan niet zelf terug over de mito membraan dus:
oxaalacetaat→ aspartaaat
aspartaat door mito membraan
buiten: apparaat → oxaalacetaat
Wat is het verschil tussen de enzymen cytosolaire glycerol 3-fosfatase dehydrogenase en mitochondriale glycerol 3-fosfatase dehydrogenase?
De cytosolaire gebruikt NADH als bron van elektronen
De mitochondriale gebruikt FAD als acceptor van elektronen
Waar wordt glycerol-3-fosfaat shuttle vooral gebruikt?
In de skeletspieren
Hoeveel ATP wordt er vrijgemaakt van NADH en FADH2 reoxidatie?
NADH: 2,5 ATP
FADH2: 1,5 ATP
Hoe wordt de potentiële energie van de protonengradient bepaald?
door de membraanpotentiaal
Wat is de snelheidsbepalende factor van de mitochondriale ademhaling?
De hoeveelheid beschikbaar ADP in de mitochondriale matrix
Waarvan is de hoeveelheid beschikbaar ADP in de mitochondriale matrix afhankelijk?
ATP verbruik in cytosol
Waarvan is snelheid van mitochondriale ademhaling afhankelijk?
ATP verbruik en dus ADP vorming
Waar zorgt AMP voor?
versnelling glycolyse en glycogenolyse
Welke stoffen worden geactiveerd door AMP?
- PFK (fosfofructokinase)
- GP (glycogeen fosforylase)
Welk process wordt geactiveerd door AMP?
vetzuur oxidatie
Noem drie remmers van de vetzuur-oxidatie.
Trimetazidine
Ranolazine
Etoxomir
Noem twee remmers van de mitochondriale vetzuuropname.
Perhexiline
MDI
Hoeveel ATP per zuurstofmolecuul levert glycogenolyse?
5,5 ATP/O2
Hoeveel ATP per zuurstofmolecuul levert vetzuuroxidatie?
4,6 ATP/O2
Waarom worden vetzuuroxidatie remmers gegeven aan patiënten met angina pectoris?
Vetzuuroxidatie levert minder ATP/O2 dan glycogenolyse.
Daarom wordt vetzuuroxidatie geremd zodat er meet glycogenolyse plaats kan vinden en dus meer ATP/O2 wordt aangemaakt
Waarom worden vetzuuroxidatie remmers gegeven aan patiënten met angina pectoris?
Vetzuuroxidatie levert minder ATP/O2 dan glycogenolyse.
Daarom wordt vetzuuroxidatie geremd zodat er meet glycogenolyse plaats kan vinden en dus meer ATP/O2 wordt aangemaakt
Wat is de functie van malaat-aspartaat shuttle?
Transport van elektronen
Waarom is het zoveel gunstiger om glycogeen ipv glucose te gebruiken als energiebron bij beperkt zuurstofaanbod?
Minder verzuring bij zelfde ATP opbrengst
(en minder O2 verbruik bij zelfde ATP opbrengst)
Welke verandering versnelt de verzuring?
AMP stijging
Welke metaboliet versnelt zuurstofverbruik in de cel?
mitochondriaal ADP
Wat is het gevolg van adenosine vorming?
Vasodilatatie
Dus:
- verbeterde aanvoer O2
- afvoer zuur
Welke 3 processen komen op gang bij onomkeerbare schade in een cel?
Verlies van:
- mitochondriale functie
- membraan structuur
- DNA, chromatine structuur
Wat zijn de mogelijke oorzaken van celbeschadiging?
- langdurig zuurstof gebrek
- mechanisch
- ioniserende straling
- toxische stoffen
- infectie
- genetische defecten
Hoe wordt de ernst van cel schade bepaald?
Door de mate van stress waaraan de cel wordt blootgesteld
Welke soorten necrose zijn er? Leg kort uit.
Liquefactie necrose (vervloeiings necrose)
Coagulatie necrose (structuur blijft herkenbaar)
Gangreneuze necrose (ledematen)
Verkazende necrose (tuberculose)
Vet necrose (saponificatie)
Fibrinoide necrose (bloedvaten)
Wat houdt liquefactie necrose in?
- viskeuze massa
- hersenen, longen, soms in het hart na mdma
- bij infectie (bacterieel, schimmel)
- lokale hydrolyse, cyste vorming, gevuld met pus
Waar komt coagulatie necrose voor?
In hartspier post infarct
Wat is een nadeel van stents plaatsen om atherosclerose en restende te verhelpen?
Er kan fibrinoide necrose optreden
Wat gebeurt er bij de coagulatie necrose?
- vochtophoping, oedeem
- eiwit denaturatie
- verlies cellulaire morfologie
- wel behoud algemene weefselstructuur
- fagocytose van cel debris -> littekenweefsel
Wat gebeurt er bij de liquefactie necrose?
eiwit afbraak - autolyse
ontstekingscellen - heterolyse
fagocytose van cel debris -> littekenweefsel
Wat is de belangrijkste verschil tussen coagulatie en vervloeiende necrose?
coagulatie - eiwitdenaturatie
vervloeiend - eiwitafbraak
Welke markers zijn er om schade aan hartspier aan te tonen?
Myoglobine
Troponine T en I
CPK (creatine fosfokinase)
HFABP
Waar komt fysiologische apoptose voor in emrbyogenese?
- morfogenese
- ontwikkeling neuraal netwerk
- self-tolerance in immunologie
Waar komt fysiologische apoptose voor bij volwassenen?
- menstruatie
- afstoting darmcellen
- afsterven huidcellen