Tentamenvragen Week 1 Flashcards
Hoe kan je musculeuze arterie van een musculeuze vena onderscheiden? Geef voor elk genoemd kenmerk aan wat het verschil is tussen bede bloedvaten.
- diameter: diameter van een vene is groter dan de diameter van een arterie
- aantal spierlagen: arterie heeft meer spierlagen dan een vene
- elastisch apparaat: arterie heeft meer vezels dan een vene
- bindweefsel: fibroblasten alleen in adventitia, in een vene fibroblasten in media en adventitia; vene hebben ook meer collageen
In een bloedvat zit een vernauwing. Zowel voor als na de vernauwing is de
doorsnede van het vat 2 cm2. Ter hoogte van vernauwing is de doorsnede slechts
0,5 cm2. De stroomsnelheid van het bloed in het niet-vernauwde vaatsegment is
3 cm/s. Ga er vanuit dat bloed een niet-samendrukbare vloeistof is.
Wat is de stroomsnelheid van het bloed ter plaatse van de vernauwing?
12 cm/s
2x3=0,5xA2
A2=12
Welke intermediair filament eiwitten zijn er? Geef een kenmerk voor beide.
Desmine en Vimetine
Desmine: voor fibroblasten, leukocyten en endotheelcellen
Vimetine: voor spiercellen
Er zijn drie vaten die in het rechter atrium uitmonden. Twee daarvan zijn de v. cava
superior en de v. cava inferior.
Wat is de Latijnse naam van het derde vat?
Sinus coronarius
Er zijn continue, gefenestreerde en sinusoïdale capillairen.
In welke organen bevinden zich sinusoïdale capillairen?
Het beenmerg, Lever, Milt
Het ECG is een belangrijk hulpmiddel voor de diagnostiek bij hartfalen.
Drie beweringen over het QRS complex uit het ECG zijn:
1 Gedurende het QRS-complex repolariseren de beide ventrikels.
2 Gedurende het QRS-complex vullen de beide ventrikels zich met bloed.
3 Gedurende het QRS-complex depolariseren de ventrikels.
Welke bewering is of welke zijn juist?
Alleen 3
Welk deel van het myocard wordt bij normale geleiding het laatst geactiveerd?
het basale posterior gedeelte van de linker ventrikel
In welke fase van de actiepotentiaal van de SA knoopcel ontstaat de pacemaker activiteit?
Fase 4
Noem verschillende functies van endotheelcellen.
Non-trombogene activiteit
Pro-trombotische activiteit
Inactivatie hormonen en andere stoffen
Lipolyse van lipoproteinen
Expressie van bloedroep antigenen
Regulatie van bloeddruk/flow middels productie van vaso-actieve stoffen
Modulatie van ontsteking
Productie van groeifactoren
Wat zijn de kenmerken van nebuline?
- onderdeel van dunne filament
- het ene uiteinde is verbonden met de Z-lijn
- het bindt het dunne filament over een lengte van ongeveer 200 actine eenheden
- de positie ten opzichte van het dunne filament verandert niet tijdens contractie.
Hoe leidt verhoging van cAMP in de cellen van het hart tot een hogere slagfrequentie?
Hyperpolarisatie-geactiveerde Na kanalen worden gefosforyleerd
Na kanalen gaan open
Threshold van L-type Ca-kanalen wordt eerder bereikt
Wat gebeurt er tijdens T-top?
repolarisatie ventrikels
In welke volgorde activeert de linker ventrikel zich bij normale geleiding?
septum, apex, basale posterior gedeelte
Wat is de functie van de T-type Ca-kanalen in cellen van het hart?
Door membraandepolarisatie geactiveerd Ca2+-transport over de
plasmamembraan de pacemaker cel in.
Waardoor depolariseert de sarcolemma van de ventriculaire myocyt voorafgaand aan de actiepotentiaal?
door instroom van Ca-ionen via de gap junctions