Week 3.2 Flashcards
Waar in de wet wordt ‘besluit’ gereguleerd?
Subsidie: art. 1:3 Awb en verder
Noem en leg uit aan welke 5 elementen het begrip ‘besluit’
Elementen van het begrip ‘besluit’:
1) Schriftelijk: besluit moet schriftelijk (met letters, kan ook elektronisch) zijn vastgelegd (dus niet mondeling)
2) Beslissing: besluit moet een beslissing (een wilsverklaring met definitief karakter) zijn (dus geen mening of het enkel verstrekken van informatie)
3) Bestuursorgaan: besluit moet genomen zijn door een a-orgaan of b-orgaan (dus niet door een natuurlijk persoon als zodanig)
4) Publiekrechtelijk: de bevoegdheid tot het nemen van dat besluit moet zijn toegestaan op grond van een wettelijke grondslag
5) Rechtshandeling: de beslissing van het besluit moet gericht zijn op een rechtsgevolg
Let op: dus als er wordt gevraagd of iets een ‘besluit’ is in de zin van de Awb, dan toets je aan deze 5 kenmerken van een besluit
Noem en leg uit 2 redenen waarom de kwalificatie van een besluit relevant is
Relevantie van kwalificatie als besluit:
1) Sfeer 1; het toepasselijk recht: hoofdstukken 3 + 4 zijn alleen van toepassing op een besluit in de zin van een Awb (art. 1:3 lid 1 Awb)
2) Sfeer 2; het beschermende recht: hoofdstukken 7 + 8 dienen als toegangsticket om in bezwaar te gaan of je te beschermen tegen een besluit (art. 8:1 jo. art. 7:1 Awb)
Leg uit wat het ‘strategisch besluitbegrip’ inhoudt
Strategisch besluitbegrip: de bestuursrechter beschouwt een beslissing dat formeel geen besluit is, alsof het formeel wél een besluit is, zodat de bestuursrechter alsnog kan oordelen over de zaak (want normaal mag een bestuursrechter alleen oordelen over besluiten welke vastgelegd zijn in de Awb) (art. 8:1 jo. art. 1:3 lid 1 Awb)
Leg uit met welk vereiste het ‘strategisch besluitbegrip’ in strijd is. Geef hierbij ook een weerlegging
Het ‘strategisch besluitbegrip’ is in strijd met het legaliteitsvereiste, omdat bij het ‘strategisch besluitbegrip’ een wettelijke grondslag mist. Een weerlegging luidt echter: soms is het wenselijk in het kader van effectieve rechtsbescherming en de uitvoering handhaving daarvan
Noem 5 voorbeelden van strategische besluiten
Voorbeelden strategische besluiten:
1) Subsidies verlenen zonder wettelijke grondslag
2) Bestuurlijk rechtsoordeel
3) Waarschuwing
4) Melding
5) Gedoogbeslissing
Noem de onderverdeling van soorten besluiten
Onderverdeling soorten besluiten:
1) Besluiten = individuele besluiten + algemene besluiten
2) Algemene besluiten = algemeen verbindende voorschriften (AVV) + concretiserende besluiten + constituerende besluiten + plannen
3) Individuele besluiten = beschikkingen
Let op: plannen vallen niet altijd onder het begrip ‘besluit’
Leg uit wat een beschikking is
Beschikking: een besluit dat niet van algemene strekking is (art. 1:3 lid 2 Awb)
Noem en leg uit 3 kenmerken van een beschikking
Kenmerken van beschikking:
1) Beslissing van niet-algemene strekking (het is een beslissing in een individueel/concreet geval)
2) Altijd duidelijk aan welke aanwijsbare personen het besluit is gericht (maakt niet uit hoeveel personen)
3) Gesloten kring: een beschikking werkt alleen voor de personen die op het moment van het geven van de beschikking tot de groep behoorden tot wie de beschikking is gericht
Leg uit of een afwijzing van een aanvraag voor een beschikking ook als besluit wordt gezien. Indien ja, leg uit waarom
Een afwijzing van een aanvraag voor een beschikking wordt als besluit gezien, omdat de afwijzing van een aanvraag voor een beschikking een rechtsgevolg laat intreden: het bepaalt dat de gevraagde beschikking niet wordt verleend en dat de aanvrager daar geen recht op heeft (art. 1:3 lid 2 Awb)
