Week 3.1 Flashcards
Noem en leg uit het verschil tussen een feitelijke handeling, rechtshandeling en een rechtsfeit
1) Feitelijke handeling: handeling zonder beoogd rechtsgevolg
2) Rechtshandeling: handeling met beoogd rechtsgevolg
Let op: bij bovenstaande handelingen wordt ook gekeken of de handeling een oogmerk had tot een rechtsgevolg
3) Rechtsfeit: handeling waar het recht automatisch een gevolg aan verbindt (voorbeeld: geboorte)
Benoem en leg uit de onderverdeling van rechtshandelingen
Onderverdeling rechtshandelingen:
1) Privaatrechtelijke rechtshandelingen: het verrichten van rechtshandelingen door (rechts)personen (voorbeeld: sluiten van een overeenkomst)
2) Publiekrechtelijke rechtshandelingen: het verrichten van rechtshandelingen door (bestuur)organen welke exclusief zijn toegekend in een wettelijk voorschrift (hiermee kan een rechtspositie van iemand eenzijdig worden bepaald)
Wat zijn bestuursinstrumenten?
Bestuursinstrumenten maken het mogelijk om het overheidsbeleid van bestuursorganen van publiekrechtelijke rechtspersonen te realiseren. Let op: de bestuursinstrumenten zelf kunnen zich zowel in privaatrechtelijk gebied als publiekrechtelijk gebied bevinden
Noem 3 voorbeelden van bestuursinstrumenten in het publiekrechtelijke gebied
Bestuursinstrumenten publiekrechtelijk gebied:
1) Heffen van belasting
2) Verlenen van ontheffingen/vergunningen
3) Verstrekken van subsidies/uitkeringen
Noem 3 voorbeelden van een bestuursinstrument in het privaatrechtelijke gebied
Bestuursinstrumenten privaatrechtelijk gebied:
1) Aangaan van overeenkomsten met andere partijen
2) Inroepen van een actie uit onrechtmatige daad
3) Uitoefenen van eigendomsrechten
Publiekrechtelijke instrumenten kunnen worden ingedeeld van zeer ingrijpend naar minder ingrijpend. Geef deze ‘trap’ van zeer ingrijpend naar minder ingrijpend en geef bij iedere ‘trede’ een voorbeeld
Mate van ingrijpen bij publiekrechtelijke instrumenten:
1) Zeer ingrijpend: dwingende maatregelen: onteigening door bestuursorgaan / financiële verplichtingen (zoals belasting heffen)
2) Ingrijpend: eenzijdig dwingende maatregelen (verplichting; het opleggen van een algemeen/individueel gebod/verbod): gebiedsverbod
3) Minder ingrijpend: maatregelen: verstrekken van subsidies of uitkeringen
Leg het verschil uit tussen een vergunning en een ontheffing
1) Vergunning: toestemming die door een bevoegde autoriteit wordt verleend om iets te doen wat normaal gesproken niet toegestaan is (wetgever wilt dat een activiteit kan plaatsvinden, maar deze op maat wilt reguleren)
2) Ontheffing: uitzondering op een algemene regel of verbod. Het wordt verleend wanneer iemand onder bepaalde voorwaarden toch iets mag doen dat normaal gesproken niet is toegestaan volgens de wet of regelgeving
Waar in de wet wordt ‘subsidie’ gereguleerd?
Subsidie: art. 4:21 Awb en verder
Leg het verschil uit tussen een subsidie en een uitkering
1) Een bestuursorgaan verleend een subsidie als het orgaan een bepaald doel voor ogen heeft
2) Een bestuursorgaan verleend een uitkering als het orgaan geen bepaald doel voor ogen heeft
De overheid sluit overeenkomsten binnen het privaatrecht, zoals beleidsovereenkomsten en bevoegdhedenovereenkomsten. Leg het verschil uit
1) Beleidsovereenkomsten: een overeenkomst tussen de overheid en één of meer privaatrechtelijke partijen waarin afspraken worden gemaakt over de uitvoering van overheidsbeleid (wordt gebruikt om samenwerking met derden te realiseren)
2) Bevoegdhedenovereenkomsten: een overeenkomst tussen de overheid en een wederpartij over hoe de overheid haar publiekrechtelijke bevoegdheden moet inzetten/aanpassen (wordt gebruikt om beleid aan te passen of van het beleid af te wijken binnen de grenzen van de wet)
