Week 1.2 Flashcards

1
Q

Leg uit wat wordt bedoeld met verticaal gelede normenstelling

A

Verticaal gelede normenstelling: een onderwerp wordt op verschillende niveaus van regelgeving gereguleerd (voorbeeld: onderwerp wordt gereguleerd in een wet in formele zin en een algemene maatregel van bestuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit wat wordt bedoeld met horizontaal geleden normenstelling

A

Horizontaal gelede normenstelling: een onderwerp wordt in meerdere regelgeving van gelijke rang gereguleerd (voorbeeld: onderwerp wordt gereguleerd in twee verschillende wetten in formele zin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de normenhiërarchie van regelgeving

A

Normenhiërarchie: verdragen -> statuut -> grondwet -> wet in formele zin -> algemene maatregel van bestuur (groot koninklijk besluit) -> klein koninklijk besluit -> ministeriële regeling -> provinciale verordening -> gemeentelijke verordening -> beleidsregels -> beschikkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benoem en leg uit de uitgangspunten van het bestuursrecht

A

Uitgangspunten bestuursrecht:
1) Legaliteitsvereiste: bestuursbevoegdheden moeten berusten op een wettelijke grondslag (positief funderend), waarbij de uitoefening van deze bevoegdheden in overeenstemming moeten zijn met de wet (negatief begrenzend)

2) Specialiteitsbeginsel: bestuursbevoegdheden mogen slechts worden uitgeoefend ter behartiging van het specifieke doel waarvoor die bevoegdheden zijn vastgesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Benoem en leg uit de doelstellingen van de algemene wet bestuursrecht (Awb)

A

Doelstellingen algemene wet bestuursrecht (Awb):
1) Codificatie van bestuursrechtelijke normen welke uit jurisprudentie komen

2) Harmonisatie van bestuursrechtelijke wetgeving

3) Systematisering en vereenvoudiging van bestuursrechtelijke wetgeving

4) Waarborgen van bescherming van de burger en de rechtsstaat

5) Treffen van voorzieningen die een algemene regeling behoeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg uit wat de structuur van de algemene wet bestuursrecht inhoudt

A

Structuur algemene wet bestuursrecht: een gelaagde structuur waarbij het begint met algemene regels, die zich uitwerken naar bijzondere bepalingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Benoem en leg uit de conflictregels in het recht

A

Conflictregels in het recht:
1) Lex specialis: bijzondere wetten gaan vóór algemene wetten

2) Lex superior: hogere wetten gaan vóór lagere wetten

3) Lex posterior: jongere wetten gaan vóór oudere wetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat voor soort wet is de Algemene wet bestuursrecht (Awb)? Leg uit

A

De Algemene wet bestuursrecht is een aanbouwwet: deze wet is verschillende delen (tranches) in werking getreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg uit wat aanbouwwetgeving inhoudt

A

Aanbouwwetgeving = aanpassingswetgeving: wetgeving die bestaande bepalingen aanpast, zodat overeenstemming bestaat binnen de wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem en leg uit de categorieën Awb-bepalingen

A

Categorieën Awb-bepalingen:
1) Dwingend recht: bepalingen waar alleen van af kan worden geweken middels wet in formele zin (art. 6:7 Awb)

2) Regelend recht: bepalingen waar af kan worden geweken middels wet in formele zin of andere lagere wetgeving (art. 4:60 Awb)

3) Aanvullend recht: bepalingen die als ‘vangnet’ dienen voor een onderwerp uit die bepalingen, waar in bijzondere bepalingen voor die onderwerpen niks is geregeld (art. 4:13 Awb)

4) Facultatief recht: bepalingen die alleen van toepassing zijn indien dit expliciet wordt aangegeven (art. 3:10 lid 1 Awb)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly