Week 3 - MTP Flashcards

1
Q

Met wat kan je vullen bij bloed verlies?

A
  1. Omniplasma: bevatten stollingsfactoren
  2. Ery’s: O2 vervoer
  3. Trombocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar staat MTP voor?

A

Masaal transfusie portaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er gegeven bij MTP?

A
  1. 2 zakjes omniplasma, 2 packed cell(ery’s), 2 gram fibrinogeen, 2 gram calcium
  2. 2 zakjes omniplasma, 2 packed cell(ery’s), 2 gram fibrinogeen, 2 gram calcium, 1 zakje trombo’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan je acuut het bloed verlies testen?

A

Rotem/TEG
→zegt iets over stolling van het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan chirurgisch bloedverlies worden gestopt?

A

Aortaklem (max. 30 min)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly