week 3, HC.5 - Verschijnselen hypo- en hyperglycemie Flashcards

1
Q

wat is er bij een patient die niet aanspreekbaar is en bekend is met diabetes aan de hand + bevestiging

A

hypoglycamie (tot het tegendeel bewezen is)

bevestigen met vingerprik/bloedmonster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de therapie hypoglycemie

A

nog aanspreekbaar
- 10-25 gram glucose per os

niet meer aanspreekbaar
- 50 ml van 50 %
glucose oplossing intraveneus
of
- 1 mg glucagon subcutaan of intramusculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer is het alleen zinvol om glucaogn te spuiten

A

als de hypo korter dan 45 minuten bestaat, anders is er geen glycogeen om in de lever (want dat is al verbruikt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waain word proinsuline omgezet

A

1 insuline en 1 C-peptide molecuul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat doet sulfonylureum derivaat

A

stimuleert de insuline aanmaak onafhankelijk van de glucose spiegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de klachten van een hypoglycamie door het autonome zenuwstelsel

A

door de sympatische activatie

  • hartkloppingen
  • zweten
  • trillen van de handen

-honger
- angst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke stoffen worden afgegeven bij een hypo

A

glucagon uit alfa cellen
adrenaline door sympatisch zenuw

en cortisol en groeihormoon door voorkwab hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn oorzaken van hypo’s

A
  1. fout bij voedselinname, insuline spuiten
  2. exercise-induces hypo –> verbeterde insuline gevoeligheid
  3. alcoholgebruik –> remt gluconeogense
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar moet je altijd aan denken bij een diabeet die misselijk is en overgeeft

A

diabetische ketoacidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zie je bij lichamelijk onderzoek bij patiënten met een diabtische ketoacidose

A
  • hyperventiladie
  • ademlicht ruikt naar aceton
  • hoge pols, (relatief lage bloedruk, want lijkt normaal maar door hoge pols gecompenseerd.
  • clapotgae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is clapotgae + oorzaak

A

het horen klotsen van de maag, wanneer je met een stethoscoop luistert en met de pt schud.

dit komt doordat de maag stilstaand maar wel maagzuur blijft maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe stel je de diagnose ketoacidose

A

je meet:
- glucose
- ketonen in de urine
- Ph <7,3 met verlaagd bicarbonaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn uitlokkende factoren van ketoacidose

A

infectie
hartinfarct
te weinig insuline spuiten
trauma/chirurgie/zwanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe worden ketoacidose behandeld

A

terug geven van
- glucose
- vocht
- elektrolyten

+ oorzaak vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is het onderscheid tussen diabetische ketoacidose en hyperosmolaire ontregeling

A

diabetische ketoacidose
- snel begin (<24 H)
- kussmaul ademhaling
- aceton lucht
-(misselijkheid/braken/buikpijn)

hyperosmotische ontregeling
- ontstaat na dagen/weken
- verlaagd bewustzijn
- focale neurologische uitval
-krampen in de benen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly