HC.3 - Verwerking suiker, vet en aminozuren na maaltijd Flashcards
waarom is glucose homeostase leidend
levert veel ATP, met of zonder O2,
sommige cellen kunnen alleen energie halen uit glucose (hersenen)
waarom is de handhaving van de bloedsuiker spiegel zo belangrijk
er word continu 130 Mg glucose/min uit de bloed baan gehaald. Ook als je vast, daarnaast zijn hoge waarde schadelijk
wat is het gevolg van te veel en te weinig glucose eten
te veel –> aankomen van vet
te weinig –> eiwitten afbreken, spieren voor glucose
wat gebeurt er bij te veel glucose in het bloed
lever zet glucose om in glycogeen en slaat dit op
hoe vind de regulatie plaats van de glucose spiegel
insuline –> zorgt ervoor dat de lever glucose om in glycogeen
bij lage insuline spiegel –> geeft de lever glycogeen af aan het bloed
als glycogeen op is
gluconeogenese –> Dan word er door de glucose gemaakt uit aminozuren, lactaat en glycerol
uit vet kan geen glucose gemaakt worden
welke voedingstoestanden zijn er
storage mode –> goed gevoed
early-refed –> maaltijd na periode van vaster
post absorptive –> overnacht vasten
early fasting –> vasten 12-36 h
late fasting –> langdurig vasten > 36 uur
starvation –> hongerstaking
wat houd de storage mode in
glycogenese
lipogenese en TG synthese
netto eiwitsynthese
meer glycolyse en minder vetzuuroxydatie
production mode
glycogenolyse
gluconeogenese
lipolyse
ketogenese, ketonlichaam oxidatie
netto eiwitafbraak
de richting en flux (snelheid) is afhangkelijk van
hormonen (insuline en glucagon) geven aan of het storage of production mode
wat is een sleutelezymen
enzymen in een metabool pad, daar waar gereguleerd word. De langzaamste stap