HC.4 - Stress en ondervoeding Flashcards

1
Q

wat is intermediar metabolisme

A

alle reacties die betrokken zijn bij opslag en voortbrengen van energie in het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de belangrijkste opslagvorm voor energie

A

vet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de anabole toestand

A

toestand waarbij er opslag is van energie, vetweefsel neemt toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de catabolisme toesland

A

de reacties waarbij energie vrijkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke processen spelen er in de catabolisme toestand + gebruik

A

eiwitten worden afgebroken –.> aminozuren –> glucose
glycogeen –> glucose
triglycerides –> FFA

glucose als eerst naar hersenen
FFA –> lever –> keton lichamen –> eerst organen buiten CNS daarna ook voor CNS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke hormonen is voor een groot deel verantwoordelijk voor de anabole toestand + remming en stimulatie

A

insulin –> anobolisme
- stimuleerd glucose opname in cellen
- protein synthese
- lipogenesis
glycolysis

verminderd
- glycogenolyse
- glyconeogenese
- lipolyse
- proteolyse
- ketogenesis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de belangrijkste hormoon voor de catogene toestand

A

glucagon

glycogenolyse
lipolyse
proteolyse
ketogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke hormonen helpen glucagon

A

adrenaline
cortisol
groeihormoon
schildklierhormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe word corticol aangemaakt

A

hypothalamus stimuleert (CRF)voorkwab hypofyse deze stimuleert (ACTH) de bijnier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de werking van cortisol

A

cortisol breekt triglycerides af –> glycerol
in de spieren afbraak proteinen –> aminozuren

aminozuren en glycerol worden door de lever gebruikt voor de gluconeogenesis

en FFA productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarvoor zorgen stressprikkels vanuit de hersenen

A

afgidte adrenaline en noradrenaline uit bijniermerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de werking van adrenaline en noradrenaline

A

vrijzetten van glycogeen
vetweefsel word afgebroken –> FFA + glycerol
minder opname glucose door spierweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is stress

A

elke lichamelijke verandering die de homeostase beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat gebeurt er in stress

A

catabole staat

meer afgifte van cortisol, adrenaline en noradrenaline

+ meer glucose vrijgemaakt, + hogere hartslag en

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat gebeurt er bij continue stress

A

continu te hoge cortisol en catacholamine spiegels

zorgen dvoor afbraak spier- en vetmassa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het effect van langdurig vasten

A

verhoging van stress hormonen: adrenaline, cortisol, glucagon en groeihormoon

FFA en katonlichamen worden de steeds belangrijkste energievoorraad