Week 3 college Flashcards

1
Q

Wat zijn de formele en informele definitie van validiteit?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de kern van alle type validiteit?

A

Construct validiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is test inhoud? binnen validiteit. wat zijn twee bedreigingen hiervan?

A

inhoudsvaliditeit: mate waarin items van de test overeen komt met beoogde construct en subconstructen.

belangrijk in alle fasen van testontwikkeling

bedreigingen
-construct-irrelevante inhoud
-contstruct-onderrepresentatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

via welke methode kan test inhoud (inhoudsvaliditeit) bewaakt worden

A

Facet methode: systematische methode om inhoudsvaliditeit te verzekeren. Specificeren van facetten, niveaus en weging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is interne structuur binnen validiteit?

A

toetsen hiervoor komen nog in aankomende weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt bedoeld met respons processen binnen validiteit? geef een aantal voorbeelden

A

hieronder valt ook response shift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat wordt bedoeld met goede Convergente validiteit?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt bedoeld met consequenties van testgebruik binnen validiteit

A

testgebruik kan validiteit van test negatief beinvloeden, of negatieve etheische consequenties hebben.

VB: CITO. die heeft nagedacht over de consequenties van de test. Denk aan aangepaste schaal, geen associaties met schoolcijfers, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het gevolg van beperkt bereik op correlaties?

A

dempend effect. Beperkt bereik kan zorgen voor onderschatting van geobserveerde correlaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het gevolg van scheefheid op correlaties?

A

Dempend effect. mocht je groepen niet juist verdelen (onevenwichtig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de invloed van tijd op correlaties?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de invloed van unieke gebeurtenissen op correlaties?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

predicitieve validiteit

6500 gegadigden, 2850 plaatsen.
base rate=.50
predictieve validiteit=.20

bereken de kans op succes voor iederere aangenomen kandidaat, wanneer we de gegeven test gaan gebruiken om kandidaten te selecteren d.m.v. taylor russell tabel?

A

selectie ratio= (hoeveel % van de kandidaten ga ik door laten gaan), gegadigden/beschikbare plaatsen.
base rate (gegeven)= hoeveel % zal succesvol zijn met de huidige test. Dit staat vast.
nieuwe test prediciviteit=gegeven

17
Q

De relatie tussen verschillende onderwerpen in validiteit.

A
18
Q

Wat wordt bedoeld met goede discriminante validiteit?

A
19
Q

Wat wordt bedoeld met predictieve validiteit?

A
20
Q
A
21
Q
A
22
Q
A
23
Q
A
24
Q

vul de tabel in

A
25
Q

is er sprake van een methode effect binnen supervisor ratings?

A

HTMM (groen) .61 / .73 / .70 –>hoog –>dus ja

26
Q
A
27
Q
A
28
Q
A
29
Q
A
30
Q
A
31
Q
A
32
Q
A
33
Q
A
34
Q

validiteit

Wat is een methode effect?

A

de methode die wordt gebruikt om de eigenschap te meten (bijv. zelfrapportage vs. observatie) een aanzienlijke invloed heeft op de scores en dat de scores mogelijk niet alleen de bedoelde eigenschap weergeven.

35
Q
A