Week 3: Chapter 7 + 9 Flashcards

1
Q

Hoeveel kinderen overlijden naar schatting per jaar aan lichamelijke mishandeling?

A

50-80 kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe versterken ouders het gevoel van zelfbeschuldiging bij mishandelde kinderen?

A

Door hun gedrag op opvoedkundige manier uit te leggen.
(Als jij je niet zo gedroeg, had ik je niet hoeven slaan)
Het gevoel van loyaliteit wordt versterkt doordat kinderen denken bij hun ouders in het krijt te staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem een paar psychische gevolgen van kindermishandeling.

A
  • Dissociatie (amnesie)
  • Depressie en PTSS
  • Herbeleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel mishandelde ouders gaan over op het mishandelen van hun kinderen?

A

1/3 mishandeld
1/3 mishandeling is afhankelijk van stressfactoren in het gezin
1/3 mishandeld niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de economische kosten van kindermishandeling per persoon per jaar?

A

Afhankelijk van het type misbruik variëren de kosten van 900-2900 euro per persoon per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel zijn de kosten per type mishandeling per jaar?

A
Emotionele verwaarlozing --> 3,5 miljard
Emotionele mishandeling --> 1,2 miljard
Fysieke mishandeling --> 915 miljoen
Seksueel misbruik --> 1,2 miljard
Combinatie --> 4,1 miljard
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van onderrapportage van kindermishandeling?

A
  • Artsen zijn terughoudend in het doorbreken van beroepsgeheim
  • Artsen zijn niet alert op de signalen van kindermishandeling
  • Artsen zijn niet goed op de hoogte van het te volgen beleid bij vermoeden van kindermishandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke artsen gaan het miste en het meeste over tot meldingen bij VT?

A

Meeste: kinderartsen
Minste: jeugdartsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke weerstanden maken artsen mee bij om het vermoeden van mishandeling over te gaan naar een melding?

A
  • Is het wel mishandeling?
  • Is het alle commotie wel waard?
  • Waar bemoei ik me mee?
  • Ik heb het al zo druk, er is geen beginnen aan
  • Dat is niet mijn verantwoordelijkheid
  • Worstelen met beroepsgeheim
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar kan onderschatting van kindermishandeling uit voortkomen?

A
  • Vooroordelen ten aanzien van sociaaleconomische status: ‘het is minder ernstig als kinderen uit rijke gezinnen worden mishandeld dan als dat gebeurt bij armere kinderen’
  • Fysieke signalen: minder meldingen bij afwezigheid van fysieke aanwijzingen
  • Vorm van de mishandeling: het wordt minder gesignaleerd als het niet medisch aan te tonen is (verwaarlozing of getuige zijn van huiselijk geweld)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke maatregelen zijn genomen om de drempel te verlagen om een melding te doen bij VT?

A
  • Invoering meldrecht
  • Mogelijkheid om te overleggen met collega’s voorafgaand aan het gesprek met de ouders
  • Advies kunnen winnen bij VT
  • Anoniem kunnen melden
  • Bij acute of structurele onveiligheid worden de bijbehorende vervolgvragen altijd samen met VT besproken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de statistieken van vermoedens van kindermishandeling?

A

39% van de mensen boven de 18 hebben wel eens een vermoeden van kindermishandeling gehad (bij kinderen in de buurt).
8/10 mensen hebben hun vermoedens besproken/ actie ondernomen
De vermoedens worden meestal besproken om het kind te helpen of de vermoedens te bevestigen
De grootste reden om de vermoedens niet te bespreken waren onzekerheid over de situatie en zichzelf niet de aangewezen persoon vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij welke stap van de meldcode hoort de kindcheck?

A

Stap 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij welke stap maak je gebruik van het risicotaxatie-instrument?

A

Stap 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil tussen risicotaxatie en veiligheidstaxatie?

A

De veiligheidstaxatie is een inschatting van de huidige veiligheid van het kind. Dit is de basis voor de risicotaxatie. De risicotaxatie is een inschatting van het toekomstige risico op kindermishandeling. Het gaat dan om de kans op het ontstaan en de kans op herhaling van kindermishandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer tijdens de meldcode vraag je jezelf af of er sprake is van acute of structurele onveiligheid?

A

Stap 4

Als dit het geval is moet er zo snel mogelijk een melding gemaakt worden bij veilig thuis.

17
Q

Wanneer is er sprake van structurele onveiligheid?

A

Bij herhaling of het voortduren van een onveilige situatie of geweld.

18
Q

Wanneer is er sprake van acute onveiligheid?

A

Wanneer het kind in direct fysiek gevaar verkeert en diens veiligheid de komende dagen niet gegarandeerd is.

19
Q

Noem een specifieke vorm van acute onveiligheid

A

Disclosure

Hier vragen kinderen uit zichzelf een professional om hulp, of ze uiten zichzelf zonder hulp te vragen. Dit betekent meestal dat het slachtoffer een acute crisis ervaart en vreest voor de veiligheid van zichzelf of het gezin.

20
Q

Wat zijn de twee afwegingsvragen van stap 5?

A
  1. Is melden noodzakelijk?
  2. Ben je in staat hulp te bieden of te organiseren?
    (3. Aanvaarden de betrokkenen de hulp?)
21
Q

Wanneer is er sprake van het kunnen organiseren van ‘goede hulp’?

A
  • Er is voldoende zicht op de (on)veiligheid
  • Er is voldoende zicht op onveilige gebeurtenissen in het verleden
  • Alle betrokken beroepskrachten hebben de focus op het stoppen van het geweld en het herstel van de veiligheid
  • De hulp is gericht op het versterken van de veerkracht en het herstellen van de schade
  • Er is sprake van een gezamenlijke analyse en plan met doelen en evaluatiemomenten
  • Er zijn afspraken over samenwerking en casusregie tussen de verschillende betrokken beroepskrachten
22
Q

Binnen hoeveel dagen na een melding moet VT een besluit nemen over de melding?

A

Binnen 5 dagen

23
Q

In welke situaties kan er afgeweken worden van het stappenplan?

A
  • Iemand anders, bijv. buurvrouw of andere moeder, vermoed kindermishandeling.
  • Het kind vertelt zelf over thuis
  • De situatie is levensbedreigend
  • Het kind wordt buiten het gezin misbruikt of mishandeld
24
Q

Wat zijn de voordelen van de GIPS?

A
  • Herstel van de veiligheid van kinderen in het dagelijkse leven
  • Betere samenwerking tussen professionals
  • Ondersteuning en versterking van de regierol an de casusregisseur