Week 2; HC 8 celadaptatie Flashcards
wanneer veranderd een cel van structuur
bij belasting en beschadiging
wat doet de ECM
geeft vorm, stevigheid en volume aan organen
waaruit bestaat het matrix
collageen, proteoglycanen en elastine
4 typen van adaptatie
- atrofie
- hypertrofie
- hyperplasie
- metaplasie
wat zijn kenmerken van atrofie
cel wordt kleiner -> kapot minder cellen minder eiwitsynthese en celinhoud proteasomen breken cytoskelet en eiwitten er zijn wel autofagosomen
wat zijn kenmerken van hypertrofie
cel zwelt op
toename weefsel door vergroting cellen
toename aantal organellen en structurele eiwitten
toename ECM
wat zijn kenmerken van hyperplasie
cel gaat delen
wat zijn kenmerken van metaplasie
cel veranderd van type
door stamcel herprogrammering
omkeerbaar als stimulus wordt weggenomen
bij blijvende stimulus -> dysplasie/neoplasie -> kanker
wat is dysplasie
cel wordt gedisorganiseert
wat is neoplasie
abnormale groei cellen
2 soorten celdood
necrose; door schade
apoptose; gereguleerd proces
wat gebeurt er bij necrose
pathologisch of door schade -> lysis en inflammatie
wat gebeurt er bij apoptose
gereguleerd proces.
- De cel neemt in volume af: chromatine gaat condenseren
- Instulpingen membranen en kern stort in elkaar
- Celresten worden ingekapseld
- De apoptotische lichaampjes worden opgeruimd door lysis
noem de stimuli die aanzetten tot apoptose
● Niet goed gevouwen eiwitten door mutaties / cell stress / infecties ● DNA schade ● Inflammatie door: ○ infecties ○ immuun disorders
noem de stimuli die aanzetten tot necrose
minder energieprocessen door minder ATP/hypoxia/ischemie
schade aan lipiden, eiwitten of nucleinezuren