Week 1; HC 7 Flashcards
functies van de celkern
opslag genetische info, replicatie, reparatie, transcriptie, splicing, aanmaak rRNA, import en export van eiwitten en RNA’s
dispers chromatine wordt ookwel …. genoemd
euchromatine
gecondenseerd chromatine wordt ookwel … genoemd
heterochromatine
welk soort chromatine is transcriptioneel actief
dispers/euchromatine (licht)
welk soort chromatine is niet transcriptioneel actief
gecondenseerd chromatine/heterochromatine (donker)
wat is compactering
DNA laat zich om histonen wikkelen zodat het in de kern past
nucleosoom bestaat uit
histonen + DNA + eiwit om structuur op zijn plek te houden
3 niveau’s van compactheid chromatine
- linker DNA nucleosoom
- nucleosomen gaan spiraliseren = solenoïde
- als cel gaat delen moeten chromosomen heel compact zijn -> solenoïde gevouwen
nucleolus organisator is …
alle chromosomen bevatten rRNA genen en deze associeren met elkaar
kernenenvelop is …
dubbel membraan met porien met erin eiwitten die communicatie controleren -> actief transport van eiwitten
soorten mutaties in DNA
puntmutaties; missense & nonsense
frameshift mutaties; insertie & deletie
splicemutaties
missense mutatie
1 basepaar is fout -> zorgt voor een ander aminozuur
nonsense mutatie
1 basepaar is fout -> is een stopcodon geworden
insertie
een of meer extra baseparen -> bij geen meervoud van 3 vindt er een shift plaats -> kan zorgen voor verkort eiwit
deletie
een of meer baseparen eraf -> bij geen meervoud van 3 vindt er een shift plaats -> kan zorgen voor verkort eiwit WAT OOK NIET MEER FUNCTIONEEL IS