week 19 Flashcards

1
Q

wat is kenmerkend voor een persoonlijkheidsstoornis

A

het is onderdeel van iemands karakter (egosyntoon) en vaak aanwezig in meerdere ontwikkelingsfasen. dit leidt tot verminderd functioneren in het dagelijks leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

criteria persoonlijkheidsstoornis

A

er moet een patroon van functioneren zijn waar het misgaat op tenminste 2 van deze 4 gebieden:
- interpersoonlijk functioneren (tussen jou en ander)
- denken/cognitie
- affect (voelen)
- impulsregulatie (gedrag)

3P’s
pathologisch
persisterend (in adolescentie aanwezig en blijft in meer of mindere maat aanwezig)
pervasief (op verschillende tereinen aanwezig, rigide persoon)

daarnaast moet je voldoen aan een minimum van x-criteria uit een y-set symptomen (verschild per soort)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vanaf welke leeftijd kan je een persoonlijkheidsstoornis vaststellen?

A

er is geen vaste leeftijd. ontstaat wel vaak in adolescentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoeveel typen persoonlijkheidsstoornissen zijn er en hoeveel clusters

A

A(3), B(4) en C(3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

schizoïde persoonlijkheidsstoornis

A

hoort bij cluster a
kilheid en afstandelijkheid, geen behoefte aan relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

schizotypische persoonlijkheidsstoornis

A

cluster A
paranoïde gedrag, wanen, vreemde manier van spreken en denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

egosyntoon =

A

hoe je je voelt en gedraagt op meeste momenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

egodystoon =

A

Egodystoon is een psychologische term die verwijst naar gedachten, gedragingen, verlangens of gevoelens die als onverenigbaar of in conflict met het eigen zelfbeeld, waarden of normen worden ervaren. Het individu ervaart deze gedachten of gedragingen als vreemd, ongewenst of storend, en dit kan leiden tot spanning, schaamte of ongemak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

als iemand naast borderline ook bv een depressie heeft. wat behandel je eerst

A

eerst de depressie behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dialectische gedragstherapie (DGT)

A

nieuwe vaardigheden aanleren, waardoor ze effectiever om kunnen gaan met emoties en levensproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mentalization based treatment (MBT)

A

mentaliseren = eigen gedrag en gedrag van anderen kunnen begrijpen vanuit achterliggende gevoelens, gedachten en motivaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

schema focused therapy (SFT)

A

hardnekkige patronen van denken, voelen en doen veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

transference focused psychotherapy

A

‘goed’ en ‘slecht’ dichter bij elkaar brengen en zorgen dat het zwart-wit denken stopt, zodat het makkelijker wordt gedachten en gevoelens te verdragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

medicatie bij persoonlijkheidsstoornissen
hoelang kan je kalmerende middelen geven

A

NOOIT langer dan een week
benzodiazepines etc zijn erg verslavend. je wilt niet dat ze nog een probleem krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is forensische psychiatrie

A

deelgebied binnen psychiatrie die zich richt op mensen die met de rechtelijk macht te maken hebben en die psychiatrische zorg nodig hebben

doel: verminderen van het risico op nieuwe delicten en hulp bij psychische klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

plekken in forensische psychiatrie

A
  • polikliniek en in FACT teams
  • beschermde woonvorm (beveiligingniveau 0 en 1)
  • forensische psychiatrische afdeling (FPA, niveau 2)
  • foresische psychiatrische kliniek (FPK, niveau 3)
  • TBS: zwaarste vorm (FPC, niveau 4)
  • pieter baan centrum
17
Q

pro justitia onderzoek =

A

gerechtelijk psychologisch of psychiatrisch onderzoek dat wordt uitgevoerd in het kader van een strafrechtelijke procedure. Het doel van dit onderzoek is om informatie te verstrekken aan de rechter over de psychologische of psychiatrische toestand van een verdachte. Deze informatie kan helpen bij het bepalen van de mate van verantwoordelijkheid, het risico op herhaling, en eventuele behandeladviezen.

18
Q

wanneer TBS (ter beschikking stellen)

A

kan worden opgelegd bij een delict waarop 4 jaar gevangenis is gesteld. de patiënt is hierbij gedeeltelijk of geheel ontoerekeningsvatbaar verklaard. de patiënt vormt een gevaar voor anderen en/of voor de algemene veiligheid van personen en goederen.

19
Q

2 vormen van TBS

A

met voorwaarden
dwangverpleging

20
Q

behandeling persoonlijkheidsstoornissen

A
  • psychotherapie individueel en in groepen
  • farmacotherapie
  • psychotherapie
  • vaardigheidstrainingen
  • traumabehandeling
21
Q

psychopathie =

A

specifieke vorm van antisociale persoonlijkheidsstoornis. ze kennen nauwlijks het verschil tussen goed en kwaad. ze gedragen zich buitengewoon impulsief en hebben grote moeite om hun gedrag te beheersen

22
Q

begint Autisme vroeger of later te ontwikkelen in het leven dan een persoonlijkheidsstoornis