week 18 Flashcards

1
Q

nihilistische waan =

A

Nihilistische wanen (ook wel bekend als waan van ontkenning of waan van niet-bestaan) zijn een type waanstoornis waarbij een persoon onwrikbaar gelooft dat bepaalde dingen niet bestaan, dat ze niet echt zijn, of dat zijzelf, een deel van hun lichaam, of de wereld volledig afwezig of vernietigd is. Dit soort wanen wordt vaak geassocieerd met ernstige psychische aandoeningen, zoals depressieve stoornissen met psychotische kenmerken of schizofrenie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kan stemmen horen en andere psychotische belevingen voorkomen bij cluster B persoonlijkheidsstoornissen

A

ja bij ongeveer 1 op de 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

22q11 deletie syndroom kenmerken

A

amandelvormige ogen, trage implantatie oren, psychiatrische problemen, hartafwijkingen, trage motorische ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

maligne neurolepticasyndroom

A

belangrijke bijwerking van antipsychotica (vooral nieuwere generatie)

gekenmerkt door hyperthermie (>38 C), spierrigiditeit, autonome instabiliteit en verlaagd bewustzijn

belangrijkste complicaties:
1. rhabdomyolyse
2. nierinsufficiëntie als gevolg van rhabdomyolyse
3. diffuse intravasale stolling

snel behandelen want 20% overlijdt hieraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

psychose is een mismatch tussen?

A

limbische systeem en de frontaalkwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe langer de prodromalefase van een psychose duurt hoe moeilijker/makkelijker iemand om volledig te genezen is

A

moeilijker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 symptoomdimensies die bij psychose voorop staan

A

wanen
hallucinaties
desorganisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

risicofactoren voor psychose

A
  • erfelijkheid
  • intra-uteriene virusinfectie of problematische bevalling
  • trauma (1 op de 3)
  • teveel stress
  • verstedelijkte omgeving
  • culturele afstand (opeens in andere cultuur tijdens ontwikkeling)
  • eenzaamheid
  • endocriene ziekte
  • cannabis (effect is afhankelijk van genetische aanleg)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

werking oestrogeen op brein

A

oestrogeen zorgt voor meer dopamine wordt vrijgemaakt. wanneer oestrogeen hoog is, werken dopamine en het beloningsysteem beter.

oestrogeen werkt op de dopamine transporter -> meer actief -> beschermend effect tegen psychose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

effect oestrogeen op cyp 3A4

A

cyp wordt actiever -> metabolisme omhoog -> vrouwen lagere concentratie geneesmiddel (quetiapine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

effect oestrogeen cyp1A2

A

cyp remt ->metabolisme omlaag -> vrouwen hogere concentratie geneesmiddel (vb. clozapine en olanzapine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom wordt bij mannen een lagere dosis antipsychotica gevonden dan bij vrouwen bij het innemen van dezelfde dosis

A

nieren meer uitscheiden bij mannen, daarnaast is het verdelingsvolume bij mannen groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

clozapine werkt op welk cyp enzym

A

werkt op cyp1A2 (dus remming metabolisme en overdosis medicatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

olanzapine werkt op welk cyp enzym

A

werkt op cyp1A2 (dus remming metabolisme en overdosis medicatie)

en is een atypische antipsychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat kan de kans op psychose bij vrouwen verlagen ivm oestrogeen

A

hormonale vervangingstherapie

wel op tijd starten (voor menopauze echt begonnen is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

medicatie die prolactine verhoogt-> verlaagd oestrogeen

wat te doen?

A

regelmatig prolactine meten en wanneer te hoog ingrijpen

17
Q

dopamine in nigrostriatale circuit

A

controleren/coordinatie van bewegingen

18
Q

dopamine in mesolimbisch systeem

A

dopamine activeert het beloningsysteemen zorgt voor posistieve psychotische symptomen

mesolimbisch systeem-> begin ventrale tegmentale gebied en loopt richting van de nucleus accumbens en de frontalegebieden

19
Q

dopamine in mesocorticale systeem

A

belangrijk voor plannen en besluitvorming
problemen met dopamine hier zorgen voor negatieve symptomen

systeem loopt van ventrale tegmentale gebied naar prefrontale cortex

20
Q

dystonie =

A

abnormale houding/spasmen van spieren van hoofd, hals, romp of ledematen. vaak asymmetrisch en focaal

21
Q

torticollis

A

dwangstand van het hoofd die kan leiden tot dysartrie en slikproblemen

behandeling: cholinerge medicatie

22
Q

dyskinesie

A

onwillekeurige, vloeiende en doelloze beweging dievaak continu aanwezig is

23
Q

acathisie

A

subjectieve of objectieve rusteloosheid

24
Q

katatonie

A

absoluut disfunctionerend dopaminerg systeem, waarbij je afwisselend een hypo- en hyperactiviteit

25
behandeling katatonie
benzodiazepines (spierverslappers) spoed -ECT is geïndiceerd wanneer deze spierverslappers niet werken
26
cannabis gebruikers hebben een eerdere onset van eerste episode van psychose en schizofrenie (waar of niet waar)
waar
27
emergentie =
een systeem vertoont eigenschappen die niet in de samenstellende delen zijn terug te vinden, maar dat deze nieuwe eigenschap ontstaat door de interactie van verschillende onderdelen
28
wat is het arbeidsongeschiktheid percentage
het verschil in mogelijk salaris WIA pas als het meer dan 35% is
29