week 14 Flashcards
college + literatuur
omschrijving van bipolaire stoornissen
manisch-depressieve stoornis –> afwisselende depressieve, hypomanische of manische episodes, met ertussenin relatief symptoom vrije intervallen
verschil bipolaire-I- stoornis en bipolaire-II-stoornis
bipolair-I: schommelt tussen ernstige manie en depressie
bipolair-II: meer depressie en minder ernstige vorm van manie
cyclothyme stoornis
stemming schommelt tussen korte perioden van milde depressie en hypomanie (geen sprake van ernstige manie of depressie)
euthymie
baseline die gewoonlijk gebrijkt wordt om stemming te beschrijven die noch manisch, noch depressief is bij patiënten met een bipolaire stoornis
hypomanie vs. manie
hypomanie is minder ernstig dan manie
hypomanie kan de energie nog doelgericht zijn maar bij ernstige manie wordt de patiënt roekeloos, ongeremd en chaotisch (ook soms psychotische kenmerken)
rapid cycling bipolaire stoornis
aaneengesloten reeks van gemoedstoestanden
DSM-5 manische episode
A. Duur
Een duidelijke periode van abnormaal en aanhoudend verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming, en abnormaal en aanhoudend verhoogde doelgerichte activiteit of energie, die minstens één week duurt.
B. minstens drie van de volgende symptomen in significante mate aanwezig:
a. Opgeblazen gevoel van eigenwaarde of grandiositeit.
b. Verminderde behoefte aan slaap
c. Spraakdrang
d. Gedachtevlucht of de subjectieve ervaring dat gedachten versnellen.
e. Verhoogde afleidbaarheid
f. Toename van doelgerichte activiteit of psychomotorische agitatie (doelloze, niet-doelgerichte activiteit).
g. Overmatige betrokkenheid bij activiteiten met een groot potentieel voor negatieve gevolgen
C. Functionele beperking
De stemmingsstoornis is voldoende ernstig om duidelijke beperkingen in sociaal of beroepsmatig functioneren te veroorzaken of ziekenhuisopname noodzakelijk te maken om schade aan zichzelf of anderen te voorkomen, of er zijn psychotische kenmerken aanwezig.
DSM-5 hypomane episode
A. episode van abnormaal en aanhoudend verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming en verhoogde activiteit of energie, die tenminste 4 dagen duurt
B. drie (of meer) van volgende symptomen in belangrijke mate aanwezig:
a. vergroot zelfvertrouwen of grootsheid
b. verminderde behoefte aan slaap
c. spraakzamer dan normaal
d. wervelwind van ideeën of subjectieve ervaring van gehaaste gedachten
e. snel afgeleid
f. toename van doelgerichte activiteit of psychomotorische agitatie
g. overmatige betrokkenheid bij activiteiten met een groot potentieel voor negatieve gevolgen
C. episode is geassocieerd met een verandering in functioneren die niet karakteristiek is voor de patiënt wanneer deze symptoomvrij is
D. episode is niet ernstig genoeg om ernstige verslechtering van het sociale of beroepsmatige functioneren te veroorzaken of ziekenhuisopname noodzakelijk te maken. (als er psychotische kenmerken zijn, is de episode per definitie manisch)
DD bij bipolaire stoornis
- unipolaire depressieve stoornis
- schizofrenie met psychose
- borderline persoonlijkheidsstoornis
- secundaire manie
borderline persoonlijkheidsstoornis (BPD)
Borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) is een psychische stoornis gekenmerkt door instabiele emoties, relaties en zelfbeeld, vaak met impulsief gedrag en angst voor verlating. Het wordt behandeld met psychotherapie zoals dialectische gedragstherapie (DGT).
MRI brein bipolaire stoornis
geen breinvolume verandering wel vergrote ventrikels en witte stof laesies (resonantie spectroscopie: prefrontaal neuronaal cel verlies en verminderd metabolisme en afbraak van basale ganglia fosfolipide celmembranen)
circadiaans ritme =
biologische klok
behandelingsfasen van bipolaire stoornis
fase 1: acute behandeling van de manische of depressieve episode
fase 2: voortzetting van de behandeling om terugval op korte termijn te voorkomen
fase 3: onderhoudsbehandeling om toekomstige episodes te beperken of te voorkomen
wat is de meest belangrijke medicijn van onderhouds fase van bipolaire stoornis behandeling
stemmingstabilisatoren (meest gebruikte lithiumcarbonaat)
wanneer elektroconvulsie therapie )ECT bij bipolaire stoornis
patiënt met medicijn-resistente ernstige manie, een gevaar voor mensen om hem/haar heen, als hoge doses kalmerende middelen nodig zijn of als manische symptomen tot uitputting leiden
farmaco bij bipolair-I
nooit alleen antidepressivum
litium of valproïnezuur voor milde depressieve episode
anders:
- antipsychoticum (quetiapine en lurasidon)
- combinatie van antipsychotica en antidepressiva (respectievelijk olanzapine en fluoxetine)
- anticonvulsivum (lamotrigine)
waar of niet waar
Lamotrigine is alleen geschikt voor bipolaire I-stoornis
Nee kan voor beide I en II
hypomane episode
Criteria hetzelfde als manische episode, behalve: Minimaal 4 dagen (NB. Manische episode 1 week)
GEEN
* Sociaal en/of werkgerelateerde belemmeringen
* Ziekenhuisopname vanwege manische symptomen
* Psychotische symptomen
depressie DSM-5
A. 5 van de volgende symptomen in een tijdsbestek van 2 weken:
Depressieve stemming, anhedonie of verminderde interesse in activiteiten, gewichtsverlies of verminderde eetlust, insomnie of hypersomnie (niet slapen of teveel slapen), psychomotorische agitatie of inhibitie, vermoeidheid of slaperig, gevoelens van niks waard zijn of schuldgevoel, verminderd concentratie vermogen of besluiteloosheid, terugkerende gedachten aan de dood
B. De symptomen veroorzaken klinische significante lijden of sociale, beroepsmatige of in andere areas beperking van functioneren
C. De aanval kan niet het directe gevolg zijn van een fysiologische effect of een middel of een andere medische aandoening
D. Het optreden van de depressieve episode wordt niet beter verklaard door een schizoaffectieve stoornis, schizofrenie, schizofreniforme stoornis, waanstoornis of andere gespecificeerde en ongespecificeerde schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
E. Er is nooit een manische episode of hypomanische episode geweest
anhedonie =
verlies van interesse of vermogen om plezier te beleven in activiteiten die normaal als leuk worden ervaren
waarom altijd vragen naar (hypo) manische symptomen
omdat je bij bipolaire stoornis geen SSRI moet toedienen
werkingsmechanisme van SSRI
blokkade van 5-HT reuptake transporter op presynaptische membraan
welke symptomen krijg je van stoppen met antidepressiva
( FINISCH –> Flu-like symptoms, Insomnia, Nausea, Imbalance, Sensory disturbances, Hyperarousal)
korte halfwaardetijd leidt tot (snellere/langzame?) ontwenningsverschijnselen en deze zijn ook moeilijker af te bouwen
snellere