week 17 Flashcards

1
Q

SOLK heet okwel

A

ALK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

nagebootste stoornis

A

de drang om zichzelf ziek te maken of lichamelijke schade toe te brengen en zo medische zorg en aandacht te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functioneel neurologisch symptoom stoornis

A

motorische en/of sensorische veranderingen buiten de wil of controle van de patiënt om

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ziekte angst stoornis

A

veel zorg en angst om ziekte te hebben

  • Veel zorg, weinig lichamelijke klachten
  • Dagelijks bezig met de zorg (preoccupatie) checken, opzoeken, piekeren, navragen,voelen
  • Gedurende 6 maanden of langer 1 zorg of wisselende zorgen
  • Veelvuldig arts raadplegen (ik heb niet goed uitgelegd, is alles wel echt goed nagekeken?) of juist niet naar arts durven gaan {dan zal blijken dat het mis is}
  • Geruststelling is van korte duur. Piekeren gaat door.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

somatische symptoom stoornis volgens DSM

A

DSM-5: Een of meer lichamelijke klachten VERKLAARD of ONVERKLAARD waar patiënt onder lijdt en/of die het dagelijkse leven in significante mate verstoren

  • Excessieve gedachten, gevoelens of gedragingen samenhangend met die lichamelijke klachten
  • Tenminste een van volgende:
  • Disproportionele gedachten over de ernst klachten
  • Hoge mate van ongerustheid over de klachten of gezondheid
  • Veel tijd en energie besteden aan de klachten of zorgen over gezondheid
  • Niet elke klacht hoeft telkens aanwezig te zijn: maar het hebben van klacht(-en) is wel langer dan half jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

behandeling somatisch symptoom stoornis

A

Duur: aantal gesprekken tot intensief behandelproces van een aantal jaar met verschillende deelbehandelingen.

Zorg op maat: soort klachten en comorbiditeit als angst en depressie en negatieve levenservaringen komen bij meer mensen voor; maar de combinatie van factoren is altijd uniek (mix van voorgeschiedenis, persoonlijkheid, actuele context en veranderings(on-)mogelijkheden)

Uitzoeken met patiënt welke factoren in het hier en nu of verleden onderhoudend zijn, en of deze te beïnvloeden zijn

Dagelijkse leven met de klachten optimaliseren (waarde gericht ipv klacht gericht leven)

Hulpmiddelen en methodes als: medicatie, gesprekstherapie, psychomotore therapie, EMDR, schematherapie, cognitieve gedragstherapie, beeldende therapie, hypnotherapie, systeemtherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer is er sprake van arbeidsongeschiktheid door ziekte of gebrek

A
  • Een stoornis (in lichaamsfuncties en/of anatomische eigenschappen) rechtstreekt gevolgen heeft voor en logisch samenhangt met
  • Beperkingen (in gedragingen en activiteiten) en handicaps (in de sociale rollen, toegespitst op de arbeidsrol)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

4 hoofdtaken van verzekeringsarts

A
  • Beoordelen van de sociaal-medische voorgeschiedenis. Is het behandel- en begeleidingstraject goed verlopen?
  • beoordelen of de belastbaarheid op het moment van beoordeling werken (al dan niet gedeeltelijk) toelaat
  • beoordelen of directe actie, zoals een behandelinterventie, nodig is om functioneren en werkhervatting te bevorderen
  • beoordelen wat de prognose is voor het herstel van de gezondheid en het functioneren
    vervolgens belastbaarheid vastleggen in functionele mogelijkhedenlijst (FML)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly