Week 12 HC6 Diepe Veneuze Trombose Flashcards
Wat is trombose?
De pathologische vorming van een bloedstolsel in een bloedvat, waardoor dit bloedvat geheel of gedeeltelijk wordt afgesloten.
Waar kan arteriele trombose tot leiden?
Hart- en herseninfarct
Waar kan veneuze trombose tot leiden?
Trombosebeen of arm, of longembolie
Wat is een proximale trombosebeen?
Een diepveneuze trombose in de bovenbeen en dus in de v. poplitea of erboven.
Wat is een longembolie?
Een veneus stolsel, maar zit in de arterie van je long
Wat is de relatie tussen DVT en longembolie?
Mensen met diepveneuze trombose hebben een grote kans op longembolie, de meeste mensen met longembolie hebben diepveneuze trombose.
Wat zijn 6 belangrijke risicofactoren voor DVT?
Leeftijd, kanker, immobilisatie, trauma, operatie, zwangerschap.
Wat is de trias van Virchow?
De 3 invloeden die zorgen voor het ontstaan van een veneuze trombose:
- Vaatwandbeschadiging in een bloedvat
- Stase (bloed kan niet stromen)
- Hypercoagulabiliteit (verhoogde stollingsneiging van het bloed)
Welke 3 dingen worden er gdn om DVT te diagnosticeren? (In de goede volgorde)
- Klinische risicofactoren tabel
- D-dimeer gehalte
(3. Echografie)
Wat doe je op basis van de resultaten van de klinische risicofactoren tabel?
- klinische waarschijnlijkheid ≥ 2 -> echo
- klinische waarschijnlijkheid < 2 -> D-dimeer bepalen (-> verhoogd D-dimeer gehalte -> echo)
Wat is D-dimeer?
Een afbraakproduct van fibrine
Hoe ga je met een echografie een DVT vaststellen?
Met echokop druk je op het vat, je duwt het vat dicht, als dit lukt zit er niets in het vat, als dit niet lukt is er een stolsel in het vat aanwezig. (Arterien gaan niet dicht, maar de venen wel!)