Week 11 HC3 Longfunctie En Interstitiele Afwijkingen Flashcards
Wanneer spreek je na een spirometrie van een restrictie?
TLC < -1,64 SD (LLN)
Wat gebeurt er met de FEV1, FVC, FEV1/FVCm FRCm RV en VC bij restrictie?
- FEV1 omlaag
- FVC omlaag
- FEV1/FVC normaal of licht omhoog
- FRC omlaag
- RV omlaag
- VC omlaag
Welke 3 oorzaken van restrictieve longfunctiestoornissen zijn er?
- intrinsieke oorzaken (interstitiele fibrose, pneumonie, tuberculose, hartfalen met longoedeem)
- extrinsieke oorzaken (kyphoscoliose en extreem overgewicht, zwangerschap, ruimte-innemend proces in abdomen en pijn bij inspiratie)
- neuromusculaire oorzaken (spierdystrofie, poliomyelitis, algemene spierzwakte door ondervoeding)
Wat gebeurt er met de DLCO bij restrictie en door welke factoren komt dit?
- DLCO omlaag
- want A omlaag: alveolaire oppervlakte neemt af
- want T omhoog: verdikking van lucht-bloed-barriere
Wat is de Kroghfactor? (KCO)
Een maat voor de diffusiecapaciteit van het membraan zelf.
Hoe bereken je de Kroghfactor?
KCO = DLCO / Va
Wat gebeurt er met de KCO bij longfibrose?
- KCO daalt -> want membraan is dikker
Hoe berekenen je de ademarbeid?
Ademarbeid = stromingsarbeid + elastische arbeid
Wat gebeurt er met de ademarbeid bij fibrose?
- stromingsarbeid -> normaal
- elastische arbeid -> omhoog -> stug longweefsel
Wat is de kenmerkende ademhaling van een patient met fibrose?
Snelle en oppervlakkige ademhaling.
Wat gebeurt er met de TLC, FEV1/FVC, DLCO en KCO bij restrictie door extrinsieke oorzaak?
- TLC = sterke daling
- FEV1/FVC = geen verhoging
- DLCO = daling
- KCO = verandert niet
Wat gebeurt er met de TLC, VC, en RV bij restrictie door neuromusculaire aandoening?
- TLC = daling
- VC = daling
- RV = verandert niet -> in verhouding tot TLC groter