Week 11: Afwijkingen van CZS en mentale retardatie HC's Flashcards

1
Q

stappen vorming CZS

A
  1. Neurale buisvorming
  2. Neurogenese: vorming neuronen
    Gliogenese: vorming gliacellen
  3. neuronale migratie: neuronen verplaatsen zich naar hun uiteindelijke locatie in hersenschors (via radiale gliacellen)
  4. vorming verbindingen: axonen en synapsen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

van wanneer tot wanneer neurogenese?

A

week 4 tot 24 weken na conceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat ontstaat uit neurale buis?

A

CZS:
hersenen, retina, ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat ontstaat uit neurale lijst?

A

PZS:
perifere ganglia, perifere zenuwen, zenuwstelsel darmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

telencephalon

A

cortex en basale kernen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Diencephalon

A

hypothalamus en thalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mesencephalon

A

midden hersenen, aqueduct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

metencephalon

A

pons en cerebellum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

myelencephalon

A

medulla oblongata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

basale plaat

A

ventraal
motorisch
gereguleerd door SHH uit floor Plate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

alar plaat

A

dorsaal
sensorisch
wordt beïnvloedt door BMP uit dakplaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

craniale ontwikkeling hersenen

A

endoderm produceert Wnt-remmers die zorgen voor ontwikkeling prosencephalon en mesencephalon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Caudale ontwikkeling hersenen

A

in paraxial mesoderm wordt Wnt geactiveerd > ontwikkelen rhombencephalon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Midbrain-hindbrain boundary (MHB)

A

grens tussen mesencephalon en rhombencephalon
scheidt FGF8 uit: reguleert ontwikkeling mesencephalon en metencephalon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

notochord en ontwikkeling zenuwstelsel

A

scheidt Shh uit wat cruciaal is voor ventrale patroonvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

holoprosencephalie

A

defect in patroonvorming met Shh
prosencephalon niet goed gesplitst

17
Q

symmetrische en asymmetrische neurogenese

A

symmetrisch: vermeerdering stamcellen
asymmetrisch: neurogenese

18
Q

microcephalie

A

te weinig neurogenese
problematisch, mentale retardatie, genen aangedaan die gekoppeld zijn aan mitose

19
Q

lissencephalie (gladde hersenen)

A

migratie verstoord > binnenste buiten structuur verstoord, ook Sulci en gyri.

20
Q

Neurale buis defecten

A

spina bifida
anencephalie (bovenste opening sluit niet)
holoprosencephalie

21
Q

celdeling defecten

A

microcefalie en macrocefalie

22
Q

congenitale afwijkingen arm 3 dimensies

A
  • proximaal distaal, storing dan arm stopt met groeien
  • anterior posterior, storing dan extra vinger
  • ventraal dorsaal, storing dan bv nagel verkeerde kant vinger
23
Q

policisatie

A

behandeling type IV en V hypoplastische duim waarbij van wijsvinger duim wordt gemaakt

24
Q

triggerduim

A

aangeboren deformatie waarbij flexor pollicis longus niet soepel door peesschede glijdt
flexie contractuur of klikken

25
Q

alarmsignalen mentale retardatie kinderen

A
  • niet halen mijlpalen
  • niet reageren op geluid
  • geen oogcontact 6e week
  • onvoldoende interesse omgeving
  • neurologische verschijnselen
26
Q

perinatale oorzaken mentale retardatie

A

asfyxie
hypoglycemie
infecties

27
Q

wanneer ga je diagnostisch onderzoek doen bij vermoeden mentale retardatie

A
  • ontwikkelingsachterstand voor 2,5 jaar
  • IQ test kan na 2,5 jaar
  • zwakbegaafdheid indien speciaal onderwijs nodig
  • autisme met VB
  • taal-spraak achterstand die niet anders verklaard kan worden
28
Q

rode vlaggen autisme

A
  • lacht niet naar anderen (12 m)
  • reageert niet op aanspreken (12 m)
  • brabbelt niet (12 m)
  • geen gebaren (12 m)
  • geen interesse in andere mensen (12 m)
  • geen functioneel gebruik van woorden