week 10 dionne Flashcards
hypertrofie
= groei door omvang toename cel
hyperplasie
= groei door toename celaantal
atrofie
= afname omvang orgaan
metaplasie
= het weefsel wordt vervanen door matuur weefsel van een ander orgaan
differentiatie
= de mate waarin een groeistoornis de oorspronkelijke architectuur behoudt
neoplasie
= abnormale, ongecoordineerde, excessieve celgroei na verdwijning stimulus
mesenchymaal
= cellen van weke delen (steunweefsel oa spier, bloedvat, bot vet, hematopoeitisch weefsel)
–> maligne tumoren heten sarcomen
epitheliaal
= cellen die gepolariseerd zijn en in een hecht onderling verband liggen:
- bedekken de cellen van huid en darm
- levercellen en endocriene cellen
hoe heten maligne tumoren van epitheliale cellen
carcinomen
wat heeft benigne wel en maligne niet:
- infiltratieve groei
- metastasering
- angioinvasie
- perimneurale invasie
hoe is de bijnier opgebouwd/gegroeid
uit twee kiembladen die in elkaar gegroeid zijn:
- het merg uit de neuro-ectodermale lijst
- de cortex uit het endodermale kiemblad (mesoderm)
lagen cortex
- zona glormerulosa
- zona fasciculata
- zona reticularis
zona glomerulosa
loopt hobbelig
produceert aldosteron
5-10% van cortex
zona fasciculata
kenmerkt zich door straatjes
70% van de cortex
vormafwijkingen bijnierschors
hyperlasie/adenoom
- incidentaloom
- hormoonproductie
carcinoom
- massawerking
solitaire gezwellen
- produceren geen hormoon
- zijn wel erg groter
- groter dan 6cm weghalen anders kans op kwaadaardig worden
syndroom van Conn
= adenoom in de zona glomerulosa, deze tumoren produceren zelf ook aldosteron
is de frequentie van adenomen hoger of lager dan van carcinomen?
hoger
hoe maak je onderscheid tussen adenoom en carcinoom?
- lastig op functie en macroscopisch en microscopisch niveau
- alleen bij metastasen weet je dat het om een carcinoom gaat
maken maligne tumoren wel of geen hormonen? (in het algemeen)
geen
histologische kenmerken bijnierschors carcinomen
- nucleaire atypie
- atypische mitose
- dediferentiatie
- groeiswijze
neoplasie bijniermerg
- feochromocytoom
- paraganglioom
- neuroblastoom (mn bij kinderen)
- ganglioneuroom
feochromocytoom
= catecholamine-producerende tumor in de bijnier
- incidentie 1/100000
- vaak in combi met andere tumoren
paraganglioom
= catecholamine-producerende tumor buiten de bijnier