week 10 Flashcards
Wat is de prevalentie van ADHD?
- 3-5% op basisschoolleeftijd
- 1,5% jeugdigen
- 1% volswassen
M:V 3:1
Wat is de behandeling van ADHD?
Ouders
- psycho-educatie
- ouderbegeleiding (gedragstherapeutische interventies)
Kind
- psycho-educatie
- zelfregulatietraining (stop-denk-doe) (in combinatie met ouders)
- neurofeedback?
- planning- en organisatietrainingen/’serious games’?
- voedingssupplementen/eliminatiedieet?
- medicatie: methylfenidaat, dexamfetamine, atomoxetine, guanfacine, clonidine
School
- psycho-educatie
- gedragstherapeutische
Welke structuren zijn betrokken bij het limbische systeem?
- amygdala
- hippocampus
- gyrus cinguli
- orbitale en mediale prefrontale schors
- dorso-mediale thalamus
- ventrale basale ganglia (nucleus accumbens)
- insulaire schors
- hypothalamus
Via welke 2 manieren komt sensibele input het limbisch systeem binnen?
- direct vanuit ruggenmerg en hersenstam, deels zonder tussenkomst thalamus (geur) of schors (vnl viscerale input)
- indirect na processing in de schors (complexe informatie)
Via welke 2 manieren gaat motorische output het limbisch systeem uit?
- direct via hypothalamus en (autonome) centra in ruggenmerg en hersenstam
- indirect via beinvloeding van (sub) corticale systemen
Wat zijn de functies van de hypothalamus?
- endocrien (via hypofyse)
- autonome functie
- algemene functies:
- slaap/waak, dag/-nachtritme, stress reacties
Welke criteria voor diagnose depressieve stoornis?
- Sombere stemming of verlies van plezier
(+ ≥ 4 andere
symptomen)
- Schuldgevoelens
- Slaapproblemen
- Minder eetlust
- Angst/ Spanningsklachten
- Verminderde libido
- Lichamelijke vermoeidheid
- Suicidaliteit
- Hypochondrie
Gedurende 14 dagen, min 5/9 symptomen
Welke criteria diagnose depressie met melancholische kenmerken?
- Anhedonie of ontbreken stemmingsreactiviteit
+
- distinct quality of mood
- dagschommeling
- vroeg ochtendontwaken (2 uur eerder dan normaal)
- psychomotore remming/agitatie
- significante anorexie/gewichtsverlies
- buitensporige schuldgevoelens
Welke criteria diagnose depressie met psychotische kenmerken?
- Hopeloosheid, anhedonie
- Vrijwel altijd ook melancholische kenmerken
- Stemmingscongruente wanen (schuldwaan, armoedewaan)
- Hallucinaties zijn zeldzaam
→ onderscheid pychose en psychotische depressie: bij depressie vaak ‘ik’ die schuldig is, psychose vaak ‘zij’
Wat is het behandelalgoritme voor depressie?
- behandeling met SSRI, venlafaxine, TCA
- CGT of IPT ( 1 en 2 in willekeurige volgorde)
- switchen van antidepressivum: SSRI → TCA
- Lithium additie
- klassieke MAO-remmer
- Electroconvulsietherapie
(niet one-size fits-all)
Wat is de prevalentie van angststoornissen bij kinderen?
11%
Welke soorten angststoornissen zijn er bij kinderen?
- seperatieangsstoornis
- specifieke fobie
- gegeneraliseerde angsstoornis
- sociale angststoornis
- paniekstoornis
Wat zijn risicofactoren voor een angststoornis?
- genetisch (30-40%)
- geïnhibeert temperament (sterk genetisch bepaald)
- negatieve ervaringen
- sociaal vermijdende gezinnen
- angstige, overprotectieve, weinig aanmoedigende opvoedstijl
- interactie gen en omgeving (overdracht ouder op kind)
Welke behandeling voor angststoornissen bij kinderen?
- eerste keus: CGT (65-70% succes + langdurig effect)
- SSRI (alleen in extreme gevallen of onvoldoende effect van CGT)
Hoeveel mensen in NL gebruike antidepressiva?
1.2 miljoen
Hoeveel % van de antidepressiva wordt door de huisarts voorgeschreven? en de psychiater
60-70% door huisarts
30% door psychiater
Wat is de werkzaamheid van antidepressiva?
55%
(waarvan placebo effect 35%)
Leg de monoamine theorie uit
- depressie ontstaat door tekort aan de neurotransmitters noradrenaline (NA) en serotonine (5-HT)
ondersteunende bevindingen:
- reserpine kan depressie veroorzaken (NA en 5-HT depletie)
- 5-HT concentratie is verlaagd bij depressieve patienten
- polymorfisme in gen dat codeert voor 5-HT re-uptake eiwit associeert met depressie
Wat zijn belangrijke drug-targets van antidepressiva?
- reuptake pomp (5-HT of NA)
- remmen afbraak monoamines door enzymen (bv. MAO breekt 5-HT af)
- postsynaptisch receptoren stimuleren of remmen
- presynaptisch receptoren inhiberen die 5-HT of NA remmen (bv. a2-adrenerge receptoren en 5-HT-1B/D-receptor)
Wat is de kern voor noradrenaline (waar komt het vandaan)?
locus coeruleus
Waaruit worden noradrenaline en serotonine gemaakt?
tyrosine -> NA
tryptofaan -> 5-HT
Wat is de kern voor serotonine?
raphe kernen
Welke soorten antidepressiva zijn er?
- klassiek (tricyclische) antidepressiva (TCAs): amitriptyline, nortriptyline, imipramine
- selectieve serotonine re-uptake inhibitors (SSRI’s): fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline, citalopram
- serotonine-noradrenaline re-uptake inhibitors (SNRI’s): venlafaxine
- (presynaptische) alfa2 receptor antagonisten: mianserine, mirtazepine, trazodon
- MAO-A remmers: tranylcypromine, moclobemide
- overige antidepressiva: buprpion, ST. Janskruid etc.
wat is de volgorde waarin artsen vaak antidepressiva voorschrijven?
- SRI
- rustig afbouwen
- SNRI
- rustig afbouwen
- TCAs
- werken goed, maar vaak meer bijwerkingen
- MAO-A remmers
- stevige bijwerkingen; vaak dieetaanpassingen, door aanwezigheid van tyramine in sommig voedsel
Welke middelen hebben een sterke affiniteit met NA? en welke met 5-HT?
NA -> TCA’s
5-HT -> SSRI’s