wechselpräpositionen Flashcards
1
Q
welke figuurlijk gebruikte voorzetsels zijn met akkusatief?
A
auf en über
2
Q
welke figuurlijk gebruikte voorzetsels zijn met datief?
A
an, hinter, in, neben, unter, vor en zwischen
3
Q
voorbeeld zin met figuurlijk gebruikt voorzetsel met DATIEF
A
Ich arbeite an der Zukunft
4
Q
voorbeeld zin met figuurlijk gebruikt voorzetsel met AKKUSATIEF
A
Ich habe über die Studienwahl nachgedach
5
Q
A