WC3 - de toegang tot de procedure Flashcards

1
Q

Het college van burgemeester en wethouders neemt in zijn collegevergadering van 24 oktober 2012 een besluit over een vergunning, aangevraagd door een zekere heer De Laat. De vergunning wordt verleend, maar er zijn verschillende voorschriften aan verbonden waar De Laat het niet mee eens is. Op donderdag 25 oktober 2012 wordt dit besluit verzonden aan De Laat. De Laat maakt bezwaar tegen dit besluit, op 6 december 2012 door middel van een aangetekende brief. PostNL heeft het al weer druk met de kerstkaarten, en daardoor wordt het geschrift pas op 12 december 2012 bij het gemeentehuis bezorgd.

A. Zal het bezwaarschrift van De Laat niet-ontvankelijk moeten worden verklaard, vanwege een termijnoverschrijding?

A

24 okt besluit genomen
25 okt besluit verzonden
6 dec bezwaar per brief verzonden
12 dec brief bezorgd

Art. 6:7: Bezwaar moet binnen 6 weken
Art. 6:8 lid 1: Termijn vangt aan dag na bekendmaking.
Art. 3:41 Bekendmaking beschikkingen (3:42 is publicatie) = toezending. De verzendingsdag is de bekendmaking. Deze verzendingsdag was 25 oktober, en de dag daarna (6:8 lid 1) is dus 26 oktober.
Termijn van 6 weken zou zijn op 6 december 2012; de eerste dag (De 26e telt mee!).
Art. 6:9 lid 1: Tijdig als binnen termijn is ontvangen door bestuursorgaan  niet aan de orde! Want werd pas op 12 december ontvangen.
Art. 6:9 lid 2: Tijdig als; binnen termijn is bezorgd, én binnen week na uiterste dag ontvangen door b.o.! in casu: 6 december bezorgd, én binnen week na 6 dec, namelijk op 12 december, ontvangen. Dus op grond van art. 6:9 lid 2 is het bezwaarschrift tijdig ingediend.

Vuistregel: weekdag waarop termijn begint te lopen (in casu een vrijdag), de weekdag daarvóór is de laatste dag! (in casu een donderdag).

Valt de laatste dag in het weekend, of op een algemeen erkende nationale feestdag; schuift de termijn door naar de eerste dag die geen zaterdag, zondag of feestdag is. Dat volgt uit de algemene termijnenwet, artikel 1. Goede vrijdag is ook een algemeen erkende feestdag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een ambtenaar herinnert zich dat een derde-belanghebbende, de heer Mutsaers, enige tijd geleden bezorgd heeft geïnformeerd naar de aanvraag die De Laat had ingediend. (De aanvraag was weliswaar niet gepubliceerd – er is ook geen zienswijzeprocedure of iets dergelijks geweest – maar Mutsaers had er informeel van gehoord.) Op 30 oktober verstuurt de ambtenaar namens het college van b. en w. een brief aan Mutsaers, waarin wordt meegedeeld dat op 24 oktober 2012 aan De Laat de gevraagde vergunning is verleend. Een kopie van de aanbiedingsbrief die aan De Laat werd verzonden is bijgesloten. Mutsaers wil bezwaar maken en vraagt aan u hoe de termijn die hij daarvoor heeft, berekend moet worden.

B. Op welk moment neemt de termijn die Mutsaers heeft voor het indienen van bezwaar een aanvang?

A

Art. 6:7 jo 6:8 de termijn van zes weken vangt aan met ingang van de dag NA die waarop het besluit is bekend gemaakt. Dit geldt voor iedereen. Ook voor derde belanghebbenden.
Ja, het komt wel eens voor dat bijvoorbeeld zo’n brief pas op 10 december wordt verzonden. Dan nog is 6 december de laatste dag van de termijn. Maar in dat geval is er een voorziening daarvoor: art. 6:11. Als jou in redelijkheid niet verweten kan worden dat je te laat bent, dan wordt het toch nog ontvankelijk verklaard. Verschoonbare termijnoverschrijding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een toneelvereniging vraagt een provinciale subsidie aan bij GS. De aanvraag wordt door GS afgewezen. Is de afwijzing vatbaar voor bezwaar en beroep ingevolge de Awb? Bespreek bij de beantwoording of artikel 6:2 Awb daarbij een rol speelt.

A

Afwijzing aanvraag. Art. 6:2 speelt geen rol want dit artikel gaat over het weigeren of het niet tijdig nemen van een besluit. Artikel 1:3 lid 2 zegt dat een afwijzing van een aanvraag van een beschikking ook een besluit is.
Waarom is dit een beschikking? Geldt voor een vooraf definieerbare groep personen; vereniging.
Strikt genomen geen besluit in de zin van art. 1:3, want het betreft een afwijzing!
Omdat het een besluit is, 8:1, kunnen ze in bezwaar en beroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het college van burgemeester en wethouders verleent in januari 2011 aan Van Gunderen Ontwikkeling BV een omgevingsvergunning voor onder meer het kappen van een aantal bomen in de wijk Asterdplas. De bomen moeten plaatsmaken voor een nieuw te bouwen appartementencomplex. De omwonenden zijn het absoluut niet eens met dit (onderdeel van het) besluit. Toen zij er achter kwamen dat de vergunning in voorbereiding was, hebben ze een vereniging, Buurtplatform Asterdplas geheten, opgericht. Volgens de statuten stelt de vereniging zich ten doel: het behartigen van de collectieve belangen van bewoners in de wijk Asterdplas. De vereniging maakt binnen de termijn bezwaar tegen de omgevingsvergunning. Het college neemt een besluit op bezwaar waarin het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard. Daarbij verwijst het college naar de uitspraak ABRvS 1 oktober 2008 (Stichting Openbare Ruimte). Een van de omwonenden, de heer Van Vliet, heeft zich niet als lid van de vereniging aangemeld. Hij heeft zelf afgezien van het indienen van een bezwaarschrift, toen hij hoorde dat de vereniging dat al had gedaan. Hij hoopte echter wel dat het kappen van de bomen, waarop hij vanuit zijn woonkamer een prachtig uitzicht heeft, niet door zou gaan. Hij baalt er dan ook stevig van als hij hoort dat het bezwaar van de vereniging niet-ontvankelijk is verklaard. Omdat Van Vliet van mening is dat het besluit inhoudelijk niet deugt, en hij vreest dat ook de rechter de vereniging niet-ontvankelijk zal achten, stelt hij beroep in bij de rechtbank.

A. Hoe zal de rechtbank beslissen op het beroepschrift van Van Vliet?

A

Het beroep zal niet ontvankelijk worden verklaard omdat dhr. Van Vliet alvorens beroep in te stellen verwijtbaar geen bezwaar heeft ingediend, art. 7:1 jo 6:13.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De vereniging gaat in beroep tegen het besluit op bezwaar. Tot vreugde van de leden van de vereniging verklaart de rechter dit beroep gegrond, omdat het bezwaarschrift van de vereniging wel ontvankelijk had moeten worden verklaard.

B. Op welke gronden zal de rechter tot deze beslissing zijn gekomen?

A

Dit gaat om Stichting Openbare Ruimte. Wat was er aan de hand?
Er zijn grenzen aan waar een rechtspersoon (zoals stichting) tegen kan procederen:

  1. Statuten – doelbeschrijving. Daaraan kun je objectief vaststellen waarom een stichting opgericht is. Ze kan niet opkomen tegen belangen die niet echt in de statuten worden genoemd;
  2. Wat was het bereik van de doeleinden van Stichting Openbare Ruimte? Het doel moet wel specifiek zijn, 1:2 lid 3 Awb. Rechtspersonen kunnen ook belanghebbenden zijn, gewoon via lid 1; eigenaar van een pand bijvoorbeeld. Maar rechtspersonen kunnen ook belanghebbenden zijn op grond van lid 3:
    o Rechtspersonen
    o Die algemene belangen / of collectieve belangen verdedigen
    o De statuten moeten die belang precies omschrijven
    >Functioneel aspect
    >Territoriaal aspect
    o Feitelijke werkzaamheden
  3. Bij Stichting Openbare Ruimte hadden ze het niet precies genoeg omschreven; ze zouden eigenlijk met die vage statuten óveral voor op kunnen komen. ‘Alle levende wezens, over de gehele wereld’ – qua functie en territorium was dit natuurlijk veel te breed. Niet specifiek genoeg. Dus toen kon deze stichting via 1:3 lid 3 geen belanghebbende zijn.
  4. Die collectieve/algemene belangen moeten worden behartigd door feitelijke werkzaamheden. In stichting openbare ruime hadden zij geen feitelijke werkzaamheden; zij deden alleen procederen. Feitelijke werkzaamheden moeten niet alleen werkzaamheden ter voorbereiding of ter proces zijn.

Aan alle 4 voldaan? Dan kan daarvoor worden opgekomen door de rechtspersoon bij de bestuursrechter.

In casu:
Vooral in de statuten zit het mis: qua functioneel aspect loopt het beetje mis misschien. Maar vooral: feitelijke werkzaamheden. Dat blijkt uit het feit dat ze ‘m pas hebben opgericht nadat een besluit was genomen. Het bestaan is te danken aan het procederen zelf.
Gaat het hier om collectieve of algemene belangen? Het is een bundeling van individuele belangen; dus collectieve belangen. Bij collectieve belangen is de rechter veel minder kritisch. Hij kijkt misschien niet eens naar statuten. Waarom? Dat zie je ook weer in Stichting Openbare Ruimte, p192 rechterkolom jurisprudentiebundel. De Afdeling zegt over feitelijke werkzaamheden: als stichting openbare ruimte een bundeling van belangen (collectieve belangen) had ‘gezegd’, dan waren ze door die eis van ‘feitelijke werkzaamheden’ gekomen. Waarom doet de afdeling dat? Dat is gewoon efficiënter: één beroepschrift behandelen is gemakkelijker dan 20 beroepschriften behandelen. Dus afdeling zegt: als het om ‘collectieve belangenbehartiging’ gaat, nemen we feitelijke werkzaamheden aan en dan gaan we niet nauw kijken naar hoe precies de statuten zijn omschreven. Dit werkt namelijk gewoon heel efficiënt voor de rechtsbescherming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het college van burgemeester en wethouders van Dongenland heeft de minister van Infrastructuur en Milieu op grond van het Productenbesluit asbest verzocht om handhavend op te treden vanwege het boren van gaten in asbesthoudende dakplaten voor het bevestigen van zonnepanelen op een tweetal particuliere panden in Dongenland. Ingevolge artikel 4 is het verboden asbest of asbesthoudende producten te vervaardigen, in Nederland in te voeren, voorhanden te hebben, aan een ander ter beschikking te stellen, toe te passen of te bewerken.

Waarvan hangt het in casu af of het college van burgemeester en wethouders als belanghebbende kan worden aangemerkt?

A

Als ze geen belanghebbende is, is het ook geen beschikking in de zin van de Awb. Want beschikkingen zijn besluiten inclusief afwijzingen aanvraag, en aanvraag komt af van een belanghebbende. Dus als ze geen belanghebbende is, is het geen beschikking.

Waar hangt het van af? Artikel 1:2 lid 2: de ‘hun toevertrouwde belangen’, zijn de belangen. Welke opdracht heeft de B&W dan? Algemene bevoegdheden van de Awb worden hierin niet betrokken. Je moet kijken naar specifieke bevoegdheden, en daaruit leidt je de belangen af. Als DIE belangen worden geraakt door een handhavingsbesluit, dan is dat college belanghebbende.
Je moet dus een specifieke bevoegdheid vinden. In casu heeft ze specifieke bevoegdheden ter bescherming van het milieu. Het college kan opdrachten geven om asbest op te ruimen op grond van Wet Milieubeheer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aernout woont tegenover een gemeentelijk park. Hij geniet dagelijks van de aldaar aanwezige iepen, waar hij vanuit zijn woonkamer zicht op heeft. Bas is de buurman van Aernout, voor hem geldt hetzelfde. Carla is voornemens een huis te kopen naast dat van Aernout. Een belangrijke reden waarom zij ter plaatse wil wonen is de aanwezigheid van het park en de prachtige bomen die daar staan. Dirk woont niet in de buurt van het park, heeft daar geen zicht op, maar geniet minstens net zoveel van de iepen, wanneer hij zijn wekelijkse wandelrondje door het park maakt. Groot is het afgrijzen van Aernout, Bas, Carla, en Dirk wanneer zij vernemen dat de gemeente van plan is het park een meer open karakter te geven. Het college van b. en w. heeft ter verwezenlijking van dat plan een omgevingsvergunning verleend aan de gemeente (zij is immers eigenaar van het park) voor de kap van de iepen. Aernout, Bas, Carla, en Dirk overwegen bezwaar te maken tegen dit besluit.

A. Beoordeel of Aernout, Bas, Carla, en Dirk belanghebbende zijn.

Uiteindelijk besluit alleen Aernout bezwaar te maken. Het college van b. en w. heeft het besluit waarbij de omgevingsvergunning is verleend op 2 februari 2015 verzonden aan de gemeente. Aernout stuurt zijn bezwaarschrift op 17 maart 2015 per fietskoerier naar het college van b. en w., dat het bezwaarschrift op dezelfde dag ontvangt.

B Is Aernouts bezwaarschrift tijdig ingediend?

Het college van b. en w. heeft na afloop van de bezwaartermijn de ontvangst van Aernouts bezwaarschrift bevestigd, maar 4 maanden nadien heeft Aernout nog steeds niets gehoord. Kennelijk hoopt het college dat de zaak op deze manier een stille dood sterft!

C Wat kan Aernout ondernemen tegen het uitblijven van een besluit van het college van b. en w.?

A

Belanghebbende, art. 1:2 lid 1 Awb:
- Objectief bepaalbaar belang
Niet zuiver subjectief belang. Iets wat alleen maar in de gedachte van iemand afspeelt.
- Persoonlijk
Je moet je onderscheiden van willekeurige anderen. Is bedoeld om mensen te weren die niks te maken hebben met een besluit. Het is vaag, maar er wordt gekeken of iemand een belang heeft dat diegene bijzonder maakt. Dus niet zijnde een principieel belang -> fysieke nabijheid.
- Eigen belang
Belanghebbende moet voor zichzelf wel opkomen.
- Rechtstreeks
Causaal verband tussen besluit en belang, fysieke nabijheid kan ook hier bij horen. Zonder fysieke nabijheid is er misschien ook geen causaal verband. De ABRvS schaalt ‘fysieke nabijheid’ onder ‘persoonlijk belang’.
- (Actueel belang)
Het geraakte belang moet er zijn op het moment dat het besluit wordt/werd genomen.

Aernout en Bas:

  • Objectief: ze hebben uitzicht. Het is een concrete situatie die ook buiten hun subjectieve wereld bestaat. Belang = behoud uitzicht. Dat is objectief bepaalbaar, het is in de leefomgeving.
  • Persoonlijk: iemand met direct zicht op een plan, die heeft wel een persoonlijk belang daarbij.
  • Eigen: ja het zijn hun eigen belangen.
  • Rechtstreeks: het kappen van de boom is van effect op het uitzicht
  • Actueel: belang bestaat op het moment dat het besluit wordt genomen

Carla:
- Actueel: zij heeft überhaupt nog geen belang ergens bij want ze woont er nog niet.

Dirk:
- Persoonlijk belang: hij onderscheid zich hier niet van de rest die er ook wel eens fietst of wandelt.

B.
2 februari 2015, college heeft besluit verzonden naar gemeente
17 maart 2015, bezwaarschrift ingediend.
Op tijd? Nee. Hij is een dag te laat.
Op 2 februari verzonden, termijn start op 3 februari. Als je gaat tellen kom je uit op 16 maart als uiterste dag.

C.
Aernout hoort maar niets, maar er moet wel een besluit komen, ook al is dat een niet-ontvankelijkheid verklaring. Art. 6:2: het niet tijdig nemen van besluit. Dit is de bezwaarfase. Artikel 7:1 het college heeft 6 weken; en is overschreden met geruime tijd.
Dit geldt dus als een besluit, en daartegen is beroep mogelijk op grond van 8:1 Awb  maar wel eerst nog even een ingebrekestelling 6:12.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly