RTO Flashcards

1
Q

Landbouwvliegers

A

Casus:
Nieuwe regeling voor sproeivliegtuigen houdt in dat minimale afstand tot gebieden waarop de vliegtuigen bestrijdingsmiddelen mogen inzetten verkleind is tot 50 meter van kwetsbare plaatsen zoals scholen, ziekenhuizen etc. Gevolg is dat omzet van die vliegtuigen daalt tussen 50 - 70%.

Rechtsvraag:
Kan er ook lagere regelgeving, zoals in dit geval een AVV, aan de algemene rechtsbeginselen worden getoetst?

De HR oordeelt dat lagere regelgeving wel aan de algemene beginselen mag worden getoetst, zolang dit wel met enige terughoudendheid gebeurt (art. 11 AB). Indien er een tegen beschikking voldoende rechtsgang heeft opgengestaan, maar hier is niets mee gebeurd, dan gaat de burgerlijke rechter ervan uit dat de beschikking qua inhoud en ook qua wijze van totstandkoming overeenkomt met de algemene rechtsbeginselen. Dit geldt zelfs als blijkt dat een beschikking vernietigd zou zijn indien er wel tijdig beroep zou zijn ingesteld.
Ten slotte oordeelt de HR dat geen sprake was van willekeur en dat de NL staat uiteindelijk dus wel in het gelijk wordt gesteld.

Rechtsregel:
Ook lagere regelgeving dan wetten in formele zin mogen aan de algemene beginselen worden getoetst, mits dit met de vereiste terughoudendheid gebeurd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Harmonisatiewet

A

Door wijziging art. 120 van ‘onschendbaarheid wetten’ naar ‘toetsingsverbod grondwettigheid’.

Vraag: mogen wifz nu dan WEL getoetst worden aan beginselen? HR zei: nee, dat toetsingsverbod moet je ruim blijven opvatten zoals voorheen vanwege:

  1. Traditionele plaats binnen rechtsstelsel
    Binnen verdeling van de machten heeft rechter een traditionele plaats; trias-politica argument.
  2. Wetsgeschiedenis
    Wetgever heeft gezien vanuit de parlementaire stukken niet beoogt het begrip op te rekken, dus dat deed HR ook niet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Groningse Methadonarts

A

Er was sprake van een uitspraak die niet was aan te vechten in HB. De betrokkenen starten een actie uit OD bij de burgerlijke rechter. Volgens de HR is dit eigenlijk niet mogelijk, maar als er dusdanige fundamentele rechtsbeginselen zijn geschaad, dan is dit wel mogelijk. De Europese Commissie had in deze zaak vastgesteld dat er echter ook geen sprake was van schending van art. 6 EVRM.
-> Ondanks dat art. 6 EVRM niet is geschonden, kan er toch een beroep gedaan worden op onrechtmatig overheidshandelen (onrechtmatige rechtspraak) als er dusdanige fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Maxis en Praxis (Kwantum NL BV)

A

Wat betekent codificatie in de zin van art. 3:4 lid 2 nu? De rechter mag niet op de stoel van het bestuur zitten, dus moet terughoudend toetsen of het evenredigheidsbeignsel goed is toegepast. Een besluit mag niet onevenredig zijn. Toetsing moet toch terughoudend zijn. De rechter mag dit alleen doen bij punitieve sancties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Keuringsplaats Scheerwolde

A

Casus:
Bij besluit heeft de gemeente de vergunning voor een keuringsplaats voor motoren ingetrokken. Hiertegen is de voormalig vergunninghouder in bezwaar gegaan, dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De voormalig vergunninghouder heeft beroep ingesteld bij de rechtbank, dat is gegrond verklaard en het besluit en besluit op bezwaar zijn vernietigd. De gemeente (appellant) heeft daartegen hoger beroep ingesteld.

Rechtsvraag:
Is de vergunninghouder rechtsgeldig ingetrokken door appellant?

Rechtsregel:
De terughoudende toetsing door de rechter kan achterwege blijven wanneer bevorderen van naleving van rechtsnormen door middel van toevoeging van extra leed voorop staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kobler

A

Kobler hoogleraar aan universiteit. Dit is een publiekrechtelijke dienstverhouding. Hij is ingeschaald op salaristrap 10 met gebruikte ancienniteitstoelage. Die toelage 10 jaar opgebouwd. 5 dienstjaren in andere lidstaten worden niet meegeteld. Intussen is Oostenrijk bij de Unie toegetreden en bij brief verzoekt Kobler om zijn ancienniteit vast te stellen op 15 jaren.

Essentie:
Het beginsel dat een lidstaat verplicht is de schade te vergoeden die particulieren lijden als gevolg van een schending van het gemeenschapsrecht die aan hem kan worden toegerekend, is eveneens van toepassing indien de betrokken schending voortvloeit uit een beslissing van een in laatste aanleg rechtsprekende instantie, voorzover de geschonden communautaire rechtsregel ertoe strekt particulieren rechten toe te kennen, de schending voldoende gekwalificeerd is en er een rechtstreeks causaal verband bestaat tussen deze schending en de door de betrokkenen geleden geschade. Om te bepalen of de schending voldoende gekwalificeerd is, wanneer deze schending uit een dergelijke beslissing voortvloeit, moet de bevoegde nationale rechter, rekening houdend met de specifieke aard van de rechtsprekende functie, onderzoeken of dit een kennelijke schending is. De rechtsorde van iedere lidstaat dient de bevoegde rechter aan te wijzen om geschillen betreffende deze vergoeding te beslechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geschorste ongewenstverklaring

A

Indien sprake is van een schending van fundamentele rechtsbeginselen, als hier aan de orde, is het de taak van de appèlrechter om te verzekeren dat tegen zodanige schending voorziening kan worden verkregen, omdat alleen de appèlrechter de aldus getroffen voorziening vanaf het begin kan vernietigen, hetgeen gelet op de aard van het gebrek aangewezen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kleyn e.a.

A

Er was een rechter in de Raad van State die had geadviseerd over de Tracéwet, en oordeelde tevens later over een Tracébesluit Betuweroute: de Raad van State heeft namelijk een dubbelrol. Is er sprake van partijdigheid nu mr. Cleton over zowel de Tracéwet als het Tracébesluit oordeelt? HR vindt van niet. Het onderwerp (tracé) overlapt hier wel, maar in beiden zaken werden andere vragen gesteld. De vrees voor onpartijdigheid en onafhankelijkheid is niet gerechtvaardigd.

Rechtsregel: Binnen de Raad van State mag dor de gecombineerde functies (de adviserende en rechtsprekende) geen strijd met art. 6 EVRM ontstaan. Belangenverstrengeling is niet toegestaan en daarom mag een bepaalde rechter niet tweemaal naar dezelfde zaak kijken. De ABRvS oordeelt verder dat indien je als burger twijfelt aan de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de rechter, je dit kenbaar kunt maken en dat de RvS dan een andere rechter aanstelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Staat er in Nederland altijd een rechtsgang tegen de bestuursrechter open?

Loeff (1905) & Struyken

A

In de Nederlandse wet staat niet als zodanig dat er altijd een rechtsgang naar de bestuursrechter openstaat. Zowel art. 112, 115 en art. 17 Gw geven NIET dit absolute recht.

De grondwet bepaalt dus geen effectieve toegang tot de bestuursrechter, Loeff (1905) wilde dat je tegen besluiten van bestuursorganen beroep in moest kunnen dienen.

Struycken vond het daarentegen onjuist dat tegen overheidshandelen uberhaupt rechterlijke bescherming open stond. OF hij vond dat de rechter zich niet moest bemoeien met bestuursoptreden, OF hij vroeg zich af wat de burgers aan een beroepsrecht had nu bestuursoptreden van enige vrijheid geniet (beoordelings- en beleidsvrijheid). Administratief beroep stond wel open: beroep bij het hogere bestuursorgaan. Maar dat was nog geen ‘rechtsgang’. Maar toen: arrest Benthem van het EHRM: het hoogste orgaan van bestuursrechtspraak om in administratief beroep te gaan was het Kroonberoep. De Raad van State gaf daar dan advies over, maar de Kroon hoefde dit advies niet te volgen en daar zat de pijn: de Kroon/de regering is niet een ‘onafhankelijk recht’, en dus voldoet de procedure niet aan art. 6 EVRM: ‘eerlijk proces’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt dan het recht op toegang tot de rechter gevonden?

A
  • Art. 6 EVRM: burgerlijke rechten en verplichtingen en strafrechtelijke vervolging: bestuursrecht gaat veelal over rechten en verplichtingen van burgers -> autonome uitleg. Dit artikel werkt rechtstreeks door, art. 93 en 94 Gw.
  • Art. 47 Handvest - rechten en vrijheden die door de EU gewaarborgd worden.

Eigen grondwet? Voorstel voor art. 117: ‘Ieder heeft het recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Burgerlijke rechter of bestuursrechter?

A

Uitgangspunt is bestuursrechter, tenzij niet bevoegd (avv, beleidsregel, feitelijk handelen, of je bent geen belanghebbende), dan burgerlijke rechter.

Objectim litis-leer: de bevoegdheid van de burgerlijke rechter is afhankelijk van recht waarin de aanlegger vraagt te worden beschermd -> je stelt dan gewoon dat de wetgeving een OD jegens jou oplevert. Guldemond/Noordwijkerhout. De civiele rechter moet zich OOK houden aan toetsingsverbod (maar kan dus wel toetsen aan EVRM of evt. Handvest).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bestuursrechter(s)

  • behorend tot rechterlijke macht
  • buiten rechterlijke macht
A

Behorend tot rechterlijke macht (art. 2 RO)

  • HR
  • Gerechtshoven
  • Rechtbanken

Buiten rechterlijke macht:

  • Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) (uitgangssituatie)
  • Centrale Raad van Beroep (CRvB) (ambtenaren en sociale zekerheid)
  • College voor het Beroep en bedrijfsleven (CBb) (mededinging, telecomcommunicatiegeschillen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Constitutionele verhouding rechter - bestuur

A

Hoe indringend mag de toetsing van de rechter zijn voor het bestuursoptreden waarbij het bestuursorgaan vrijheid geniet? De doctrine van de terughoudendheid: marginale toetsing. Een uiting van de marginale toetsing is: kijken of het bestuursorgaan niet willekeurig (of er een gedegen belangenafweging) is geweest (Doetinchem arrest, 1949).

Later kwam de Awb, met name art. 3:4 Awb: gevolgen mogen niet onevenredig izjn met doelen van het besluit. Mocht de rechter dan indringender toetsen? NEE: Praxis/Maxis: art. 3:4 is geschreven voor het bestuursorgaan en niet voor de rechterlijke toets. Dus: de Doetinchem formule aanhouden (= toets willekeur, NIET aan 3:4 Awb).
MAAR, uitzondering: punitieve sancties! Dan WEL aan 3:4 lid 2 toetsen: ‘beoordelen of evenredigheid bestaat tussen de ernsti van de verweten OVERTREDING en de zwaarte van de opgelegde SANCTIE’. (Keuringsplaats Scheerwolde/Schiphol).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Is het wel zo vanzelfsprekend om vanuit die doctrinaire terughoudendheid te beredeneren dat de rechter anders op de stoel van de bestuurder gaat zitten? Want: bestuur kan tot verantwoording worden geroepen.Die besluitvorming is democratisch gelegaliseerd. En rechter is niet gekozen. Maar, kun je wel volhouden dat elk besluit van elk bestuursorgaan wel democratisch tot stand komt?

A

Niet alles is democratisch gelegitimeerd.. Die discussie wordt gevoerd: als die besluitvorming toch allemaal niet zo democratisch gaat, dan is het ook niet zo’n probleem als de rechter een beetje op die stoel gaat zitten. Is het dan JUIST niet heel belangrijk dat de rechter indringend toetst OMDAT de besluiten niet meer zo democratisch zijn?

De Poorter:
“Het uitgangspunt in onze democratische rechtsstaat is dat in de rechtsvorming het primaat bij de wetgever en het bestuur ligt, waarbij de rechter concrete handelen toetst aan het recht. Dit uitgangspunt is in de praktijk minder herkenbaar.”
Minder herkenbaar omdat de rechter soms óók recht creëert (Urgenda zaak, NAM zaak) en soms moet de rechter het product van wet- en regelgever rechtstreeks toetsen: onrechtmatige wetgeving (Alcoholslot-zaak).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rechterlijke toetsing van wet- en regelgeving

  • In twee opzichte beperkt
  • Hoe kan je aan rechter oordeel vragen over rechtmatigheid van wet- en regelgeving
A

De rechterlijke toetsing van wet- en regelgeving is in Nederland in twee opzichten beperkt:
- Toetsingsverbod 120 Grondwet: het is de rechter niet toegestaan formele wetgeving te toetsen aan het Statuut, de Grondwet en aan ongeschreven rechtsbeginselen (Harmonisatiewet);
- Wat betreft lagere wetgeving:
o Geen direct beroep tegen vaststelling/wijziging avv (8:3);
o Restfunctie burgerlijke rechter.
o NB: Toetsingsstandaard Landbouwvliegersarrest; lagere wetgeving mag wel aan algemene rechtsbeginselen (willekeurssluis) worden getoetst.

Om oordeel aan de rechter te vragen over rechtmatigheid van wet- en regelgeving:
- Voor formele wetgeving: via EHRM of Handvest
- Voor lagere wetgeving: (willekeurssluis)
o Exceptieve toetsing of
o Burgerlijke rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Huidige tendens toetsing rechter

A

Steeds meer indringender toetsing door de rechter aan bestuursoptreden: zie Alcoholslotzaken. Wat de afdeling in die zaak besliste, is dat de Alcoholslot-procedure in strijd is met evenredigheid: ze toetst RECHTSTREEKS aan art. 3:4 Awb; er zit geen willkeurssluis tussen! -> is de Prazis/Maxis doctrine dan achterhaald? en Landbouwvliegers misschien ook wel?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Conclusie Widdershoven

A

In december 2017 heeft Widdershoven een conclusie genomen over de indringendheid van de toetsing van avv’s. Hij vindt dat directe toetsing van avv’s mogelijk moet zijn aan materiële en formele beginselen van behoorlijk bestuur (en niet langer door alleen de willekeurssluis). Dus niet alleen (zoals in Alcoholslot) aan 3:4 evenredigheid, maar aan álle beginselen van behoorlijk bestuur. Hoe dan? Hij stelt een drietrapstoets voor om proportionaliteit te toetsen:

  1. Toetsing op geschiktheid van de regel;
  2. Toetsing op de noodzakelijkheid daarvan;
  3. Toetsing van zorgvuldigheid en motivering;
  4. Toetsing van evenredigheid in concreto (art. 3:4 lid 2 – dat hadden we door Alcoholslot zaak al)

Er is dus veel ontwikkeling daar waar het gaat om indringender toetsing door de rechter. Praxis/Maxis is al achterhaald, want sinds het Alcoholslot kan rechtstreeks getoetst worden aan artikel 3:4 lid 2 Awb.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Aansprakelijkheid voor onrechtmatige rechtspraak

A

Arrest Groningse methadonarts en arrest Köbler gaan over de mogelijkheden de Hoge Raad aansprakelijk te stellen voor onrechtmatige rechtspraak. Hieraan worden zware eisen gesteld alvorens aansprakelijkheid te vestigen. Vereisten:
“Als bij de voorbereiding van de betrokken beslissing zo fundamentele rechtsbeginselen zijn veronachtzaamd dat van een eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak niet meer kan worden gesproken, en tegen die beslissing geen rechtsmiddel openstaat en heeft opengestaan..”

Waarom WEL zware eisen stellen?
- Zo wordt het gezag van de rechter niet snel ondermijnd;
o Weerlegging HvJ: gezag neemt júist toe door leren van fouten; kwaliteit verbeteren; gezag wordt zo verhoogd
- De rechtszekerheid komt in het geding omdat procedures constant aan de kaak kunnen worden gesteld;
o Weerlegging HvJ: het zijn twee verschillende procedures; één bodemgeschil en één aansprakelijkstelling
- Kan de rechter wel onafhankelijk zijn wanneer hij sneller aansprakelijk kan worden gesteld?
o Weerlegging HvJ: onafhankelijkheid is geen probleem; als aansprakelijkheid volgt is dat aansprakelijkheid voor de Staat, niet persoonlijk voor de rechter(s) zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

(On)partijdigheid van de rechter

A

Als je twijfelt aan de onafhankelijkheid of onpartijdigheid van de rechter, moet je de ‘wraken’  artikel 8:15 Awb. Je moet een wrakingsverzoek onverwijld indienen, anders vervalt dit recht. Er zijn twee vormen van partijdigheid:
- Objectieve partijdigheid
Er zijn dan geen signalen hoe de rechter denkt in een zaak (niet zijnde zijn persoonlijke mening of achtergrond), maar er zijn signalen dat zijn onpartijdigheid in het geding is. Bijvoorbeeld de indruk die bij een partij bestaat over de schijn van partijdigheid. Het gaat met name om de vraag of de rechter zich voldoende heeft ingespannen om niet de schijn daarvan te wekken. Dit is de actieve zijde van zijn rol als onpartijdige rechter.
- Subjectieve partijdigheid (is extremer dan objectieve)
Dit gaat meer om de persoonlijke instelling en overtuigingen van de rechter in een zaak. Vooringenomenheid ten opzichte van éen van de partijen. Het gaat om feiten die zich in het kader van de specifieke zaak voordoen.

Gevolg: de gehele procedure wordt overgedaan door (een) andere rechter(s).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Verbod demonstratie (rb. Zutphen)

A

x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de stappen van bestuursrechtelijke rechtsbescherming?

A

Eigenlijk volg je de volgende stappen uit:

  1. Besluit(appellabel)? art. 1:3
  2. Belanghebbende? art. 1:2
  3. Bezwaar? art. 7:1
  4. Beroep? art. 8:1
  5. Hoger beroep?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wie is de bevoegde bestuursrechter?

A

ALGEMENE bestuursrechtspraak:

BEZWAAR

  • Appellabel besluit? 1:3 jo. 6:2 jo. 8:3 t/m 8:5
  • Geen bezwaar - direct beroep bij gevallen 7:1 a t/m f
  • Belanghebbende? 1:2
  • Naar zelfde b.o. 6:4

BEROEP

  • Rechtbanken 8:1 jo. 8:6
  • Tenzij anders o.g.v. HS2 bevoegdheidsregeling - br = eerste en enige aanleg
  • ABRvS
  • CRvB
  • CBb

HOGER BEROEP (alleen mogelijk tegen uitspraken rb, 8:104)

  • ABRvS, 8:105 lid 1
  • Tenzij anders o.g.v. HS4 bevoegdheidsregeling - br:
  • CRvB, art. 9, 10 br
  • CBb, art. 11 br
  • Gerechtshof, art. 12 br

CASSATIE HR, alleen mogelijk:

  • Tegen arrest over belastingzaken van Gerechtshof, art. 28 lid 1 AWR, of
  • Tegen uitspraken CRvB of CBb wanneer een begrip moet worden uitgelegd, of
  • Wanneer bijzondere wet dit mogelijk maakt, art. 78 lid 4 RO
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Bevoegdheden

A
  • Algemene bevoegdheid = algemene rechtsstelsel van bezwaar beroep en hoger beroep?
  • Absolute bevoegdheid = welk gerecht binnen een systeem van algemene of bijzondere bestuursrechtspraak is bevoegd?
  • Relatieve bevoegdheid = bij welk gerecht in welke plaats in NL dient beroep te worden ingesteld?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Relatieve competentie

A

Relatieve competentie, art. 8:7 lid 1 en 2 (bekijk ook 8:8 - meerdere rechtbanken)

  • Lid 1: geschillen LAGERE overheid: plaats zetel bestuursorgaan
  • Lid 2: besluiten CENTRALE overheid: woonplaats indiener van beroep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Bestuurlijke heroverweging

  • Wanneer het geval?
  • Hoofdfuncties hiervan?
A

Art. 7:1 zegt: vóór beroep eerst bezwaar indienen, maar in dit artikel staan ook weer uitzonderingen (en 6:13 zienswijzen). Er is echter mogelijkheid tot prorogatie: art. 7:1a: zonder bezwaar direct naar beroepsprocedure (zie ook art. 8:54a). Hoofdfuncties bezwaarschriftprocedure:

  1. Rechtsbeschermingsfunctie – een bezwaarcommissie gaat er naar kijken en heroverwegen en motiveren;
  2. Verlengde besluitvorming – zinvol voor bestuursorgaan om nog eens te kijken aangezien er ongenoegen is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Volledige heroverweging

A

het bestuursorgaan gaat in vol heroverwegen: oordeelt over de rechtmatigheid en doelmatigheid – de rechter kan dit niet omdat hij marginaal toetst. Het karakter van de bezwaarschrift procedure is dat het bestuursorgaan niet alleen naar de aangevoerde bezwaren gaat kijken, maar hij moet over het héle besluit opnieuw oordelen. Wanneer mag het bestuursorgaan zich hierin wel beperken?

  • Als besluit bestaat uit besluitonderdelen (eigenlijk alleen met een omgevingsvergunning);
  • Ze mag niet buiten ze grondslag van het primaire besluit gaan (maar mag wel andere weigeringsgrond zijn);
  • Verbod van reformatio in peius: verslechtering mag mits bestuur zónder bezwaarschrift tot wijziging ten nadele over had mogen gaan;
  • Beoordelingsmoment ex nunc – nieuwe feiten moeten meegenomen worden (rechter toetst ex tunc)
    Bezwaar indienen is een individuele verplichting: als je verwijtbaar geen bezwaar maakt, kun je ook niet in beroep (art. 6:13). Niet verwijtbaar zijn de situaties als een besluit van kleur verschiet – wel verwijtbaar als je geen zienswijzen hebt ingediend.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Beslissing op bezwaar

A

In de praktijk wordt het besluit gegrond of ongegrond verklaard. Bestuur kan besluit primair besluit herroepen voor zover heroverweging daartoe aanleiding geeft (voorwaarde is niet de onrechtmatigheid). Gegrond beroep leidt tot:

  • Herroepen van primair besluit;
  • Nemen nieuw besluit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Voorlopige rechtsbescherming: voorlopige voorziening (bestuurlijk kort-geding)

  • Bezwaar of beroep heeft geen schorsende werking, 2 uitzonderingen.
  • Voorwaarden ontvankelijkheid
  • Inhoudelijk oordeel
A

Een bezwaar of beroep heeft geen schorsende werking, art. 6:16 jo 6:24. Daarop zijn 2 uitzonderingen mogelijk:

  • In bepaalde wetten wordt wel opschortende werking toegekend;
  • Voorlopige voorziening treffen. Voorbeelden:
    o Schorsing;
    o Behandeling alsof vergunning reeds is toegekend (als schorsing geen zin heeft – evenement);
    o Voorschot op uitkering (wordt bijna niet toegekend);
    o Verstrekken van informatie (WOB-verzoek);

Voorwaarden ontvankelijkheid:
- CONNEXITEIT
> formele connexiteit, 8:8 lid 1 - er moet een bodemzaak lopen
> materiele connexiteit, wordt afgeleid uit 8:81 lid 5 - bodemzaak moet over zelfde grondslag gaan
- HOEDANIGHEID VERZOEKER. 8:81 lid 2 en 3
> in bezwaar: de bezwaarmaker
> in beroep: partijen in de hoofdzaak
- Verzoekschrift voldoet aan vereisten, 8:81 lid 4
- Griffierecht voldaan, 8:82

Instantie: bevoegd is rechter in de hoofdzaak.

INHOUDELIJK OORDEEL:

  • Spoed: wordt verondersteld aanwezig te zijn (negatieve drempeltoets)
  • Aard van de voorziening - wat voor voorziening? bijv. schorsing. (financieel bijv. niet snel toewijzen)
  • Rechtmatigheid - voorlopig oordeel/verwachting over de vraag of besluit in bodemprocedure in stand zal blijven (arresten: verbod demonstratie EN Rb. Zutphen)
  • Belangenafweging

Voorlopig karakter: is niet hetzelfde als ‘niet onomkeerbaar’: dit betekent dat er geen definitief juridisch oordeel of definitieve juridische statuswijziging volgt.

De vovo geldt tot gegeven termijn rechter vervalt, of als bodemprocedure wegvalt/niet meer mogelijk is; art. 8:85 lid 2. Ook in de bodemprocedure kan een vovo gegeven worden, art. 8:72 lid 5. Opheffing en wijziging vovo: art 8:87.

NB: GEEN hoger beroep mogelijk: art. 8:104 lid 2 onder d, tenzij kortsluiting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Kortsluting

A

Kortsluiting, 8:86
Houdt in dat de voorzieningenrechter de voorziening wijst en direct beslist op het beroep.

Voorwaarden:

  • Er loopt bodemprocedure (niet mogelijk hangende bezwaar!);
  • Het verzoek is ter zitting behandeld;
  • Nader onderzoek heeft geen zin;
  • Rechter heeft gewezen op mogelijkheid kortsluiting (toestemming niet nodig);

o Uitzondering: als de rechter in eerste en enige aanleg rechtspreekt, moeten partijen wel toestemming geven (lid 2). Reden: zaak is dan niet eerder in volle omvang behandeld en er staat geen hoger beroep open.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Fictief besluit

A

Artikel 6:2 – het niet tijdig / weigeren te nemen besluit = een besluit. Hiertegen is geen bezwaar nodig, 7:1. Na een ingebrekestelling (6:12) kan direct beroep worden ingediend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Uov, uniforme openbare voorbereidingsprocedure, afdeling 3.4 Awb

A

Een besluit voorbereid met deze procedure maakt de weg vrij zienswijzen in te dienen. Bezwaar na dit besluit niet nodig: 7:1. Artikel 8:1 geeft mogelijkheid direct beroep in te stellen, maar wel alleen als je zienswijzen hebt ingediend: 6:13.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Hervorming organisatie bestuursrechtspraak? – toegift

A

Hervorming organisatie bestuursrechtspraak? – toegift

Huidige situatie: verschillende hoogste bestuursrechters. Nadelen:

  • Rechtseenheid probleem: verschillende hoogste bestuursrechters
    o Oplossing = dezelfde hoogste bestuursrechter instellen
  • Rechtszekerheid probleem: er zijn niet steeds 2 feitelijke instanties
    o Oplossing = iedereen in eerste aanleg naar de rechtbank

Weerlegging: geld, gebrek aan expertise, kennis verwatert doordat kennis uit elkaar gehaald wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Nationale ombudsman

A

Wet nationale ombudsman. Lees de artikelen 9:18 t/m 9:24 door: soms verplicht onderzoek voor ombudsman.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Doelen bestuursprocesrecht

Vroeger vergeleken met nu

A

Doelen bestuursprocesrecht:

Voorheen de handhaving van het objectieve recht (het controleren van een besluit door de rechter)

Naar het primaire doel: vaststelling rechtspositie van de burger. De doelen zorgen voor een bepaalde richting van het bestuursprocesrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Doel: handhaving objectieve recht (recours objectif)

Inrichting: klassiek primaire doel bestuursprocesrecht, rechter controleert het bestuursorgaan.

  • Kring van beroepsgerechtigden
  • Toetsing van het besluit
  • Rol van de partijen
A
  • Kring van beroepsgerechtigden:
    Brede kring van beroepsgerechtigden: weinig eisen zodat veel mensen toegang hebben om de rechter zijn controlerende functie uit te laten oefenen: onbezondigd rijksverklikker of aanbrenger van zaken.
  • Toetsing van het besluit:
    Het maakt niet uit wat appellant aanvoert, als hij maar een zaak aanbrengt - rechter doet alles ambtshalve.
  • Rol van partijen:
    Partijen zijn alleen aanbrengers van zaken. Het is geen ‘partijengeding’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Doel: individuele rechtsbescherming
(recours subjectiv)

Inrichting: focus op wie de betrokkene is en wat hij wil, niet zozeer controle.

  • Kring van beroepsgerechtigden
  • Toetsing van het besluit
  • Rol van de partijen
A
  • Kring van beroepsgerechtigden
    Beroepsgerechtigd is degene die in zijn recht of zijn belangen wordt geraakt. De kring is een groep van personen die een subjectief recht heeft.
  • Toetsing van het besluit
    De rechter laat zich leiden tot wat betrokkene aanvoert: zijn beroepsgronden, deze bepalen de rechterlijke toetsing. Rechter gaat niet zelf op zoek naar een gebrek.
  • Rol van de partijen:
    Gekeken wordt naar wat partijen aanvoeren, partijautonomie voorop.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat is ons huidige model van rechtsbescherming (objectief, individueel, etc.)

A

Ons huidige model: sinds de Awb: individuele rechtsbescherming. Controle/handhaving objectief recht is niet eens meer een doelstelling. Door deze subjectivering is de rechtspositie van de burger object van het geschil geworden, partijen bepalen de omvang van het geschil. Naast subjectivering, ook:

  • Snelheid wordt steeds belangrijker;
  • Hiermee hangt finale geschilbeslechting samen: rechter moet zoveel mogelijk definitief beslechten.

Nu: staat rechtspositie burger centraal dus, en niet het besluit. Door subjectivering ontstaat een zoektocht naar wat de rechtspositie van de burger is (wat is zijn belang?) - er is een ontwikkeling gemaakt naar partijautonomie en daarmee lijdelijkheid van de rechter: actieve autonome rol van partijen -> zij bepalen omvang geschil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Buitengrenzen van het geschil

Hoe worden deze bepaald?

A

Buitengrenzen worden bepaald door de appellant en die bepaalt:

  • Wettelijk kader (specialiteitsbeginsel)
    Om welke wet gaat het: alleen belang van milieu meenemen als het gaat om milieuvergunning bijv. Waarvoor is de bevoegdheid van het bestuursorgaan gegeven? De beroepsgrond moet binnen dit kader liggen.
  • De aanvraag of het primaire besluit
    Bijv. wat het bestuursorgaan vergund heeft; niet meer kan onderdeel zijn dan waar naar gevraagd wordt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Art. 8:69 Awb (door lid 1 bij uitstek uitvloeisel doel individuele rechtsbescherming)

A

Dit artikel geeft nadere grenzen van het geschil.

Lid 1: rol partijen - passieve leidelijke houding rechter
Bestuursrechter doet uitspraak o.g.v. wat partijen aanvoeren.
- Uitzondering: ambtshalve TOETSING kwestie van openbare orde.
Bevoegdheidsregels:
- van het primair beslissende orgaan
- van de geschilbeslechtende instantie
Ontvankelijkheidsregels:
- beroepsrecht
- indieningsvereisten

Lid 2: rol van de rechter m.b.t. actieve houding, mits ambtshalve AANVULLING GRONDEN
Nuancering van lid 1: rechter moet verplicht aangevoerde gronden vertalen naar rechtsgronden: rechter treedt niet buiten grenzen, maar vertaalt daarbinnen: ‘juridisch duiden van aangevoerde gronden’.

Lid 3: rol van de recht m.b.t. actieve houding, mits ambtshalve AANVULLING FEITEN
Rechter KAN binnen grenzen feiten aanvullen door bijv. deskundige op te roepen.

40
Q

Verbod van reformatio in peius

A

Dit betekent dat appellant als gevolg van het door hem ingestelde beroep in een ongunstiger positie komt te verkeren dan waarin hij verkeerde op het moment dat hij beroep instelde (in bezwaar mag het wel mits bestuursorgaan zelf zonder bezwaar ook over had mogen gaan tot verslechterde wijziging).

41
Q

De trechter van art. 6:13 Awb

A

PERSONELE trechter: door stil te zitten in eerdere procesfase verwerk je recht later mee te doen (tenzij redelijkerwijs niet verwijtbaar - van kleur veranderen b.i.p.)
ONDERDELEN trechter: je kan een besluit onderdeel niet voor het eerst bij de rechter bestrijden (moet je eerst in bezwaar doen) Let op: binnen bestreden besluitonderdeel mogen gronden te allen tijde veranderd worden - tenzij goede procesorde zich daartegen verzet (geen ‘gronden trechter’ dus).

Nadere stukken? Art. 8:58 (tot 10 dagen voor zitting). Afwijking naar boven beneden mag mits procesorde goed blijft.

42
Q

Het relativiteitsvereiste, 8:69a

A

“De bestuursrechter vernietigt een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept.”

Zodra je beroep ontvankelijk is, kom je bij de inhoudelijke toets. Belanghebbende betekent dat je wordt geraakt in een ‘feitelijk’ belang; dan heb je aanspraak op een inhoudelijk oordeel van de rechter. Hier gaat de rechter kijken naar relativiteit, geen relativiteit leidt dus tot ‘ongegrondheid van beroep’. Waarom? Lukraak aanvoeren van gronden past niet binnen model van individuele rechtsbescherming en leidt tot oneigenlijk gebruik van het huidige bestuursprocesrecht. (Let op: dit geldt niet in bezwaarfase door de bestuurlijke volledige heroverweging!)
Kennelijk: bij onzekerheid over het te beschermen belang, mag de belanghebbende zich erop beroepen (i.v.m. snelheid – het voorkomen van prejudiciële vragen over welk belang een norm probeert te beschermen).

Brummense Elzenbos arrest: onderscheid tussen relativiteitsleer en congruentieleer.

  • Relativiteitsleer: relatie rechtsregel – en belang (norm van rechtsregel moet tegen geschonden belang beschermen)
  • Congruentieleer: relatie beroepsgrond – en belang (reden om besluit aan te vechten)
43
Q

Verweven belangen

A

De HR lijkt onderscheid te maken tussen ‘beschermingsdoel’ en ‘beschermingsomvang’. Maar, voor ABRS is beslissend of belang parallel loopt aan algemene belang waarop wet is gericht – dat is ook het geval als het individuele belang daarmee ‘verweven’ is (je tuin ligt in natura 2000 gebied waardoor jouw individueel belang zodanig is verweven met belang natuurbescherming – je kunt je dan beroepen op een norm uit de Natuur Beschermingswet). Dus: bestuursrechtelijk kan relativiteit bestaan terwijl die civielrechtelijk zou kunnen ontbreken.

44
Q

Relativiteit en type rechtsnormen

A

Beleidsregels: tussen wettelijke norm en besluit zitten vaak beleidsregels. Afdeling vindt dat beleidsregels een zelfstandig beschermingsbereik hebben; als bevoegdheid niet jouw belang beschermt, mag je dus een beroep op beleidsregel doen!

Formele beginselen van behoorlijk bestuur: deze hebben géén zelfstandige betekenis. Als je tegen verleende vergunning bent, mag je je niet beroepen op de grond dat de vergunningverlening niet zorgvuldig is onderzocht

Materiële beginselen van behoorlijk bestuur: ja via rechtszekerheidsbeginsel of vertrouwensbeginsel = correctie Widdershoven. A krijgt geen vergunning B wel, maar A zich beroepen op een norm omdat hij er wél aan moest doen en de B niet.

45
Q

Jetski’s arrest

A

Verzoek van appellanten om ‘de regeling snelle motorboten Rijkswateren 1995’ te wijzigen werd afgewezen. Mensen die aan een water wonen dat is aangewezen als vaargebied voor snelle motorboten, waar dientengevolge jetski’s harder mogen varen dan 20 km/u.
Rb daartegen beroep ongegrond verklaard. Hierna hoger beroep.

Rechtsvraag: welke belangen worden precies door een bepaalde rechtsnorm beschermd?

Rechtsregel:
Doel van de regeling op basis waarvan de aanwijzing is gedaan, is echter beperkt tot bescherming van verkeersbelangen. Scheepsvaartverkeerswet beoogt namelijk uitsluitend de veiligheid van het scheepvaartverkeer te waarborgen alsmede de instandhouding en bruikbaarheid van vaarwegen. Het is een norm met specifiek beschermingsbereik.
-> Normstelling o.g.v. de Scheepvaartverkeerswet beschermt omwonenden van vaarwater niet tegen geluidsoverlast door vaartuigen.

46
Q

Raamprostitutie Amsterdam arrest

A

x

47
Q

Brummens Elzenbos arrest

A

onderscheid tussen relativiteitsleer en congruentieleer.

  • Relativiteitsleer: relatie rechtsregel – en belang (norm van rechtsregel moet tegen geschonden belang beschermen)
  • Congruentieleer: relatie beroepsgrond – en belang (reden om besluit aan te vechten)
48
Q

Stichting openbare ruimte arrest

A

GS hebben aan vergunninghouders een vergunning krachtens 19d NBW gegeven. Bij besluit heeft college het door de stichting ‘Stichting Openbare Ruimte’ ongegrond verklaard.

Rechtsvraag:
Kan de stichting worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van art. 1:2 lid 1 en 3 Awb?

Rechtsregel:
De stichting heeft niet rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken individuele belangen in de zin van art. 1:2 lid 1 Awb. Het louter in rechte opkomen tegen besluiten kan niet worden aangemerkt als feitelijke werkzaamheden in de zin van art. 1:2 lid 3 Awb.
Voor de vraag of een rechtspersoon als belanghebbende kan worden aangemerkt, is bepalend of de rechtspersoon krachtens zijn statutaire doelstelling en blijkens zijn feitelijke werkzaamheden een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken algemeen of collectief belang in het bijzonder behartigt.

49
Q

ABRvS AB 2017/348 arrest

A

x

50
Q

Waar hangt het recht van toegang tot de rechter vanaf? 3 dingen.

A
  1. Bevoegde rechter: rb, HR, ABRvS? (vorige week)
  2. Appellabel besluit: we koppelen het recht om in beroep te gaan aan het besluitbegrip, maar is dat zo slim? Er zijn ook beslissingen waartegen beroep openstaat en geen besluiten zijn?
  3. Belanghebbenden: degene die beroep indient moet belanghebbende zijn. en hij moet bevoegd zijn, toerekeningsvatbaar, meerderjarig, etc.
51
Q

Appellabele besluiten

A

WEL appellabele besluiten:

  • Art. 1:3 (en lid 2) besluiten, art. 8:1 (nadeel een geschil kan breder zijn dan een besluit, denk aan WMO of omgevingsrecht)
  • Art. 6:2 sub a, schriftelijke weigering een besluit te nemen; (zelfs als bo geen gevraagde info terug ontvangt en daarom geen besluit KAN nemen)
  • Art. 6:2 sub b, niet tijdig nemen van een besluit (termijnen kunnen uit de wet komen, maar ook uit bijzondere wetgeving). Wat kunnen we dan doen?

> in gebreke stellen (brief dat het bo te laat is en om welk besluit het gaat)
2 weken wachten en dan:
* verbeurte van een dwangsom ex art. 4:17 (alleen beschikking op aanvraag), en/of
* direct in beroep bij de bestuursrechter, art. 6:12 lid 2 (ook tegen anders dan beschikking op aanvraag)
– Overslaan bezwaarschriftprocedure, art. 7:1 sub f
– vereenvoudigde behandeling, 8:55b e.v.
– bestuur krijgt nog 2 weken de tijd
– ‘handmatige’ dwangsom mogelijk, 8:55d lid 2

52
Q

Niet appellabele besluiten

A

NIET appellabele besluiten:

  • Avv’s (tenzij in bijzondere wet TOCH mogelijk - zoals ruimtelijke ordening)
  • Beleidsregels
53
Q

AVV en CBAS

A

Avv: door de overheid uitgevaardigde normstellende maatregel o.b.v. regelgevende bevoegdheid: wet in materiele zin (wifz, amvb, minreg, regel zbo)

CBAS: besluit in de zin van art. 1:3 en concretiseert het toepassingsgebruik van een avv naar tijd, plaats en/of object. De CBAS past de avv toe op een concreet geval als het ware, is daarvan afgeleid -> wel bezwaar en beroep mogelijk! -> en dan kun je de avv aan de kaak stellen (dat is dan exceptieve toetsing)
(verschil: cbas heeft niet een zelfstandigde normstelling - deze bevat de avv)

Voorbeeld:
Avv: het is verboden om in deze gemeente raamprostitutie te bedrijven zonder vergunning van B&W behoudens op plaatsen door B&W aangewezen’.
CBAS: ‘in die straat, op die locatie, daar mag het wel’
Maar: staat in die avv zelf nadere aanduiding van plaats en tijd, dan blijft het een avv (formeel criterium).

Wat kunnen we dan nog wel doen?

  • Exceptieve toetsing (in hoger beroep tegen een besluit waaraan avv of beleid ten grondslag ligt)
  • Civiele rechter
54
Q

Belanghebbenden

A

Art. 1:2 lid 1: onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (onder ‘degene’ vallen naast natuurlijke- en rechtspersonen ook verenigingen en bestuursorganen)

O-P-E-R- ontvankelijkheidstoets om als belanghebbende te worden aangemerkt:

  • OBJECTIEF
    Het belang mag niet alleen in de subjectieve belevingswereld van betrokkene bestaan; zoals uitzicht hebben op een park.
  • PERSOONLIJK
    Onderscheiden van willekeurig andere belangstellenden - bescherming milieu is niet persoonlijk genoeg. Als je fietsend door een park gaat en geniet van bomen, ben je niet belanghebbende als de bomen gekapt gaat worden. Het mag geen principieel belang zijn ‘ik vind milieu belangrijk’ (ABRvS vindt dat ‘fysieke nabijheid’ hier bij hoort).
  • EIGEN
    Niet de belangen van iemand anders aantrekken
  • RECHTSTREEKS
    Vereist een causaal verband tussen BELANG en BESLUIT. Ligt meestal in fysieke nabijheid van het besluit (zicht, geur, geluid, afstand): hinder van enige betekenis. Een afgeleid belang is niet voldoende belang (tenzij fundamenteel mensenrecht of zakelijk recht) - dan hoor je naar civiele rechter te gaan.
  • BETROKKEN BELANG
    Niet zijnde enkel een getroffen/geraakt belang.
  • Rechtsbelang: de vraag of het belang is gelegen binnen de materiële invloedssfeer van het besluit (soms letterlijk in fysieke zin). Verhouding belang - besluit. > momentbeoordeling
  • Procesbelang: belang dat voor appellant nog bestaat bij de uitkomst van het geding. Belang dat je hebt bij de uitkomst van de procedure. Als besluit volledig voldoet aan jouw wensen, heb je geen procesbelang. Verhouding belang - procedure. -> voortdurende beoordeling.

Relativiteitsvereiste: ziet op de gegrondheid van het beroep (niet op de ontvankelijkheid!), en hoort daarom bij volgende week: toetsing door bestuursrechter.

55
Q

Stichtingen en vereniging (rechtspersonen) als belanghebbenden

A

Verenigingen en stichtingen kunnen ook als belanghebbenden procederen. Aan welke vereisten moeten zij voldoen om ontvankelijk te worden verklaard? Art. 1:2 lid 3 Awb:
- Rechtspersoon
- Die algemene/collectieve (bundeling individuele) belangen behartigt;
- Die in de statuten PRECIES omschreven zijn (Stichting Openbare Ruimte arrest)
> functioneel
> territoriaal
- En die hieromtrent feitelijke werkzaamheden uitoefent (niet alleen procederen - of voorbereiden daartoe - loopt vaak mis omdat er pas NA het besluit wat wordt opgericht) - wordt aangenomen als het om collectieve/bundeling van individuele belangen gaat.

56
Q

Termijnen bezwaar/beroep

A

Termijnen
Je moet tijdig bezwaar maken of beroep instellen, op straffe van niet-ontvankelijkheid: 6:7 zegt 6 weken.
- Aanvang termijn voor het indienen van bezwaar en beroep:
o Bekendmaking als constitutief vereiste, 6:8 (termijn vangt aan dag na bekendmaking)
>3:41 – beschikking = toezending (verzendingsdag is bekendmaking)
> 3:42 – niet beschikking = publicatie
(bij mededeling per publicatie staat wanneer is bekendgemaakt!)
- Bewijsproblemen bij verzending/ontvangst geschriften

Vuistregel: een dag vóór de weekdag waarop termijn begint te lopen, is de laatste dag waarop het tijdig is ingediend (valt de laatste dag in het weekend of een algemeen erkende nationale feestdag, dan schuift ie door naar de eerstvolgende werkdag, art. 1 Algemene Termijnenwet).

57
Q

Bewijs verzending geschriften?

A

Verzending en ontvangst BESLUIT:

  • bo moet verzending aannemelijk maken > postregistratiesysteem
  • ontvangst wordt vermoed
  • burger moet vermoeden van ontvangst ontzenuwen (lukt dat - weer terug naar bo)
  • GEVOLG: als bo niet kan bewijzen dat besluit is verzonden is termijn nog niet aangevangen en het bezwaar prmatuur.
  • GEVOLG: als bo ontvangst niet bewijzen (burger heeft ontzenuwt) dan is termijn begonnen en geldt art. 6:11: ‘redelijkerwijs niet … in verzuim’

Verzending en ontvangst BEZWAAR- OF BEROEPSCHRIFT, art. 6:9 Awb

  • Ontvangsttheorie: moet zijn ontvangen voor einde van de termijn; bewijslast burger
  • Art. 6:9 lid 2 Awb: verzending per post: ‘tijdig per post bezorgd’ = poststempel (burger draagt bewijslast)
58
Q

Kuunders-milieuorganisaties

A

Essentie:
In dit arrest van de HR staat de bevoegdheid van de rechter om in een zaak uitspraak te doen centraal. Partijen hebben bij het uitlokken van bestuursdwang de keuzevrijheid om een procedure aanhangig te maken bij de bestuursrechter of bij de burgerlijke rechter.

Rechtsregel:
De vraag die in onderhavig geval centraal staat is of de milieuorganisaties via het bestuursrecht een zaak hadden moeten aanspannen tegen Kuunders, in plaats van via het burgerlijk recht. De HR beantwoord deze vraag ontkennend.
Volgens de HR doet het er niet toe dat de milieuorganisaties in onderhavig geval gebruik konden maken van het bestuursrecht om een geschil aanhangig te maken bij de bestuursrechter.
Het voorgaande geldt alleen als het gaat om het uitlokken van bestuursdwang. Hier is in onderhavig geval ook sprake van. Als er via het bestuursrecht bestuursdwang kan worden uitgelokt, kan er vooralsnog via het burgerlijk recht een procedure worden gestart.

Volgens de HR is het volgende ook nog van belang: ‘ondanks het openstaan van een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang, ten gevolge van de aan de overheid toekomende beleidsvrijheid en de omvang van de ter zake mogelijke toetsing beduidend minder effectief is dan die via de burgerlijke rechter’.
Hiermee wil de HR zeggen dat ondanks de weg die naar de bestuursrechter openstaat, die naar de burgerlijke rechter ook openstaat. De weg naar de bestuursrechter is minder effectief en levert minder resultaat op, dan dat partijen naar burgerlijke rechter gaan om geschil voor te leggen.

Partijen hebben bij het uitlokken van de bestuursdwang dus de keuzevrijheid om een procedure aanhangig te maken bij de bestuursrechter of bij de burgerlijke rechter.

59
Q

Togolese asielzoekster

A

Alléén burgerlijke rechter wanneer bestuursrechtelijke voorziening NIET openstaat die qua inhoud effect resultaat en snelheid hetzelfde resultaat kan bereiken

60
Q

Panschade Oisterwijk

A

In stand laten rechtsgevolgen vereisten

Feiten:
De appellant in deze zaak had bij de gemeente Oisterwijk een verzoek tot planschadevergoeding ingediend, dit werd afgewezen en ook het bezwaar werd ongegrond verklaard. Appellant heeft tegen dat besluit beroep ingesteld bij de bestuursrechter, deze achtte het beroep gegrond en vernietigde het besluit. De bestuursrechter oordeelde echter ook dat de rechtsgevolgen van het besluit in stand zouden blijven. Tegen dat deel van de uitspraak heeft appellant hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.

Rechtsvraag:
Was de bestuursrechter bevoegd om het besluit van B&W te vernietigen maar te verklaren dat de rechtsgevolgen ervan in stand zouden blijven?

Rechtsregel:
Voor het in stand laten van de rechtsgevolgen van een vernietigd besluit is het niet noodzakelijk dat er maar EEN beslissing mogelijk is.

61
Q

Bestuurlijke lus arrest

A

Feiten
In zijn besluit van 26 oktober 2007 heeft de minister van Justitie het verzoek van Apotheek Voorzorg B.V. van 12 september 2007 om openbaarmaking van afschriften van inschrijvingen voor de openbare aanbesteding voor de regio’s Noord West en Zuid Oost van de levering van medicatie en farmaceutische zorg aan de Dienst Justitiële Inrichtingen afgewezen. In zijn besluit van 11 april 2008 heeft diezelfde minister het bezwaar wat hier op volgde ongegrond verklaard. De rechtbank Maastricht heeft het beroep van Voorzorg wat hier op volgde ongegrond verklaard en het besluit vernietigd. Hierdoor werd het besluit van 26 oktober 2007 herroepen en verklaard dat de uitspraak van de rechtbank in de plaats zou treden van het vernietigde besluit van 11 april 2008. De minister ging hierop in hoger beroep bij de Raad van State. Vraag is nu of, na de zaak bestudeerd te hebben, de Raad van State een bestuursorgaan op kan dragen om een gebrek in een besluit te herstellen om zo te voorkomen dat er opnieuw onnodige vertraging ontstaat doordat een zaak opnieuw voor de rechter zou moeten komen.

Rechtsvraag
Kan een rechter een bestuursorgaan vragen om een gebrek in een besluit te herstellen dan wel te laten

Rechtsregel
Op basis van artikel 39 lid 6 Wet op de Raad van State (hierna: de WRvS) kan de Afdeling een bestuursorgaan opdragen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen.

62
Q

Wat kan de bestuursrechter doen? Hij heeft 4 mogelijkheden volgens art. 8:70 Awb.

A

De uitspraak strekt tot:

  • Onbevoegdverklaring van de bestuursrechter
  • Niet-ontvankelijkverklaring van het beroep (gevolg: geschil ten einde)
  • Ongegrondverklaring van het beroep
  • Gegrondverklaring van het beroep

GEVOLGEN gegrondverklaring, 8:72 Awb:
* Vernietiging bestreden besluit (of deel daarvan lid 1):
Betekent dat besluit (beslissing op bezwaar) met terugwerkende kracht wort vernietigd: het wordt geacht nooit te hebben bestaan. Belangrijkste te beseffen: als je de titel kreeg ‘het mag’ dan wordt geacht dat je nooit die toestemming hebt gehad! Wat je op basis van die vergunning hebt gedaan; heb je nu onrechtmatig gedaan = uit de rechtsorde halen van dat besluit.
* Vernietiging rechtsgevolgen maar niet de feitelijke gevolgen en met terugwerkende kracht (lid 2)
Dan heb je de handelingen die je door je vergunning hebt gedaan ‘onrechtmatig’ gedaan, maar je hoeft je bouwwerk niet te slopen. Je hebt dan wat onrechtmatig gedaan, maar om dat feitelijk teniet te doen is er een handhavingsbesluit nodig. Dat moet de gemeente doen, en dan kun je daarvoor een dwangsom vragen en daarover procederen. Dus voor de feitelijke gevolgen is nog een handeling vereist.

(natuurlijk ook een veroordeling voor griffierechten (9:74) en proceskosten (8:75) bij gegrond beroep bestuursorgaan)

63
Q

Accessoire beslissingen, art. 8:72 Awb

A
Accessoire beslissingen, art. 8:72 Awb
Door het gegrond verklaren van het beroep, wordt de beslissing op bezwaar wat het bestuursorgaan nam, vernietigd. Dat is niet super satisfying want dan sta je dus weer met lege handen (besluit in primo herleeft). En misschien treedt er wel schade op in de periode dat geen besluit wordt genomen. Wat kan de rechter nog meer doen? 
- In stand laten rechtsgevolgen (lid 3);
- Zelf in de zaak voorzien (lid 3);
- Opdracht aan het bestuur; 
- Termijn stellen; 
- Dwangsom; 
- Voorlopige voorziening; 
* treffen
* laten voortduren
64
Q

In principe is die uitspraak (van de accessoire beslissingen) ook de einduitspraak. We doen niet echt aan tussenuitspraken, behalve:

A
  • Bestuurlijke lus (binnen wet) -> is dus geen accessoire beslissing!
    De rechter verwijst de zaak terug.
  • Prejudiciële vraag (buiten wet) -> rechter besluit een vraag te stellen aan het HvJ.
65
Q

Wat gebeurt er NA de vernietiging?

Hoger beroep?

A

Je hebt achtereenvolgens besluit in primo - bezwaar - beslissing op bezwaar - beroep bij de rechtbank.
De vernietiging treft de beslissing op bezwaar (niet het besluit in primo). De rechter heeft niet de bevoegdheid om het besluit in primo te vernietigen (het besluit in primo herleeft!

Hij kan er alleen wat mee doen als hij zelf in de zaak voorziet. hij kan o.g.v. art. 8:72 lid 3 zelf beslissen over bezwaar. Hij herroept het besluit in primo, kijkt naar het bezwaar en neemt een beslissing op bezwaar -> kan alleen als hij zeker weet hoe de bob eruit moet zien.. Maar hij kan ook een voorlopige voorziening treffen o.g.v. art. 8:72 lid 5 Awb. VOORBEELD:

  • Besluit in primo -> vergunning verleend aan A
  • Bezwaar -> door B
  • Beslissing op bezwaar -> bezwaar ongegrond
  • Beroep -> door B
  • Uitspraak beroep -> beroep B gegrond -> rechter kan zelf voorzien, 8:72 lid 3, zelf beslissen op bezwaar
  • Beslissing op bezwaar -> wordt vernietigd
  • B.o. moet -> opnieuw op dat bezwaar beslissen (12 weken termijn)
  • Besluit in primo -> herleeft, dus A heeft zijn vergunning
  • Vovo -> vergunning geldt -> rechter kan vovo treffen (8:72 lid 5) dat A niet door gaat bouwen.

Hoger beroep:
Als het bestuursorgaan een nieuwe beslissing op bezwaar moet nemen, maar stelt hoger beroep in tegen de gegrondheid van het beroep van appellant, dan schorst het instellen van dit hoger beroep de verplichting een nieuwe beslissing te nemen NIET. Wil ze geen nieuwe beslissing nemen, dan moet je vragen of de rechter een vovo treft: het schorsen van tenuitvoerlegging van die verplichting.
Stel b.o. neemt tóch een nieuwe beslissing op bezwaar nog vóórdat hoger beroep is geweest; dan zegt 6:19 dat er tegen die nieuwe beslissing een beroep van rechtswege ontstaat bij de ABRvS  is heel efficiënt want de ABRvS oordeelt over de rechtbankuitspraak én de nieuwe beslissing op bezwaar.

66
Q

Finale geschilbeslechting, nieuwe instrumenten

A

De wetgever benadrukt het belang van finale geschillenbeslechting in art. 8:41a: “De bestuursrechter beslecht het hem voorgelegde geschil zo veel mogelijk definitief.”
De nieuwe instrumenten die de rechter kreeg zijn de volgende:

  1. Bestuurlijke lus
  2. Judiciële lus
    Wanneer hoogste rechter vernietigt en b.o. neemt nieuwe beslissing hoeft appellant niet opnieuw naar rechtbank maar kan direct naar diezelfde rechter terugkomen. Wordt niet veel gebruikt.
  3. Verruiming mogelijkheid passeren van gebreken
    Art. 6:23; rechter kan zowel formele als materiële gebreken passeren.
67
Q

Volgorde finale geschillen beslechting

A
  1. Passeren van gebreken, 6:22
  2. Vernietigen en in stand laten rechtsgevolgen, 8:72 lid 3 sub a
  3. Vernietigen en zelf in de zaak voorzien, art. 8:72 lid 2 sub b
  4. Bestuurlijke lus, 8:51a lid 1 en art. 8:51d jo. 8:80a Awb
68
Q

Passeren van gebreken (art. 6:22 Awb)

A

Benadeling van belanghebbenden mag niet aannemelijk zijn als de rechter passeert (dus niet alleen appellant). Voorbeeld: een te late bekendmaking van besluit is voor appellant niet erg (hij is er namelijk gewoon) maar zijn er nog andere belanghebbenden misschien? dan kan dat niet gepasseerd worden. Als het wel KAN dan doen we het ook. TENZIJ:
- Mogelijke financiële gevolgen:
Als de rechter zou passeren, zou er geen onrechtmatigheid meer zijn; voor iemand die schade wil verhalen wordt het problematisch. Rechter moet wel uitspreken dat er een onrechtmatigheid kleeft aan dat besluit. Je moet wel een beetje bewijs aanleveren dat je daadwerkelijk schade heb gehad.
- Wanneer handeling nodig is/was voor herstel:
Als er niet een goede motivering was van het besluit, en het b.o. komt daar tijdens de procedure mee (de handeling die nog nodig was); dan is het gebrek hersteld al en hoeft de rechter niet meer te passeren. Het b.o. moet dan gewoon nog even een handeling verrichten en dan is het gebrek al hersteld.

69
Q

VERNIETIGEN EN IN STAND LATEN RECHTSGEVOLGEN; 8:72 lid 3 sub a

A

Hier vindt een gegrondverklaring van beroep en vernietiging besluit plaats  omdat er een gebrek aan kleeft, MAAR de rechtsgevolgen blijven in stand dus er gaat toch niks veranderen. Er vindt hier een dialoog plaats met het bestuur. De rechter past dit toe wanneer: (Planschade Oisterwijk)
a. Het bestuursorgaan vast gaat houden aan het besluit in primo
b. Het bestuursorgaan heeft een (meestal formeel) gebrek hersteld
c. Partijen zich erover hebben uitgelaten (hoor- en wederhoor)
d. De uitkomt van het besluit moet rechtmatig zijn
Dus de rechter gaat in dialoog en zegt; als ik vernietig, hoe gaat het nieuwe besluit er dan uit zien? Dit vergt een actieve bemoeienis met het dossier dus. Het bestuursorgaan zegt eigenlijk zelf een gegrondverklaring of vernietiging aan zichzelf; en tegen díe achtergrond kan de rechter de rechtsgevolgen in stand laten.
“Als je dat gebrek gaat herstellen; hoe zou dat nieuwe besluit er dan uit komen te zien?” Dus samen kom je tot een oplossing. Dan verschiet het besluit ook niet echt van kleur. “Zoals het eruit zag is op zich wel goed zo met de nieuwe motivering”.

70
Q

VERNIETIGEN EN ZELF IN DE ZAAK VOORZIEN; 8:72 lid 2 sub b

A

Dit is eigenlijk een soort reflex van in stand laten rechtsgevolgen  dit gaat verder dan rechtsgevolgen. Als er een ander besluit genomen moet worden (niet verlening maar weigering van vergunning, of met voorwaarden daaraan, of aanpassen hoogte uitkering) dan verandert er iets in de rechtsgevolgen. Dan kan je de rechtsgevolgen niet meer in stand laten! Dan kan de rechter zelf in de zaak voorzien; zijn eigen beslissing in de plaats van het vernietigde besluit stellen. Zoals bij een handhavingsbesluit met termijn en dwangsom: dat hij de termijn verlengt. Maar ook het bedrag van de dwangsom.
Vergunningen? Rechter zal niet snel een vergunning verlenen, maar kan wel een vergunning weigeren; dat is gemakkelijker.
Zelf in de zaak voorzien vindt in de regel plaats als hoofdregel bij financiële aanspraken; waaronder schadezaken: zelf de hoogte vaststellen! Dat is een verplichting: bij vernietiging boete moet rechter zelf wel een nieuwe boete moeten bepalen: art. 8:72a.

71
Q

BESTUURLIJKE LUS; 8:51a lid 1 en art. 8:51d jo 8:80a

A

Gebeurt o.a. wanneer:

  • Nader feitenonderzoek nodig is
  • Na vernietiging blijft nog discretionaire ruimte in bevoegdheid bestaan
  • > dan is zelf voorzien of in stand laten rechtsgevolgen moeilijk en kan de bestuurlijke lus uitkomst bieden.

Dit is de mogelijkheid om tussenuitspraak te doen;
“Oké bestuursorgaan, ik draag je op (hoogste rechter)/ stel je in de gelegenheid om (rechtbank) om het gebrek – welke niet gepasseerd kan worden – te herstellen alvorens ik een einduitspraak doe” (Bestuurlijke lus). Hij houdt de zaak daarmee aan. Als het bestuursorgaan bijvoorbeeld de extra info verschaft, dan kan het rijtje weer opnieuw beginnen als het ware en kan hij bijvoorbeeld de rechtsgevolgen in stand laten:

Einduitspraak:
- Als bestuur gebrek herstelt zonder een nieuw besluit te nemen:
> Beroep gegrond met in stand laten rechtsgevolgen
- Als bestuur gebrek herstelt door het nemen van een nieuw besluit:
> Beroep is gegrond, bestreden besluit wordt vernietigd
> Beroep van rechtswege tegen het vervangend besluit wordt ongegrond verklaard

72
Q

Aanvullende rechtsbescherming door de burgerlijke rechter

Twee situaties.

A
  1. Situatie: burger wil een andere burger dwingen. Burger heeft dan volledige keuzevrijheid tussen bestuur- en civiel (Kuunders/Milieuorganisaties)

a. Bestuur: via handhavingsverzoek; besluit; bezwaar etc. (wordt verzoek afgewezen, dan heb je afwijzing van aanvraag van beschikking en dat is een besluit o.g.v. 3:2 Awb)
b. Civiel: via onrechtmatige daad van burger tegen burger

  1. Actie uit onrechtmatige daad van burgers tegen overheid

Omdat er twee wegen zijn, gelden er wel voorrangsregels.

73
Q

Omdat er twee wegen zijn, hebben we voorrangsregels. De keuze tussen bestuur- en civiel roept de volgende vragen op.

A
  1. Is de rechter wel bevoegd?
  2. Is de burger wel ontvankelijk?
  3. Formele rechtskracht?
74
Q

Vraag 1:

Wanneer is de burgerlijke rechter bevoegd?

A

Guldemond/Noordwijkerhout: objectim litis-leer: het recht waarin de aanlegger wenst te worden beschermd; dat is het voorwerp van geschil en dat bepaalt de bevoegdheid - kleed je de vordering in als onrechtmatige daad, dan is de burgerlijke rechter bevoegd (ook al is die in privaatrechtelijke context gepleegd).

75
Q

Vraag 2:

Wanneer ben je ontvankelijk in je eis bij de burgerlijk rechter?

A

Is alléén het geval wanneer een bestuursrechtelijke voorziening NIET openstaat die qua inhoud effect resultaat en snelheid hetzelfde resultaat kan bereiken (Tongolese Asielzoekster arrest). Dit is wanneer:

  • Niet appellabel besluiten (8:3, 8:4 en 8:5)
  • Andere rechtshandelingen dan besluiten, bijv. privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen;
    > uitvoeringshandelingen en
    > voorafgaande feitelijke handelingen (voor zover die handeling onafhankelijk van de inhoud van de desbetreffende beschikking onrechtmatig is)
  • Appellabele besluiten voor niet-belanghebbenden
76
Q

Vraag 3:
Wanneer heeft een besluit formele rechtskracht?

Uitzonderingen daarop.

A

Wanneer heeft een besluit formele rechtskracht? Als je de besutursrechtelijke weg KON bewandelen, dan wordt de civiele vordering afgewezen. De handeling (besluit) waarmee je naar bestuursrechter kon: die is overeind gebleven -> dan wordt deze geacht rechtmatig te zijn! Het besluit krijgt FORMELE RECHTSKRACHT. De burgerlijke rechter moet zich van een eigen oordeel over de onrechtmatigheid van het ‘onderliggende’ besluit onthouden.

Uitzonderingen hierop:
- Heesch/Van de Akker: als burger niet verweten kan worden dat ie niet naar de bestuursrechter is geweest, hij is ‘op verkeerde been gezet’. Van de Akker had naast een bouvergunning ook een uitwegvergunning nodig, en daar moest hij 3.000 gulden voor betalen. kort daarna wijzigt de RvS de rechtspraak en zegt: dat bedrag mag niet in rekening worden gebracht. En toen zei v/d Akker; ja, dan wil ik toch nog even in bezwaar tegen dat besluit dat ik moet betalen. Maar goed, formele rechtskracht! De HR zei: dit is zó’n bijzonder geval (gewijzigde rechtspraak EN net een paar weekjes over termijn, dan heeft het toch geen formele rechtskracht gekregen.
- Expliciete erkenning door het bestuur dat het besluit onrechtmatig is. Twee varianten:
> Hangende termijn bezwaar- en beroep (Sint-Oederode, burger had bezwaar ingetrokken na erkenning bestuur.
> Na de termijn bezwaar- en beroep (dit is nog maar de vraag..)

77
Q

Mogelijkheden tot schadevergoeding door een onrechtmatige overheidsdaad o.g.v. art. 6:162 of 8:88 Awb. Aan welke vereisten moet zijn voldaan?

A
  1. Onrechtmatige daad en toerekenbaarheid
  2. Relativiteit van de geschonden norm
  3. Geen eigen schuld
  4. Causaal verband
78
Q

Onrechtmatige overheidsdaad

  1. Onrechtmatigheid en toerekenbaarheid
A

Wanneer een appellabel besluit wordt vernietigd -> dan is met de vernietiging daarvan gegeven de civielrechtelijke ONRECHTMATIGHEID én de TOEREKENBAARHEID aan het bestuur.

Omgekeerd: wanneer het besluit in rechte onaantastbaar is geworden, gaat de rechter in de procedure ter verkrijging van schadevergoeding uit van de rechtmatigheid van dit besluit, zowel naar procedure als naar inhoud (formele rechtskracht).

De burgerlijke en bestuursrechter laten zich niet uit over de rechtmatigheid, maar gaat uit van de uitkomst van de bestuursrechtelijke procedure.

(slechts in héél uitzonderlijke gevallen: wanneer bestuursrechter heeft gehandeld in strijd met fundamenteel rechtsbeginsel waardoor niet meer kan worden gesproken van een eerlijke onpartijdige behandeling van de zaak)

79
Q

Onrechtmatige overheidsdaad

  1. Relativiteit
A

De bestuursrechtelijke relativiteit is anders dan de civielrechtelijke relativiteit. De bestuursrechter zal bij beoordeling hiervan (in het kader van schadevergoeding) vasthouden aan de jurisprudentie van de HR en art. 6:163 BW.

In de vernietigingsprocedure heeft de rechter al getoetst aan relativiteit. Waarom doen we dat dan toch op nog opnieuw in een latere schadevergoedingszaak? Omdat er verschillen zijn in die procedures:

  • Het relativiteitsvereiste in vernietigingsprocedure:
    relativiteit tussen BELANG en BESLUIT/RECHTSNORM.
  • Het relativiteitsvereiste in schadevergoedingsprocedure:
    relativiteit tussen GELEDEN SCHADE en GESCHONDEN RECHTSNORM
    (als je vermogensschade hebt omdat je geen verblijfsvergunning hebt gekregen o.g.v. Vreemdelingenwet - humanitair belang - dan bestaat er geen relativiteit tussen de geleden schade en geschonden rechtsnorm)

Bovendien speelt in een schadevergoedingszaak wegens onrechtmatig overheidshandelen NIET de leerstukken ‘parallelle belangen’ en ‘verweven belangen’ (hiermee is het bestuursprocessuele relativiteitsvereiste ruimer dan het relativiteitsvereiste in het schadevergoedingsrecht)

80
Q

Onrechtmatige overheidsdaad

  1. Geen eigen schuld
A

Staat in art. 6:101 BW: “Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, wordt de vergoedingsplicht verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen (…)”

Denk aan:

  • Hangende een procedure over jouw vergunning begin je alvast met bouwen – dit is op eigen risico
  • Willens en wetens verkeerde info strekken ten behoeve van een begunstigend besluit
81
Q

Onrechtmatige overheidsdaad

  1. Causaal verband
A

Er moet causaal verband zijn tussen de ONRECHTMATIGE handeling (besluit) en de geleden schade. (Als er ten tijde van het onrechtmatige besluit ook een rechtmatig besluit met zelfde uitkomst had kunnen zijn, dan geen causaal verband!)

82
Q

Onrechtmatige overheidsdaad

De procedure bij de bestuursrechter

A

Art. 8:88 Awb e.v. - een verzoekschriftprocedure bij de bestuursrechter om schadevergoeding i.v.m.
- Een onrechtmatig besluit (mits beroep op dat besluit mogelijk is);
(is beroep niet mogelijk - dan weg naar civiel open!)
- Een onrechtmatige voorbereidingshandeling van een onrechtmatig besluit.

83
Q
Dus voor ONRECHTMATIG overheidshandelen kunnen we: 
- Naar de bestuursrechter
> accessoir OF
> zelfstandig
- EN/OF burgerlijk rechter

Leg uit:

  • Zelfstandig schadevergoedingsverzoek
  • Accessoire schadevergoedingsverzoek
A
  • Zelfstandig schadevergoedingsverzoek
    Art. 8:90 lid 1 - 8 weken v.t.v. verzoek aan bo om vergoeding: na de vernietiging (onrechtmatigheid) ga je weer terug naar de bestuursrechter. Je moet wel eerst het bo in gebreke stellen: je geeft 8 weken om de schade te vergoeden en gebeurt er niks; dan verzoekschrift indienen.
  • Accessoire schadevergoedingsverzoek: (art. 8:91 lid 1) - tijdens een procedure .
    Je wil niet alleen vernietiging van het besluit, maar ook direct daarvoor schadevergoeding. Dit levert problemen op omdat de onrechtmatige situatie met rechtmatige situatie vergeleken moet worden om de schade te bepalen. De rechtmatige situatie is tijdens de procedure vaak nog niet duidelijk: dit is dus vaak onmogelijk.
84
Q

Onrechtmatige overheidsdaad

Bevoegdheidsregeling

A
  • Bestuursrechter is exclusief bevoegd indien:
    > Verzoek vergoeding schade als gevolg van besluit waarin in hoogste instantie de CRvB (sociaal zekerheid of ambtenarenrecht) of HR (belastingkamer) bevoegd is (8:89 Awb).
    > Verzoek schadevergoeding, schade betreft besluit o.g.v. het vreemdelingenrecht
  • Burgerlijke rechter is bevoegd te oordelen over een verzoek om schadevergoeding in ALLE bestuursgeschillen, maar:
    > bij vorderingen ten hoogste €25.000,- kan rechtszoekende kiezen tussen bestuur- burgerlijke rechter;
    > bij vorderingen hoger dan €25.000 is de burgerlijke rechter bij uitsluiting bevoegd (art. 8:89 lid 2 Awb)

Art. 8:89 lid 3 Awb: reeds verzoek ingediend bij burgerlijke: bestuursrechter is ONBEVOEGD.
Art. 8:89 lid 4 Awb: zolang verzoek bij de bestuursrechter aanhangig is, vordering bij burgerlijke rechter NIET-ONTVANKELIJK (daarna kun je er nog wel heen).

Je mag (omdat dat goedkoper is zonder advocaat en griffierechter) voor €25.000 naar bestuursrechter, en later - als procedure is afgelopen vanwege 8:89 lid 4 - voor de overige €5.000 naar de burgerlijke rechter -> knippen (ABRvS 2017/411).

85
Q

Naast

  1. Zelfstandig schadevergoedingsverzoek EN
  2. Accessoire schadevergoedingsverzoek

OOK NOG (eigenlijk achterhaald)…

A
  1. Het zuivere schadebesluit.
    Voor schade als gevolg van onrechtmatig EN rechtmatig overheidshandelen (voorheen)! Van Vlodrop arrest. Als je een schadevergoeidingsverzoek indient o.g.v. 8:90 Awb, dan KAN de beslissing daarop van het bestuursorgaan een appellabel besluit zijn wanneer sprake is van 2 vereisten: materiële en processuele connexiteit:
    MAAR, art. 8:4 lid 1 aanhef en onder f - aan het zelfstandig schadebesluit hebben we geen behoefte meer, want we hebben 8:88 Awb, voor ONRECHTMATIG overheidshandelen (tenzij OD dateert van VOOR 1 juli 2013 - dan nog wel mogelijk).

(voor rechtmatig nog wel > dat kan via zuiver- onzuiver schadebesluit)

86
Q

Van Vlodorp

A

Zuivere schadebeslissing;

materiële en processuele connexiteit bij zuiver schadebesluit.

87
Q

Asha Horeca

A

Zuivere schadebeslissing;

nadeelcompensatie ALLEEN bij civiel als bestuursrechter het niet aan kan.

88
Q

Leffers/staat (Varkensmester I)

A

Nadeelcompensatie; groep mensen onevenredig hard getroffen door rechtmatig besluit.

89
Q

Straatprostitutie Heerlen (niet in bundel)

A

Nadeelcompensatie of zuiver schadebesluit?

90
Q

Coffeeshops Venlo

A

Nadeelcompensatie; onzuiver schadebesluit, evenredigheidsbeginsel

91
Q

Een vordering vanwege rechtmatig handelen.

Leg uit.

A

Een vordering vanwege rechtmatig handelen, is dat niet vreemd? Lijkt van wel. Leffers/Staat is een richtinggevend arrest geweest: varkensboeren mochten geen slachtafval (smul) meer voeren aan hun vee. Boeren die daarop de gehele bedrijfsvoering hadden aangepast ondervonden enorme schade van de rechtmatige maatregel (AMvB) “onevenredig hard getroffen”. HR: maak onderscheid tussen maatregel zelf, en aan maatregel ten grondslag liggende afweging/handelen door de overheid. Wat wordt daarmee bedoeld? “Dat het besluit zelf rechtmatig kan zijn, maar dat de belangenafweging gemankeerd is: dat onvoldoende rekening is gehouden met het belang van die groep ondernemers die onevenredig zwaar in hun belangen wordt geraakt.”

Daarmee is die afweging, die aan het besluit ten grondslag liggende handeling, onrechtmatig voor zover die onevenredige schade ten onrechte niet is vergoed.

92
Q

Hoe kan schade wegens RECHTMATIG OVERHEIDSHANDELEN worden verkregen?

A
  1. Nadeelcompensatie: via onzuiver schadebesluit: je kunt, gewoon in beroep gaan tegen het besluit (onzelfstandig schadebesluit)
  2. Nadeelcompensatie: als weg van onzuiver schadebesluit niet mogelijk is of die weg anderszins niet is bewandeld; en het besluit heeft formele rechtskracht;
93
Q

Rechtmatige overheidsdaad (nadeelcompensatie)

  1. Nadeelcompensatie: via onzuiver schadebesluit: je kunt gewoon in beroep gaan tegen het besluit (onzelfstandig schadebesluit)
A

Je kunt stellen dat er vóór een besluit (zoals het verlenen van een vergunning) een gedegen belangafweging plaats zou moeten vinden – rekening houden met belangen van een groep burgers die onevenredig zwaar door dat besluit wordt getroffen. Als het b.o. dat níet doet: als ze in de belangenafweging niet rekening houdt met de financiële belangen van een groep die onevenredig wordt getroffen, dan is die belangafweging niet compleet: schending van art. 3.4 lid 2 Awb: evenredigheidsbeginsel (schending van het verbod van willekeur) en daarin zit onrechtmatigheid (Coffeeshops Venlo) Kan reden zijn het besluit te vernietigen en schadevergoeding aan te bieden aan de geraakten. Door het aanbieden van de vergoeding wordt de onrechtmatigheid opgeheven  en wordt het besluit rechtmatig. Bevoegdheidsverdeling:
De vordering o.g.v. 3.4 Awb stuit af op formele rechtskracht van schadeveroorzakende besluit. REGEL: als je met 3.4 naar de bestuursrechter kán, dan MOET je dat doen (doe je dat niet, kun je niet naar de burgerlijke rechter  want dan gaan we uit van de rechtmatigheid van het besluit, we gaan er van uit dat de belangenafweging compleet is geweest). Wil je via het onzuiver schadebesluit je vergoeding gaan halen; dan moet je dus naar de bestuursrechter. = VOLLEDIGE vergoeding.

94
Q

Rechtmatig overheidshandelen/nadeelcompensatie

  1. Nadeelcompensatie: als weg van onzuiver schadebesluit niet mogelijk is of die weg anderszins niet is bewandeld; en het besluit heeft formele rechtskracht.
A

Dan baseer je je vordering op grond van het égalité-beginsel: publieke lasten moeten gelijkelijk over burgers worden verdeeld. Gebeurt dat niet: schending van dat beginsel. Deze compensatie kan op twee manier worden verkregen:

a. Zuiver schadebesluit -> alleen bij appellabele besluiten!
Als je nadeelcompensatie wil en een verzoek doet aan bestuursorgaan o.g.v. 8:90, dan kán de beslissing daarop van het bestuursorgaan een appellabel besluit zijn wanneer sprake is van 2 vereisten: materiële en processuele connexiteit (Van Vlodrop en Straatprostitutie Heerlen) – hier komt 4:126 voor in de plaats

i. Materiële connexiteit (is het een besluit?)
De schriftelijke beslissing op een verzoek tot schade (als in 8:90) die veroorzaakt is DOOR een besluit; IS zelf ook een besluit in de zin van 1:3 Awb;
ii. Processuele connexiteit (is het besluit appellabel?)
Het is appellabel, alleen als ook het schadeveroorzakende besluit appellabel is! (dus als je schade hebt door AVV of beleidsregel dan is niet aan vereiste processuele connexiteit voldaan).

b. Burgerlijke rechter vordering ALS het bestuursrechtelijk kán, dan móet dat. Alleen wanneer dat niet kan (wanneer schadeveroorzakende besluit géén appellabel besluit is, alléén dan heb je een ontvankelijke vordering bij de bestuursrechter: Asha Horeca BV)

95
Q

Waarom krijg je bij nadeelcompensatie niet een VOLLEDIGE vergoeding, maar een tegemoetkoming in de schade?

A

Omdat je met nadeelcompensatie te maken hebt met het ‘normaal maatschappelijk risico.

Normaal maatschappelijk risico
Bij beoordeling of recht op nadeelcompensatie bestaat is van belang dat het gaat om:
- Schade die uitgaat boven ‘het normale maatschappelijk risico’ (= abnormale last)  is vaak een vaste drempel
(15% omzetverlies bijvoorbeeld) die in beleid is neergelegd (bepalen naar aard en omvang + voorzienbaarheid);
- Die een benadeelde in vergelijking met anderen (een referentiegroep zoals andere omwonenden) onevenredig
zwaar treft (= speciale last): je moet je onderscheiden van andere burgers.

(Voorbeeld: een week voor kerst moet riolering aangepast worden waardoor jouw winkeltje niet meer bereikbaar is. Of een brug moet dicht door vervangen scheuren wegdek; wegrestaurant is totaal niet meer te bereiken)

96
Q

Schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn

A

Dit heeft zich de laatste jaren ontwikkeld. Wanneer rechtszaken niet tijdig worden afgedaan; art. 6 EVRM.
- Aanvang termijn: indienen bezwaar of instellen beroep en bij ‘criminal charges’ officiële kennisgeving of andere handeling waaraan betrokkene in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat aan hem een boete zal worden
opgelegd
- Einde termijn: wanneer geschil inhoudelijk definitief is beslecht

Schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn:
- Grondslag is ‘spanning en frustratie’ – wordt verondersteld
- Indien overschrijding door het bestuur: vernietiging met in stand laten rechtsgevolgen om vervolgens immateriële
schadevergoeding toe te kennen
- Indien overschrijding door de rechter (zelf): verdragsconforme interpretatie van (voorheen art. 8:73 Awb en thans):
art. 8:88 Awb.

Hoe lang is die termijn dan? EHRM vindt dat dat afhangt van de complexiteit van de zaak, het gedrag en de houding van partijen en de aard van het belang van het geschil. Bestuursrechters hanteren de volgend richtsnoer:
- 2 jaar tot uitspraak rechtbank (0.5 voor bezwaar en 1.5 voor beroep);
- 2 jaar voor hoger beroep.
Dat is dus bij mekaar 4 jaar, van bezwaar tot de uitspraak in hoogste instantie. Gevolg: bij overschrijding krijg je € 500 per half jaar met afronding naar boven.