W8: HC6: Kindergeneeskunde: wat maakt het verschil? Flashcards

1
Q

Hoe is in de loop der jaren onze visie op kinderen veranderd, gebasseerd op de kunst?

A

In de 13e eeuw: kind geschilderd als kleine man
> Kleiner hoofd, houding etc.
> Toendertijd keek de gnk ook naar baby’s als kleine volwassenen

In de renaissance: kind geschilderd als baby

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is het allereerste kinderziekenhuis geopend?

A

In 1802 in Parijs, in 1863 de eerste in nederlandm namelijk het Sophia Kinderziekenhuis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom werd het vroeger als onmenselijk gezien om je kind naar het ziekenhuis te brengen?

A

Omdat je als zorgverlener/ouder van je kind heel graag bij je kind wil zijn (nu ook, maar nu meer mogelijkheden voor rooming in vlakbij en 24h/d aanwezigheid ouders).

Dus gedachtegang: je geeft je kind niet zomaar af, in afwachting van wat mensen daar met je kind doen - Dr. Maurits Denekamp
> Nog liever thuis sterven dan dat je het in het ziekenhuis afgeeft aan wildvreemden.
> Nu juist heel erg focussen op dat ouders of gekozen familieleden continu bij het kind kunnen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor lichamelijke verschillen zijn er tussen kinderen en volwassenen?

A
  • Anatomische verschillen
  • Fysiologische verschillen
  • Ontwikkeling
  • Groei
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke orgaansystemen veranderen het meest bij geboorte? en wat veranderd hieraan?

A

Vooral verandering cardiovasculair en je gaat je longen gebruiken (hierop moet het cardiovasculaire stelsel zich aanpassen)

Cardiovasculaire veranderingen:
- Sluiten ductus arteriosus
- Foramen ovale sluit
- Ductus venosus sluit
> Zodat je na geboorte ipv placenta de longen kan gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke organen en functies ontwikkelen zich nog tussen geboorte en adolecence

A
  • Groei van vitale organen: brain, longen (pas na jaar of 8 klaar), nieren, reproductieve organen
  • Fysieke functie: CNS, immuun systeem, endocriensysteem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ontwikkelen de hersenen zich na de geboorte?

A
  • 100 biljoen neuronen bij geboorte
  • Op 3jarige leeftijd 15.000 synapsen
  • Alles wat je gebruikt ontwikkeld zich verder door, alles wat je niet gebruikt atrofieerd (en kan je vervolgens niet meer gebruiken)

Bij babys van 20 weken is het brein nog helemaal glad > de groeven ontstaan door uitgroei neuronen rondom ventrikels, de een groeit wat verder dan de ander = gyrering
> Dit is alleen al het uiterlijk van het brein, wat er binnen in allemaal veranderd is van essentieel belang.

Het maakt dus ook heel veel uit wat er op jonge leeftijd allemaal met je gebeurt!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom geruiken kleine kinderen veel brandstof?

A

Ze hebben een grote metabole behoefte, en veel calorie en water verbruik.
Ook meer O2 behoefte.

  • Kleine kinderen hebben in verhouding een groot lichaamsoppervlakte. Vooral het hoofd is heel groot, en verliest in de eerste fase heel veel warmte.
  • Je calorie requirements blijven groot doordat je groeit, dit geldt ook voor de water hoeveelheid.
  • (ook zuurstof behoefte daalt naarmate paar jaar na geboorte)

Baby’s drinken om de 3 uur : zijn voortdurend bezig met hun ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Heeft het respiratoire systeem een gunstige of ongunstige anatomie?

A

Ongunstig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe veranderd de CO tussen volwassenen en kinderen?

A

Je hebt verschillen tussen de cardiale spierfunctie, de RR en frequentie.

> Als een kind cardiale stress heeft > om CO te vergroten gaat frequentie van het hart omhoog, dit gaat heel makkelijk bij kinderen, en dus kunnen zij makkelijk compenseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke onderdelen van de luchtwegen verschillen tussen ouder/kind?

A
  • Kleinere diameter van de luchtwegen
  • Kinderen hebben een neusademhaling en hele grote tong
  • Bronchus wandstructuur
  • Lucht/weefsel oppervlakte
  • Ribben
  • Diafragma

Door deze verschillen zijn kinderen met infecties veel slechter af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verschilt de diameter van de luchtwegen van een kind? en wat zijn de consequenties hiervan?

A

De diameter van de luchtwegen is veel kleiner (bij neonaat 5mm) > hierdoor is de weerstand van de lucht veel groter, en kost het ademhalen bij vergroting van de weerstand meer moeite.

Een LWI zorgt voor oedeem en vernauwt het lumen > hierdoor veel kinderen een gierende ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de belangrijkste ademhalingsspieren bij een kind?

A
  • Diafragma (belangrijkst)
  • Intercostaalspieren (werken minder)
  • Sternocleidomastoideus (bij aanspanning kiepert hoofd naar voren bij een kind > bij ernstige benauwdheid gaat een kind head-bobben > werkt juist slecht voor ademhaling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom moeten snotneuzen bij kinderen goed worden weggespoeld?

A

Kinderen hebben een neusademhaling en een hele grote tong. Daarnaast is door andere anatomie het hele gebied veel nauwer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe verschilt de bronchuswand structuur bij een kind?

A
  • Meer kraakbeen/soft tissue (makkelijker expanderen maar ook makkelijker collaberen)
  • Premature cilia
  • Minder gladspierweefsel

> Grotere incidentie van occlusie en collaps
Minder mobilisatie van sputum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe verschilt het lucht/weefsel oppervlakte bij een kind?

A
  • Minder/onrijpe alveoli
  • Kleine luchtwegen

> Minder oppervlakte voor gaswisseling
En groter risico op atelectase

17
Q

Hoe verschillen de ribben bij kinderen?

A
  • Meer kraakbeen
    > Compliantie neem toe
  • Horizontale positie (hierdoor kunnen intercostaalspieren minder zorgen voor uitzetting thorax tov volwassenen)
    > Volledig afhankelijk van diafragma bij ademhaling
18
Q

Hoe verschilt het diafragma bij kinderen?

A
  • Horizontale positie
  • Minder type I vezels
19
Q

Hoe verschillen de vitale parameters van kinderen tov volwassenen?

A
  • AF hoger (want ademhaling minder effectief)
  • Metabolisme hoger
  • Hartactie hoger
20
Q

Van welke (soort) factoren is de ontwikkeling van een kind afhankelijk?

A
  • Genetisch (van ouders of de novo, congenitaal)
  • Biologisch (wat gebeurt er met je in de baarmoeder, te vroeg geboren, geboorte trauma, infecties, chronische ziekten, hormonale afwijkingen)
  • Omgeving (bv maternale ziekte gedurende zwangerschap, maar bv ook middelenmisbruik, intoxicaties > later: voeding, sociaal-economishe klasse, of je liefde krijgt)
21
Q

Hoe verschilt de DD bij kinderen tov volwassenen?

A
  • Leeftijdsspecifieke a-priori kansen
  • De anamnese (ook bij familie) is erg belangrijk.
  • Denk aan de zwangerschapsanamnese (omstandigheden voor geboorte)
22
Q

Wat maakt de communicatie met kinderen anders?

A
  • Verkrijgen van vertrouwen is extra belangrijk
  • Anamnese gericht op groei en ontwikkeling
  • Anamnese beinvloedende factoren
  • Sterk leeftijdsafhankelijk: unieke eisen per leeftijdscategorie > communicatie verschilt erg per leeftijd
  • Familie / ouders
  • Non verbale communicatie
  • Lichamelijk onderzoek
23
Q

Waarom kreunen kinderen?

A

Om zo druk op te bouwen in de longen (ook wel de eind-expiratoire druk) om zo de alveoli open te houden.

Kreunen bij tachypneu is dus alarmerend

24
Q

Waarom zie je op een X-thorax bij een atelectase dat de rest van de long aan de aangedane zijde zwarter is?

A

Omdat je weefsel kwijt bent wat in de atelectase is gaan zitten.

25
Q

Aan wat voor een verwekker denk je eerder als deze overgedragen wordt via broers/zusjes?

A

Virus

26
Q

Wanneer is bij kinderen aspiratie als oorzaak van respiratoire problemen het hoogst?

A

Aspiratie zie je meer als babys gaan kruipen/ dingen in hun mond gaan stoppen. Dit is echter niet zo als er ouderen broertjes/zusjes zijn, die kunnen iets in de mond/neus stoppen bij het kleintje.

27
Q

Aan wat voor soort oorzaken moet je denken bij respiratoire distress bij een kind van 6w?

A
  • Infectieus
  • Obstructief/aspiratie
  • Intoxicatie/neurologie
  • Overweeg ook: congenitale longafwijking, congenitale hartafwijking, vascular ring en CF/PCD
28
Q
A