W8: HC2: Intra-uteriene infectie en de gevolgen voor het kind Flashcards

1
Q

Wat zijn de twee routes voor intra-uteriene infecties? Wat zijn voorbeelden van verwekkers?

A

Transplantair (congenitaal)
- Listeria monocytogenes
- Toxoplasmose gondii
- CMV

Opstijgend (vliezen breken) of via vagina
- GBS
- Escherichia coli
- Herpes simplex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sinds wanneer weten we dat intra-uteriene infecties bestaan?

A

1941 (door rode hond hadden veel kinderen cataract)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de belangrijkste congenitale infecties? Wat is het acroniem?

A

Acroniem voor de belangrijke congenitale infecties: TORCHES
- Toxoplasmose (kattenbakken)
- Other > hiv, parvo b19 etc.
- Rubella (hiervoor vaccin)
- Cytomegalovirus (meest voorkomende congenitale infectie)
- Herpes simplex virus
Syphilis (heel weinig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarop wordt een vrouw getest tijdens zwangerschap?

A

Syfillis, HIV, hepatitis (hier kan je iets aan doen / voorkomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn kenmerken van een kind met congenitale CMV?

A
  • Icterus
  • Allemaal kleine blauwe plekjes
  • Kind oogt niet heel ziek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar komt CMV seropositiviteit voor?

A
  • Ivoorkust/tanzania: meest e kinderen voor 1ste jaar seropositief (ivm hygiene)
  • Westen: steeds meer mensen seropositief over jaren

> In nederland heeft 70% van de vrouwen in de vruchtbare periode nog geen antistoffen tegen CMV > kans op infectie kind tijdens zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe manifesteert CMV zich klinisch? Wat is de incidentie?

A
  • Incidentie: 0,2-1% van de pasgeborenen - congenitale CMV
  • Veelal asymptomatisch

Symptomatiek:
- Prematuritas
- SGA
- Hepatosplenomegalie
- Petechiae/purpura
- Icterus
- Neurologische afwijkingen (microcephalie, hypotonie, convulsies, periventriculaire verkalkingen)
- Lab afwijkingen (trombocytopenie, geconjugeerde hyperbilirubinemie, verhoogde transaminasen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt congenitale CMV gediagnostiseerd?

A
  • PCR CMV in urine (en speeksel) > voorheen was dit een kweek (duurde veel langer)
  • Ook is detectie van antistoffen mogelijk

Een positieve PCR voor de leeftijd van 21 dagen is bewijzend voor congenitale infectie (daarna kan het ook mogelijk verworven zijn)

Kan bij twijfel ook nog met het hielprik monster (wordt op dag 4-5 afgenomen) achterhaald worden. Dit is wel minder gevoelig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de behandeling van congenitale CMV? Wanneer wordt dit gegeven?

A
  • Ganciclovir
  • Behandeling over algemeen niet, maar bijvoorbeeld wel bij neurologisch aangedaan of…
    Indicatie: chorioretinitis (allemaal gele bolletjes, kan leiden tot blindheid), pneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de morbiditeit/mortaliteit van congen. CMV?

A
  • 90% is asymptomatisch, 10% is symptomatisch
  • Van die 10% symptomatische is er sprake van slechthorendeheid/doofheid in 60%
  • 55% van deze symptomatisch heeft een IQ van onder de 70
  • En ong. 5,8% van deze kinderen overlijd

Deze kinderen kan je niet meer echt genezen.

Ook bij de aymptomatische kinderen kan er sprake zijn van slechthorendheid of doofheid (alhoewel er ogenschijnlijk dus niks aan de hand lijkt te zijn).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke herpes subtypes zijn er?

A

Type I > koortslip

Type II > herpes genitalis

HSV-2 verloopt veelal asymptomatisch (60-80%) bij adolescenten en volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de kans dat een baby ernstig ziek wordt door transmissie van HSV-2 van moeder, in 3 verschillende scenario’s?

A
  • True primary infection > 50% wordt ernstig ziek
  • Primary infection (na als eerder HSV-1) > 30% ernstig ziek (door aanwezigheid kruis-antilichamen)
  • Recurrent infection > wordt ernstig ziek 2%

Kinderen worden het ziekste als moeder geen antistoffen heeft. Anders relatief kleine kans dat het kind ziek wordt omdat die ook de antistoffen meekrijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kan een iemand met een koortslip een kind infecteren?

A

Ja, dit is erg gevaarlijk!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom verloopt nou een primaire infectie van de moeder ernstig bij een neonaat tov van een secundaire?

A
  • Geen antistoffen
  • Hogere virale load
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 3 vormen van klinische manifestatie van herpes bij een neonaat zijn er?

A
  • Skin/Eye/Mouth = alleen huid en slijmvliezen voornamelijk aangedaan, verder niets, zij hoeven niet ernstig ziek te worden!

In de tweede week

  • Gedissimineerde vorm: In de eerste levensweek (vanaf dag 4-5 eerste symptomen), dan kan je nog niet zo onderscheiden tussen viraal en bacterieel.

Je moet dan dus behandelen met zowel antibiotica als anti-virale middelen.

Kan echt fulminante sepsis zijn, huis 3/4 gevallen aangedaan, mogelijk hersenen aangedaan, pneumonie mogelijk, hoge mortaliteit (60%)

  • CNS (meningitis/encefalitis)

In de 2-3e week

Hersenen altijd aangedaan, mortaliteit lager dan gedessimineerd, wel hogere morbiditeit/restverschijnselen door meningitis/encefalitis dit is zo in 56% van de kinderen. Ook huidafwijkingen en evt pneumonie kunnen hierbij voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is de huid bij een neonaat met herpes altijd aangedaan?

A

Nee

17
Q

Diagnostiek neonatale herpes?

A
  • Vroeger: blaasje opendrukken en op dekglaasje aanbrengen

Dit was positief bij multinucleaire reuscellen met intranuclaire insluitsels

  • Tegenwoordig: met PCR (kweken) oropharynx = snel
18
Q

Behandeling neonatale herpes?

A

Bij verdenking gelijk starten met Acyclovir

19
Q

Wat zijn de algemene kenmerken van congenitale infecties (TORCHES)?

A
  • Dysmaturiteit
    Bijvoorbeeld ook dysproportionaliteit kan je hierbij zien
  • Microcephalie
  • Hepatosplenomegalie
  • Icterus
  • Anemie / Thrombocytopenie
20
Q

Bij welke medewerkers is de kans op CMV verhoogd?

A

Medewerkers van een kinderdagverblijf

21
Q

Door welke verwekkers kan conjunctivitis neonatorum (hevige soepogen) ontstaan? Hoe kunnen deze worden opgelopen?

A
  • Chlamydia trachomatis
  • Neisseria gonorrhoeae

Opgelopen bij passage baringskanaal

22
Q

Wat is het beeld van kinderen met een postnataal verworven infectie?

A
  • Kreunen (teken van pneumonie ontwikkelen, hierom verhogen neonaten de druk in de longen en kreunen ze)
  • Slechte perifere ciruclatie / grauw zien
  • Tempratuurinstabileit (ondertemp, koorts, of toevallig net even normaal)
  • Apnoes / bradycardieen
  • Convulsies (meningitis!)
  • Weinig / niet actief (stilletjes, willen niet meer drinken)

> Het gaat hier vooral over een combinatie van factoren. Lang niet elk kind dat kreunt heeft een infectie. Bij al twee dagen gebroken vliezen denk je hier wel al eerder aan.

23
Q

Welke verwekkers zijn vaak de oorzaak van een postnatale infectie?

A
  • Beta-hemolytische streptokok groep B > GBS (20% vrouwen gekoloniseerd)
  • Escherichia coli
  • Oa Listeria monocytes (minder vaak)

Vaak komen ze uit het baringskanaal, waar colonisatie van deze bacterieen is.

24
Q

Hoe ziet de beta-hemolitische streptokok groep B (GBS) er microscopisch uit?

A
  • Hemolytisch hof
  • Cokken achterelkaar geplakt

Heel goed gevoelig voor penicilline

25
Q

Hoe veel colonisatie en EOGBS is er in nederland?

A
  • Prevalentie van colonisatie in NL: 21%
  • Bij moeder colonisatie is de kans op baby colonisatie: 36,5%
  • Risico op EOGBS(ziek zijn) in gekoloniseerde babies: 3,0%
  • Proportie EOGBS cases met een maternale risico factor: 62%

Risico op EOGBS live birth in de hele populatie: 0.474 / 1000 levens geborenen (relatief weinig maar dus wel af en toe voorkomend)

26
Q

Hoe presenteert GBS zich bij baby’s?

A
  • Early onset (75%)

In de eerste levensweek: dag 0-6, 90% vanaf eerste dag

Verticale overdracht (via vagina)

Kreunen, apnoe, pneumonie, shock, sepsis, meningitis (25%)

  • Late onset (25%)

Optredend tussen een week en 3 maanden

Verticale overdracht maar ook horizontaal (onvoldoende handhygiene) mogelijk

Sepsis, meningitis (75%) (meningitis bepaald meestal prognose, waardoor late vaak slechter)

27
Q

Hoe ziet GBS infectie bij baby eruit op X-thorax?

A

Heel wit beeld: lijkt op IRDS (onvoldoende surfactant bij prematuren)

28
Q

Hoe zit het met de incidnetie van GBS-ziekte in Amerika?

A

Voorheen in Amerika hele hoge incidentie van GBS-ziekte tov west europa
> Begonnen met kweken van alle vrouwen rond 35 weken >
Bij positief > GBS profylaxe gegeven

Hierdoor is daar in de loop van de jaren de incidentie van GBS-ziekte heel sterk afgenomen. De late onset infectie is echter gelijk gebleven, de early-onset is heel erg gedaald.

Dus profylaxe helpt alleen voor voorkomen early-onset GBS-ziekte
Toch is de incidentie van late-onset GBS-ziekte nog beduidend lager dan early-onset GBS-ziekte.

29
Q

Hoeveel morbiditeit en mortaliteit zie je bij GBS-ziekte?

A

Mortaliteit: 5-10%

Morbiditeit: 50% (meningitis)
* Ernstig: 15-20%
* Hydrocephalus: 11%
* Epilepsie: 13%