W1 HC.5 ADHD Flashcards

1
Q

Feiten ADHD?

A
  • Prevalentie schoolleeftijd 4-8%
  • Hoge comorbiditeit (65%)
    -> Leerstoornissen 20-60%
    -> Angst/depressie 20-30%
    -> Gedragsstoornis/ODD 45-50%
  • Poor outcomes
    -> Lager opleidingsniveau
    -> Minder goede banen
    -> Meer verslaving
    -> Meer contact met politie
    -> Meer SEH opnames (OR=1.3)
    -> Hogere mortaliteit (ADHD + comorb RR=2.0, ADHD- RR=1.5)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ADHD behandeling:

A
  • Psycho-educatie (algemeen)
  • Schoolinterventies (bij problemen op school)
  • Ouderbegeleiding (bij problemen thuis)
  • Medicatie (bij matige tot ernstige klachten therapieresistentie comorbiditeit)
  • Gedragstherapie (comorbiditeit sociale vaardigheden studievaardigheden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ADHD farmacotherapie behandelladder?

A

Dopaminerge medicatie
1. Methylfenidaat (langwerkend) reageert 70% op
2. Dexamfetamine / lisdexamfetamine

Noradrenalinerge medicatie
3. Atomoxetine
4. Clonidine / guanfacine
5. Imipramine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschil stimulantia, MAO inhibitor en antipsychotica?

A
  • Antipsychotica blokkeren de postsynaptische dopaminereceptoren
  • Stimulantia verhogen de dopamine in de synapsspleet
  • MAO-A gen -> te weinig van dit enzym zorgt voor meer agressie en impulsiviteit. Te weinig MAO activiteit zorgt dus voor meer agressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly