W1 HC.4 Suïcidaliteit Flashcards
Wat valt onder het containerbegrip suïcidaliteit?
- Gedachten of fantasieën
- Dreigingen, gebaren en pogingen
- Geslaagde suïcides
Mythes over suïcidaliteit?
- Erover praten is gevaarlijk: iemand zal eerder een poging doen.
- Iemand die over suïcide praat, zal nooit een poging doen.
- Iemand die een suïcide poging doet, wil dood.
Waar is zelfbeschadiging in op te delen?
- Suïcidaliteit
- Suïcidaal gedrag:
Daadwerkelijke poging / Verhinderde poging / Afgebroken poging / Voorbereidende handeling (spullen weggeven, brieven schrijven, medicatie verzamelen etc.).
- Suïcidale ideatie:
Actieve doodswens / Passieve doodswens - Niet-suïcidaal zelfbeschadigend gedrag
Feiten en cijfers?
- Suïcidepoging ~25x meer dan geslaagde suïcide
- NL pogingen: 50.000/jr; 135/dag
- 15.000 spoedeisende hulp bezoeken na zelf toegebracht letsel
- Vrouwen doen meer pogingen dan mannen
- Mannen 2x vaker succesvolle poging
- Grootste risicogroep: mannen 40-70 jaar en mensen die een eerdere poging hebben gedaan
- Jongeren 10-25jr: doodsoorzaak nummer 1
- Geschatte kosten per suïcide: 2,8 miljoen euro
- Geslaagde suïcides in NL: 1861 (1295m en 566v)
Risicofactoren mannen
- 40-70jr
- Mannen zonder partner 3x vaker
- Weduwnaren 4x vaker
- 1/4 arbeidsongeschikt
- 2/5 ontvingen een uitkering
Omgevings- en individuele kenmerken mannen:
- Gaan sneller over tot suïcidaal gedrag
- Gebruiken schadelijkere methodes
- Terughoudender in zoeken naar hulp
- Alcohol- en drugsgebruik
- Echtscheiding; verlies van sociale ondersteuning
- Traditionele masculiniteit/moderne masculiniteit
- Werk is een belangrijk onderdeel vd identiteit
- Schaamte door niet verwachten aan mannelijke rolmodellen
Risicogroep: LHBTIQ+ personen
Vaststelling van aantal LHBTIQ+ personen dat overlijdt door suicide is moeilijk: geen betrouwbare cijfers.
- Suïcidale gedachten: 5x vaker
- Suïcidepogingen: 4x vaker
- Lesbische en biseksuele meisjes 1,5x vaker een poging dan homoseksuele jongens
- Religieuze achtergrond: jongeren rapporteren meer suïcidaliteit
- Geen verschil in stad of platteland
- Meer suïcidaliteit onder personen die niet uit de kast zijn
Omgevings- en individuele kenmerken:
- Negatieve reacties, pesten en geweld komen veel voor
- Kwetsbaarder voor psychische problemen: o.a. depressie, angststoornissen en middelengebruik komen tot 1,5x zoveel voor.
Risicogroep agrariërs:
In de top 3 van sectoren met een relatief hoog risico op zelfdoding:
- Hoge druk door geldzorgen, veranderende wetten en regels, negatief imago
- Vaker depressieve symptomen
- Onvoorspelbare gebeurtenissen -> PTSS
- Sociale isolatie
Psychiatrische stoornissen
- Bij ca 90% van geslaagde suicides is sprake van psychiatrische problematiek
- Meest voorkomende problematiek (in Europa + Azie):
-> Stemmingsstoornissen (50%)
-> Middelgebonden stoornissen (20%)
-> Persoonlijkheidsstoornissen (15%)
-> Psychotische stoornissen (7,5%) - Lifetime risk suicide bij depressieve stoornis (5%)
Problemen bij vaststellen suïcidaliteit bij kinderen:
- Onderrapportage (mn door ouders) / foutieve interpretatie
- Geen nationale database / registratie
- Tegenstrijdige definities van TS en leeftijdsgroepen
- Focus op adolescenten
Risicofactoren suïcidaliteit bij kinderen
Kindkenmerken:
- Eerdere TS (6x)
- Psychiatrische stoornis (black box waarschuwing AD, co-morbiditeit)
- Preoccupatie met de dood (belangstelling)
- Jongen
Systeem:
- Suïcidepoging in systeem
- Psychopathologie, gewelddadig gedrag, middelenmisbruik
Omgeving:
- Negatieve omgeving (armoede, slechte cohesie, scheiding/verlies, niet gewenst zijn, getuige van geweld, slachtoffer van geweld, problemen op school, pesten)
- Stressvolle gebeurtenissen (verlies, misbruik)
- Sociale isolatie, schaamte
Stress- en kwetsbaarheidsfactoren psychiatrisch vs psychologisch:
Psychiatrisch:
- Depressie
- Verslaving
- Eetstoornis
- Intoxicatie (alcohol/drugs)
- Persoonlijkheidsstoornis
- Schizofrenie of psychotische stoornis
- Angststoornis
- Autisme
- Voorgeschiedenis psychiatrische behandeling
- Automutilatie
- Slaapstoornis (ouderen)
- Suicide in de familie
Psychologisch:
- Neuroticisme
- Geringe zelfwaardering
- Wanhoop
- Negatief en dwangmatig denken
- Agitatie en/of agressie
- Impulsiviteit
- Gebrekkige coping-vaardigheden
- Denken last voor anderen te zijn
- Angst
Stress- en kwetsbaarheidsfactoren gebeurtenissen en verlies, sociaal:
Gebeurtenissen en verlies:
- Verlieservaringen
- Huiselijk geweld
- Echtscheiding
- Seksueel misbruik
- Detentie
- Ontslag en werkeloosheid
- Lichamelijke ziekte, pijn
- Verwaarlozing
- Pesten
Sociaal:
- Alleenstaand
- Verlies van werk
- Arbeidsongeschiktheid
- Lage sociaal-economische status
- Schulden
- Laag opleidingsniveau
- Problemen op school (jongeren)
Beschermende factoren:
- Sociale steun
- Verantwoordelijkheid naar anderen, kinderen
- Zingeving (ouderen)
- Adequate coping mechanismen
- Religieuze gemeenschap
- Goede therapeutische relatie
- Geen toegang tot lethale middelen
De zes essentiële elementen van goede hulpverlening:
- Maak en onderhoud contact
- Betrek naasten bij de diagnostiek én behandeling. Bij jongeren: ouders/gezin
- Onderzoek de suïcidaliteit systematisch
- Hanteer de suïcidaliteit als behandelfocus
- Creëer veiligheid en bied continuïteit
- Behandel de depressie en hopeloosheid