W1 HC.3 Autisme Flashcards

1
Q

ASS (Autismespectrumstoornissen):
A. Persisterende deficiënties in de sociale communicatie en sociale interactie in uiteenlopende situaties.
-> Blijkt uit de volgende kenmerken:

A
  1. Deficiënties in de sociaal-emotionele wederkerigheid
  2. Deficiënties in het non-verbale communicatieve gedrag dat gebruikt wordt voor sociale interactie
  3. Deficiënties in het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ASS (Autismespectrumstoornissen):
B. Beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten.
-> Blijkt uit minstens twee van de volgende kenmerken:

A
  1. Stereotiep(e) of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak
  2. Hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, inflexibel gehecht zijn aan routines of geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag
  3. Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn
  4. Hyper- of hyporeactiviteit op zintuiglijke prikkels of ongewone belangstelling voor de zintuiglijke aspecten vd omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voorkomen ASS:

A
  • Prevalentie 1% (vroeger lagere prevalenties gevonden)
  • Geen verband met etniciteit
  • Geslachtsration M:F = 4:1 (lager bij lager IQ en hoger bij hoger IQ)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Prognose mbt volwassen leeftijd:

A

IQ<50: slechte prognose
- Vaak geen functionele taal
- Niet zelfstandig sociaal functioneren
- Vaak wonen in instelling
IQ 50-70: iets betere prognose
- Slechts enkelen zelfstandig wonen, vrienden, baan
- Beperkte communicatie, lezen, spellen
- Stereotiepe gedragingen en interesses
IQ>70: betere prognose
- Vermindering ernst ASS-symptomen
- Sociaal functioneren vaak problematisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Genetica ASS:

A
  • Multifactoriële polygene aandoening
  • Concordantie
    -> Monozygote tweelingen 0,77-0,99
    -> Dizygote tweelingen: 0,22-0,65
  • Herhalingsrisico: bij één brusje met ASS: 20%, bij twee brusjes met ASS: 50%
  • BAP (broader autism phenotype)
  • Stemmings-/angststoornissen in de familie
  • Heritability = 56-95% (o.a. ook sprake van gen-omgevings- en epigenetische mechanismen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tubereuze sclerose complex (TSC)

A
  • 1:6000, autosomaal dominant
  • Mutatie in TSC1 en TSC2
  • Neoplasmata organen, epilepsie>80%
  • Corticale tubers, rhabdomyoom, angiofibromen, renale angiolipomen
  • Brede range IQ (met 30% IQ <20)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fragiele-X-syndroom (FXS)

A
  • Ca 1:2500-1:4000
  • Mutatie FMR1
  • Lang gezicht, grote oren en kin, platte voeten, grote testes
  • Epilepsie
  • Milde tot ernstige verstandelijke beperking, IQ meisjes>IQ jongens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is mind-blindness?

A

Niet goed in staat zijn zich te verplaatsen in de denkwereld van anderen, alleen in staat zijn de wereld vanuit eigen perspectief te zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

!!!!!!!!!!!

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly