Vz Kw4 Tentamen Flashcards
Doel van de inrichting:
- Functie van ruimte
- Doel van de kleuren
- Doel van de verlichting
- Doelgroep
Functie van ruimte:
De doelen van de inrichting hangen nauw samen met de visie en met de doelgroep
Doel van de kleuren:
Als je een ruimte moet inrichten waar gerust moet worden,zul je andere kleuren gebruiken dan voor een ruimte waar mensen met elkaar communiceren,spelletjes doen,en dergelijke. Er zijn kleuren die rustgevend zijn en er zijn kleuren die activerend zijn
Doel van de verlichting:
Een ruimte moet goed verlicht kunnen worden. Niets is zo irritant als niet kunnen zien waar je mee bezig bent.
Doelgroep:
Dat het heel erg belangrijk is voor wie je in een ruimte gaat inrichten,blijkt alleen al als je kijkt naar de lichaamsgrootte van je clienten. Voor kinderen heb je meubels in andere formaten nodig dan voor volwassenen
Regels van ordelijkheid:
- Alles op een vaste plaats
- Alles op een vaste tijd
- Regelmatig schoonmaken en wassen
(Bij uitzonderingen: Regels aanpassen)
Aandachtspunten voorraadbeheer:
- Procedures
- Inventarislijst
- Ontbrekend materiaal signaleren
- Registratiesysteem
- Nieuw materiaal inpassen in het opbergsysteem
Verzorgen van kamerplanten:
- Wie geeft wanneer water
- Cactussen weinig water
- Blad planten meer water
- Veel water bij hoog temperatuur
- Weinig water bij laag temperatuur
- Informatie inwinnen bij ziektes en ongedierte
Waar moet je opletten bij brandpreventie?
- Pas op met open vuur (1.Bij brandgevaarlijke stoffen.
(2. Bij chemische vloeistoffen) - Wees je bewust van brandbevorderende factoren(1.Zuurstof,hitte,glas en zon
- Houd brandtrappen en branddeuren altijd vrij)
Open vuur:
Niet alleen jezelf moet je aan voorschriften houden om brand te voorkomen,ook je clienten moeten dat. Het branden van kaarsen is voor sommige doelgroepen niet zonder gevaar. Leer kinderen het gevaar van vuur,leer ook verstandelijk gehandicapten zorgvuldig te zijn met vuur
Brandpreventie:
Brandpreventie is simpelweg alles vermijden waardoor brand kan onstaan. Brandgevaarlijke stoffen vliegen snel in de brand. Je moet dus met zulke stoffen niet bij open vuur komen.
Chemische vloeistoffen:
- Ontplofbaar: Stoffen die door schok,wrijving ,vuur of andere onstekingsoorzaken kunnen ontploffen.
- Oxiderend: Stoffen die na contact met brandbaar materiaal,brand of ontploffingkunnen veroorzaken.
- Ontvlambaar: Stoffen die uit zichzelf of ontvlambaar zijn,of waar weinig voor nodig is om ze te laten branden.
- Giftig: Stoffen die ernstige schade aanrichten als mensen ze binnen krijgen via mond,neus of hoofd
- Schadelijke of irriterend: Kunnen beschadiging van huid of ogen veroorzaken; leiden in het uiterste geval tot blijvende ziekte
- Corresief of bijtend: Stoffen die de huid aantasten
Brandbevorderende factoren:
Een vuur heeft zuurstof nodig om te kunnen branden.
Aandachtspunten brand:
- Volgen protocol
- Vlam in de pan: Deksel op de pan
- Brandweer bellen
- Indien mogelijk; Zuurstof toevoer naar de vlammen aflsuiten
- Zorg dat je vluchtwegen kent
Protocol:
Plan of instructies om hoe te handelen bij brand