BO Hfstk 8,9,10,11 Flashcards

1
Q

Lijnorganisatie

A
  1. Lijn/hierarchische-relatie
  2. Twee of meer personen samenwerken
  3. Verdeling taken/bevoegdheden en verantwoordelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Eenheid van bevel?

A

In een lijnorganisatie heeft elk medewerker een chef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voordelen van lijnorganisaties?

A
  1. Relaties zijn eenvoudig en overzichtelijk
  2. Duidelijke afbanking van bevoegdheden en verantwoordelijkheid tussen medewerkers
  3. Duidelijk gezagsverhoudingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nadelen van lijnorganisaties?

A

1.Leiders alle aspecten van het werk van hun afdeling beheersen
stelle organisatiestructuur
2.Communicatie lange weg meerdere niveaus
gevolg te laten of gekleurde informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lijn-/staforganisatie

A
  1. Stafafdeling lijnmanager laten ondersteunen in hun taak door adviseerende medewerker/afdeling
  2. Stafafdeling:De adviesrelatie van een staf t.o.v van de chef
  3. Lijn-/staforganisaties :Organisatiestructuur waarin naast lijnrelaties ook stafrelaties voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voordelen voor lijn-/staforganisaties

A
  1. Lijnmanagers krijgen adviezenvan de staf waarin zij gespecialiseerd zijn
    bijv: Opzetten en uitvoeren van beleid
  2. Lijnmanagers krijgen meer tijd om leiding te geven aan medewerkers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nadelen voor lijn-/staforganisaties

A
  1. Adviezen soms te theoretisch.Lijnmanagers kan niet veel mee doen
  2. Staf kunnen reiging hebben met de ondergeschikten te gaan bemoeien.Gevaar voor tegen strijdige opdrachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lijn-/staforganisatie met functionele relaties

A
  1. Lijnmanager kan een stafafdeling machtigen om dwingende voorschriften uit te vaardigen en naleving ervan toe te zien
  2. functionele relatie:Vb stafafdeling Fin zakengemachtigheid voorschriften te geven m.b.t fin resultaten (Dwingende-bevoegdheden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voordelen voor lijnstaforganisatie met functionele relaties

A
  1. Managers trekken op een bepaald terrein 1 lijn
  2. Verlicht de leidinggevende taak van de lijnmanagers
  3. Uniforme uitstraling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Nadelen voor lijnorganisaties met functionele relaties

A
  1. Doorbreking van eenheid van beval kan leiden tot tegenstrijding opdrachten
  2. Gevaar dat die stafafdeling zijn lijnbevoegheden gaan aanmeten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Matrixorganisatie

A
  1. Functionele chef: Verantwoordlijk voor vakinhoudelijk kwaliteit van zijn mensen
  2. Operationele chef: Verantwoordelijk voor het bereiken van de doelstelling van het werk van de medewerkers.(Geven werkopdrachten,planning ,bewaking)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voordelen van de matrixorganisatie

A

1.Medewerkers worden vanuit 2 lijnen gecoordineerd
Dubbele aansturing
2.Veel deskundigheid wordt ingezet voor oplossingen van ingewikkelde problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nadelen voor matrixorganisatie

A
  1. Verantwoordelijkheden kunnen niet altijd even duidelijk liggen
  2. Doorbreking van de eenheid van beval (Wie is hun baas?)
  3. Relatie is relatief duur. Veel managers vereist tijd in overleg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op basis van vier criteria:

A
  1. Functie
  2. Product
  3. Geografisch gebied
  4. Markt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

F-indeling

A

Indeling naar functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voordelen van F-indeling

A
  1. Routinevorming
  2. Specialisatie
  3. Mogelijkheden tot automatisering
  4. Inzet van specialisten is mogelijk
17
Q

Nadelen van F-indeling

A
  1. Geen zicht op eindproduct
  2. Monotoon en eenzijdig werk
  3. Moeizaamverlopende en tijdrovende communicatie
18
Q

P-indeling

A

Indeling naar product verantwoordelijk voor een bepaald product. Devisies. Omzet en winst

19
Q

Voordelen van P-indeling

A
  1. Inspecten op specifieke behoefte van verschillende soorten klanten
  2. Inspelen op specifieke behoefte van macht
20
Q

Nadelen van P-indeling

A
  1. Minder efficiente

2. Eigen beleid per market

21
Q

Organisatieschema

A

Bij het organiseren v/e bedrijf worden taken,bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan medewerkers en afdelingen toegebeeld

22
Q

Informatie over organisatieschema

A
  1. Tussen welke personen of afdelingen er hierarchische of lijnrelaties bestaan
  2. Tussen welke personen of afdelingen er andere dan lijnrelaties voorkomen
  3. Hoe de taken verdeeld zijn op elk hierarchische niveaus in een bedrijf
23
Q

Regels voor tekenen organisatieschema

A
  1. Rechthoeken geven afdelingen weer
  2. Verticale lijnen zijn hierarchische relaties
  3. Afdelingen van gelijk niveau teken je naast elkaar
  4. Een stafafdeling teken je buiten de lijn
  5. Lijnen kruisen elkaar niet
24
Q

Uit een organisatieschema kun je lezen

A
  1. Hierachie in een bedrijf
  2. Horizontale taakverdeling binnen een bedrijf
  3. Soort organisatiestructuur van een bedrijf
25
Q

Werkprocedures:

A

Schriftelijke intructies waaraan medewerkers zich bij het uitvoeren van hun werk moeten houden

26
Q

Algemene procedures

A
  1. Identificatieplicht
  2. Werk-en rijsttijden
  3. Reiskosten vergoeding
  4. Verhuiskosten
  5. Melding ziekteverzuim
  6. Aanvraag verlof
  7. Bedrijfsgeheim
  8. Alcohol-en drugsgebruik
27
Q

Procedures bij uitvoering v/h werk

A
  1. Werkintructies
  2. Veiligheidsprocedures
  3. Bedrijfskledingvoorschriften
28
Q

Waarom zijn werkprocedures belangrijk?

A
  1. Contstante kwaliteit
  2. Onderlinge afstemming
  3. Veiligheid
  4. Verantwoordelijkheid