VOW's en CGO's Week 3 Flashcards
Welke cellen verstaan we onder het verworven imuunsysteem?
B-cel receptor en T-cel receptor
Globale omschrijving imuunglobuline (IG)/B-celreceptor (BCR)
2 zwaarden en 2 lichte ketens
globale omschrijving t-celreceptoren
alpha-keten en een beta-keten (er is ook een gamma en delta optie, maar niet deze)
Wat is DH, JH en V en wat gebeurt hiermee
diversity, joining en variable. Door verschillende combinaties van deze genen, worden unieke lymfocyt gecodeerd (combination diversity)
hoe zorgen junctions in genen voor diversiteit?
het verliezen van basen of de insertie van basen (junction diversiteit)
waar vind IG recombinatie plaats?
in het beenmerg
IGH -> IGK -> IGL
waar vind TCR recombinatie plaats
in de thymus
TCRD -> TCRG -> TCRB -> TCRA
Wat is het verschil tussen affiniteitsrijping en isotype switching
affiniteitsrijping: mutaties die zowel positief als negatieve werking hebben op binding aan antigenen (somatische hypermutaties)
isotype switching: mutatie waardoor de zware keten verandert, en bij binding aan een antigen het molecuul zorgt voor een andere werking
primaire lymfoïde organen
thymus en beenmerg
begrip drainage
transport van antigeen en resten van dode cellen vanuit gebied rondom lymfeklier
begrip filterfunctie
vaak meerdere lymfeklieren achter elkaar
schematische tekening lymfeklier
denk aan de stroming van de lymfe
schematische tekening lymfeklier en plekken waar de cellen zich bevinden
geel = buitenste schors = B cellen
blauw = paracortex = t-cellen en dendritiesche cellen
rood = medulla = macrofagen plasmacellen
functie mild
filter van bloed, geen lymfevaten
- verwijderen oude erytrocyten en antigenen
-> tegen antigenen kan imuunrespons tegen de antigenen
afweer gekapselde bacterien
- marginale zone B-lymfocyten: gespecialiseerd in imuunresponsen tegen koolhydraten en andere T-celonafhankelijke antigenen
beschrijving open en gesloten cirulatie mild
bij mens is open belangrijkste route
beschrijving histologie milt
- RP -> witte plekken waar bloed aanwezig is
-WP -> antigenen worden getransporteert van RP naar WP
begrip MALT
mucosa geassocieerd lymfoïde weefsel, georganiseerd lymfoide weefsel in luchtwegen en maag-darmkanaal (tonsillen en platen van peyer(links))
begrip TLS
tertiare lymfoïde structuren, georganiseerd lymfoide weefsel, B- en T-celgebied, HEV
- op plaatsen waar voortdurende ntstekingsprikkel aanwezis is
–rol lymfotoxine
voorbeelden secundaire lymfoide organen
lymfeklieren en milt
kenmerk medulla lymfe
losmazig gebied, (merg)sinussen en (merg)strengen zichtbaar
kenmerk outer cortex lymfeklier
follikels aanwezig
kapselsinus
trabekelsinus
follikels
kapsel
kenmerk paracortex lymfeklier
celdicht gebied, HEV aanwezig
hoe zijn de lymfocyten in de lymfeklier terechtgekomen
het grootste deel via de HEV, een klein deel via de afferente lymfe
verklaar de aanwezigheid van T-cellen in de mergstrengen en mergsinussen
dit zijn T-cellen die de lymfeklier gaan verlaten
Na stimulatie en proliferatie verlaten effector- en memory-T-cellen de lymfeklier. Dit doen ze via de medulla en de efferente lymfe. Effector T-cellen gaan naar ontstekingssites, memory T-cellen recirculeren door bloed, weefsels en lymfe