Leerdoelen CGO's week 2

Question 1

bekendste verwekker bronchiolitis

Answer 1

rs virus

Question 2

infecties bovenste en onderste luchtwegen

Answer 2

Question 3

klinische kenmerken influenza

Answer 3

Question 4

belangrijkste oorzaak CAP en risicogroep

Answer 4

Question 5

complicaties OLWI

Answer 5

Question 6

michroscopische onderdelen trachea

Answer 6

Question 7

microscopische onderdelen bronchus en bronchiolus

Answer 7

Question 8

afweermechanisme long

Answer 8

Question 9

pneumocyten en surfactant (kenmerken)

Answer 9

Question 10

kenmerken primaire cilliaire dyskinesie (PCD) en gezondheidsproblemen

Answer 10

Question 11

beschrijving, symptomen, klachten en ziekteverwekker pneumonie

Answer 11

Question 12

beschrijving, symptomen, klachten en ziekteverwekker bronchiolitis

Answer 12

Question 13

beschrijving, symptomen, klachten en ziekteverwekker acute bronchitis

Answer 13

Question 14

beschrijving, symptomen, klachten en ziekteverwekker COPD

Answer 14

Question 15

virologische kenmerken SARS-CoV-2

Answer 15

Question 16

gevolgen van ARDS door SARS-CoV

Answer 16

Question 17

gevolgen MIS-C door SARS-CoV

Answer 17

Question 18

gevolgen long-COVID

Answer 18

Question 19

kenmerken influenza A en B

Answer 19

Question 20

symptomen en complicaties influenza

Answer 20

Question 21

begrip antigene drift

Answer 21

Question 22

begrip antigene shift

Answer 22

Question 23

RSV

Answer 23

Question 24

levenscyclus RSV

Answer 24

Question 25

Answer 25

Question 26

verantwoordelijkheden RIVM

Answer 26

Question 27

verantwoordelijkheden IP

Answer 27

Question 28

verantwoordelijkheden IGJ

Answer 28

Question 29

verantwoordelijkheden zorgmedewerkers

Answer 29

Question 30

begrip nosocomiale infectie, endogeen en exogeen

Answer 30

Question 31

begrip(directe/indirecte) transmissie

Answer 31

Question 32

beschrijving dianostisch proces

Answer 32

aanvragen verrichten insturen detecteren interpreteren

Question 33

onderscheiding IgM

Answer 33

Question 34

voor/nadelen serologie

Answer 34

Question 35

ELISA

Answer 35

Question 36

EIA

Answer 36

Question 37

PRNT

Answer 37

Question 38

typische verwekker CAP

Answer 38

Question 39

klachtenpatroon, epidemiologische gegevens, en aanvullende diagnostiek strep. pneumoniae

Answer 39

- 10-30% vd CAP bij volwassenen, meesten 60+ - risicofactor: HIV - diagnostiek: sputum (variabele sensitiviteit, zeer gevoelig voor antibiotica, dus voor medicatie afname). pneumokokken-urine-antigeentest (hoge sens en spec, blijven vele weken na infectie in urine, niet specifiek genoeg bij kinderen) - in RVP - gram +, diplococ - asymptomatisch in blwi - antibiotica: amoxicilline - aerogeen Ziektebeelden: Volledig spectrum van invasieve pneumokokkenziekte als sepsis, meningitis, maar ook artritis of peritonitis tot niet invasieve pneumokokkeninfecties van de luchtwegen als otitis

Question 40

klachtenpatroon, epidemiologische gegevens, en aanvullende diagnostiek h. influenzae

Answer 40

llwi, verwekker exacerbaties bij COPD - gram -, coccobacil - Symptomen: Belangrijkste: meningitis, epiglottitis, pneumonie en septische artritis - De behandeling van Hib-meningitis bestaat uit cefotaxim of ceftriaxon gedurende 10 dagen, intraveneus toegediend

Question 41

atypische CAP verwekkers

Answer 41

Question 42

klachtenpatroon, epidemiologische gegevens, en aanvullende diagnostiek l. pneumophilia

Answer 42

- gram -, niet-sporenvormende staafjes - Symptomen: Niet-productieve hoest met pijn op de borst, koorts, hoofdpijn, myalgie, diarree, verwardheid, acute pneumonie - urine-antigeentest, kweken op selectieve media, PCR - transmissie via water, aerogeen - De prognose van een legionellapneumonie wordt sterk beïnvloed door de snelheid van instellen van de juiste therapie. Fluorochinolonen (ciprofloxacine, levofloxacine, moxifloxacine) worden als antibiotica van de eerste keuze beschouwd.

Question 43

klachtenpatroon, epidemiologische gegevens, en aanvullende diagnostiek m. pneumoniae

Answer 43

- Symptomen: Een deel verloopt asymptomatisch. Geleidelijk ontstaan van mild, griepachtig ziektebeeld, (niet-productief) hoesten en malaise; minder vaak een pharyngitis, tracheobronchitis of longontsteking - gramkleuring niet mogelijk door niet-bestaande celwand - resistent beta-lactam - serologisch en PCR

Question 44

risicofactoren die indiceren op behandeling llwi

Answer 44

Question 45

voorkeur antibiotica pneumonie

Answer 45

1e: amoxycilline 2e: doxycycline 3e: azithromycine

Question 46

therapeutische preventie RSV

Answer 46

kort na geboorte tijdens/vlak voor RSV seizoen: nirsevimab vaccinatie maternale RSV vaccinatie: 2 weken voor geboorte, bescherming tot 6 maanden na. abryso ouderen: 60+ vaccinatie

Question 47

behandeling influenza

Answer 47

Question 48

behandeling SARS-CoV-2

Answer 48

Question 49

behandeling Herpes en Cytomegalovirussen

Answer 49