Vorm en grootte van het hoofd Flashcards

1
Q

Noem de verschillende botstukken waaruit de schedel is opgebouwd?

A

os frontale, os sfenoïdale, os temporale, os pariëtale, os occipitale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de verschillende schedelnaden?

A

sutura metopica, sutura coronalis, sutura sagitalis, sutura lamdoidea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer sluit kleine fontanel?

A

2-3 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer sluit grote fontanel?

A

1-2 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer sluiten de schedelnaden vliezig?

A

2 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer sluiten de schedelnaden benig?

A

ong. 10 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definitie microcefalie?

A

Hoofdomtrek < p3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oorzaken microcefalie?

A

o Genetisch (vb mutaties in ASPM, WDR62, …)
o Congenitale infectie (vb cCMV, cToxoplasma)
o Aanlegstoornis van de hersenen, zoals een lissencefalie (genetisch)
o Stofwisselingsziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de risico’s van microcefalie?

A

verstandelijke beperking en epilepsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definitie macrocefalie?

A

Hoofdomtrek > p97

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Frequente oorzaken van macrocefalie?

A

o Hydrocefalie
o Toegenomen vocht in de subarachnoïdale ruimte
o Megalencefalie (grote hersenen)
o Verdikking schedelbotten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

definitie craniosynostose?

A

Het vroegtijdig sluiten van één of meerdere schedelnaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan men neurale buis defecten vermijden?

A

Door inname van foliumzuursupplementen pre- en periconceptueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitei anencefalie?

A

Niet of amper aangelegde grote en kleine hersenen

–> niet levensvatbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Definitie spina bifida?

A

onvolledige sluiting van de ruggenwervels en membraan rond het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3 vormen van spina bifida?

A
  • Spina bifida occulta
  • Meningocoele
  • Meningomyelocoele
17
Q

Met welke andere afwijking is spina bifida aperta geassocieerd

A

chiari II malformati

18
Q

Definitie chiari II malformatie?

A

misvorming van fossa posteriori waarbij onderste gedeelte van kleine hersenen niet meer in schedel liggen maar reikt tot in mergkanaal –> gevolg is obstructie van CSV

19
Q

Definitie spina bifida occulta

A

 Gespleten processus spinosus

 Huid gesloten maar vaak beharing of dimple

20
Q

Definitie hydrocefalie?

A

 In brede betekenis is dit een toestand waarbij er een te grote hoeveelheid cerebrospinaal vocht (CSV) in de ventriculaire en subarachnoïdale ruimten aanwezig is

21
Q

Welke plexus vormt het CSV?

A

De plexus choriodeus

22
Q

Oorzaken van hydrocefalie?

A

Niet-communicerend/obstructief:
o Aquaduct-stenose (soms al antenataal gediagnosticeerd)
o Meestal congenitaal en sporadisch, soms X gebonden, maar kan ook verworven zijn (postinfectieus)
o Atresie uitstroom foramen 4de ventrikel
o Chiari II malformatie
o Na intraventriculaire bloeding (prematuur)
o Intracraniële infectie: toxoplasmose, meningitis
o Tumor (fossa posterior), vasculaire malformatie

Communicerend/resorptiestoornis
 Subarachnoïdale bloeding
 TBC-meningitis

23
Q

Kliniek van hydrocefalie?

A

o Gebombeerde fontanel
o Te snelle toename van de hoofdomtrek
- Kind kan hoofd moeilijk rechtop houden (bobbing head)
o Papiloedeem en/of opticusatrofie
 Tekens van hersenprikkeling / intracraniële overdruka

24
Q

Welke zijn de tekens van herseninklemming?

A

wijde lichtstijve pupil, bewustzijnsdaling, coma, opisthotonus, nekstijfheid, ademhalingsstoornissen

25
Q

Diagnose hydrocefalie?

A

 Transfontanel echografie bij pasgeborenen en zuigelingen

 MRI hersenen met aquaduct flow meting

26
Q

Behandeling van hydrocefalie?

A

= afhankelijk van onderliggende oorzaak

  • Ventriculo-peritoneale drainage
  • Ventriculostomie
27
Q

Wat is belangrijk om na te vragen bij klachten van hoofdpijn?

A
Hoofdpijnkarakteristieken: 
o	Duur en frequentie
o	Sinds wanneer?
o	Kwaliteit
o	Lokalisatie
o	Tijdstip van de dag
o	Geassocieerde symptomen (braken, fotofobie)
- Uitlokkende factoren en verbeterende factoren (rust?)
- Persoonlijke en familiale antecedenten
- Schoolsituatie/thuissituatie
- Karakter van het kind
28
Q

Bijkomend onderzoek bij hoofdpijn?

A

= afhankelijk van anamnese en KO
o Oogonderzoek (oogfundus, refractie, oogmotiliteit)
o MRI-hersenen
o Bloeddruk steeds nemen
o Catecholamines in urine (bij verdenking feochromocytoom)
o EEG

29
Q

Oorzaken van hoofdpijn bij kinderen?

A

 Migraine
 Clusterhoofdpijn
 Niet-migraineuze vasculaire hoofdpijn
 Acute spanningshoofdpijn
 Chronische spanningshoofdpijn
 Hoofdpijn met oftalmologische problemen
 Hoofdpijn met neus- keel- en oorinfecties
 Hoofdpijn met gestegen intracraniële druk: Pseudotumor cerebri, Hersentumor, Hydrocefalie

30
Q

Wat is de meest frequente oorzaak van hoofdpijn bij kinderen?

A

Chronische spanningshoofdpijn

31
Q

Wat zijn de criteria voor het stellen van de diagnose van migraine bij kinderen?

A
o	Paroxysomale hoofdpijn
o	Vrije intervals
o	+ 2 van de volgende criteria
	Unilaterale hoofdpijn
	Nausea
	Visuele aura
	Familiegeschiedenis van hoofdpijn (90 %)
o	Prodromaal
	Irritabiliteit
	Geeuwen
	Raar gevoel
32
Q

Wat is de frequentie van migraine?

A

1-4x/maand

33
Q

Behandeling migraine bij kinderen?

A
o	Geruststelling
o	Acute aanvallen
	Rust
	Paracetamol of NSAID
o	Profylaxie
	Propranolol start 1 mg/kg/dag in 3x te verhogen naar 2 mg/kg/dag in 3x
	Topiramate
34
Q

Behandeling van spanningshoofdpijn bij kinderen?

A
  • Aanleren relaxatie oefeningen
  • Psychologische begeleiding
  • Oorzaak opsporen (relationeel ouders, pesten op school…)
35
Q

Wat zijn tekens van hoofdpijn door gestegen intracraniêle druk?

A

o Vaak irritabel
o Minder eten
o Gedragsverandering
o Hoofdpijn verhoogt ‘s morgens bij het opstaan
o Hoofdpijn verhoogt met hoesten en niezen
o Vaak ook ochtendbraken en nachtelijke pijn
o In sommige gevallen toenemende schedelomtrek

–> Hier is verder neuro-radiologisch onderzoek noodzakelijk

36
Q

Wanneer gaan we zeker beeldvorming doen bij kinderen met hoofdpijn?

A

 Chronisch progressief karakter van de hoofdpijn
 Leeftijd jonger dan 4 jaar
 Acute thunderclap hoofdpijn (bloeding)
 Focale neurologische tekens
 Aanwezigheid van VP-shunt
 Nachtelijke hoofdpijn en bij wakker worden
 Ochtendbraken