voortplanting Flashcards
fase van de mitose
profase, metafase, anafase, telofase
Kenmerken profase
chromosomen condenseren en worden zichtbaar, de chromosomen koppelen aan hun overeenkomend chromosomen (het zijn er 46) dmv. het centromeer, de centriolen met de spoeldraden bewegen naar tegenovergestelde kanten van de cel
kenmerken metafase
de chromosomenparen gaan op de evenaar van de spoel liggen terwijl ze nog vast zitten aan het centromeer
kenmerken anafase
de centromeren splitsen, de spoeldraden worden korter en trekken iedere chromosomen paar mee naar de overzijde van de cel.
kenmerken telofase
spoel verdwijnt, chromosomen ontwinden en een nieuw kernmembraan ontstaat
Interfase
G1-fase, S-fase, G2-fase, tijd waarin de cel klaargemaakt wordt voor de celdeling, deze duurt relatief lang
G1-fase
Cel groeit in maat en volume
S-fase
DNA-replicatie
G2-fase
cel groeit door en bereidt zich voor op de celdeling, enzymen voor DNA-replicatie worden gemaakt
mitose
2n –> 2n + 2n
chromatide
Een chromosoom van een chromosomenpaar
diploïd
chromosomen zijn in paren aanwezig, Een cel is diploïd als het twee sets chromosomen bevat (2n). Dit betekent dat chromosomen in paren voorkomen, met één chromosoom van elk paar afkomstig van elke ouder.
haploïd
chromosomen zijn enkel aanwezig, Een cel is haploïd als het slechts één set chromosomen bevat (n). Dit betekent dat elk chromosoom in de cel uniek is en er geen paren van homologe chromosomen aanwezig zijn.
bijbal functie
Opslaan en rijping van zaadcellen gevormd in de testes
zaadleider functie
transporteren van zaadcellen
corpus luteum
gele lichaam
hormoon gemaakt door corpus luteum
progesteron
hormoon gemeten tijdens zwangerschap
HCG
FSH functie
rijping van follikel die oestrogeen uitscheidt, uitgescheiden door de hypofyse doordat de hypothalamus LHRH produceert
LHRH
luteïniserend-hormoon-releasing-hormoon, uitgescheiden door de hypothalamus gestimuleerd door oestrogeen, geremd door progesteron (in combinatie met oestrogeen)
LH
Luteïniserend hormoon, een piek in de LH-concentratie zorgt voor de ovulatie, gestimuleerd door de oestrogeen afgifte van het follikel en houdt het gele lichaam in stand
chorion
buitenste laag van de vruchtvliezen
amnion
binnenste laag vruchtvliezen
navelstreng bloedvaten
2 slagaders, 1 ader